Tim Van Laere opent een tweede galerie in Rome: ‘Ik wist van in het begin precies waar ik naartoe wilde’
Tim Van Laere was proftennisser in de Verenigde Staten, tot hij in 1997 zijn gelijknamige galerie opende in Antwerpen. Hij vertegenwoordigt kunstenaars als Rinus Van de Velde, Dennis Tyfus en Ben Sledsens en combineert Nieuw Zuid voortaan met Rome, waar hij op 18 november een nieuwe ruimte opent
Voelsprieten
Grote kunstenaars staan met Ć©Ć©n voet in de maatschappij en met Ć©Ć©n voet erbuiten. Ze zeggen ons iets over de tijd waarin we leven. Maar ze wijzen ons ook de weg en doen ons in alle openheid nadenken over oplossingen voor de toekomst. Waarom spreken we honderden jaren na datum nog steeds over Rubens, VelĆ”zquez en Goya, terwijl we de machthebbers van hun tijd vergeten zijn? Dat onderstreept hoe belangrijk kunstenaars voor ons zijn.”
Leren verliezen
“Tennissen heeft me op het leven voorbereid. Andre Agassi noemde een match ooit de wereld in het klein, wat ik herken: Ć©Ć©n ogenblik kan de hele partij bepalen, en het is niet omdat je een toernooi wint, dat je de week erna niet onderuit kunt gaan. Als kind was ik geen goede verliezer, maar tennissen leerde me om tegenslagen te incasseren. Dat is in onze samenleving niet evident meer.”
Toen ik op mijn 27ste de galerie opende, had ik enkel mijn diploma economie en kunstĀgeschiedenis en wist ik amper hoe het wereldje werkte.
Tim Van Laere
Spelenderwijs ontdekken
“Wat niet uit jezelf komt, blijft niet duren. Als kind verplicht worden om een hobby of activiteit te beoefenen, werkt meestal niet. Mijn ouders hebben dat gelukkig nooit gedaan ā niet met tennis, evenmin met kunst. Ze namen mij en mān broer al van jongs af aan mee naar musea, maar niets moest. We mochten er ook gewoon spelen of Picasso natekenen. Toch hebben die uitstappen me gevormd. Zoals Adrian Ghenie ooit zei: je voelt in de lijn van de galerie dat ik ben opgegroeid met Ensor en kunstenaars die het groteske aanvaarden.”
Ondernemerschap
“Zelfvertrouwen wordt vaak met arrogantie verward. Dankzij mijn ouders heb ik altijd in mezelf geloofd. Bovendien woonde ik van mijn 18de tot mijn 25ste in de Verenigde Staten, waar ambitie tonen en ondernemen meer aangemoedigd wordt. Toen ik op mijn 27ste de galerie opende, had ik enkel mijn diploma economie en kunstĀgeschiedenis en wist ik amper hoe het wereldje werkte, maar belde ik in al mijn naĆÆviteit wel Anish Kapoor en Thomas SchĆ¼tte op. Ik wist toen al precies waar ik naartoe wilde. Maar dat betekent niet dat ik niet kan luisteren. Ik overleg voortdurend met mijn team en onze kunstenaars. Als je jezelf enkel met jaknikkers omringt, leer je niets.”
Altijd willen winnen van anderen is niet gezond, maar ik wil zƩlf wel beter worden in wat ik doe.
Tim Van Laere
Rome
“Een galerie moet meegroeien met haar kunstenaars. Mensen als Rinus Van de Velde en Kati Heck hebben ondertussen zoān enorme weg afĀgelegd, dat we niet kunnen blijven stilstaan: we moeten hen ook uitdagen en ruimte geven om nog verder te groeien. Rome is daar met zijn rijke kunstgeschiedenis een ideale plek voor. Schrik dat we te groot worden heb ik niet. Ik heb zowel in Antwerpen als in Rome een team dat begrijpt waar we als galerie voor staan, en ik weet dat ik sommige voorstellen moet afslaan.”
Prioriteiten
Mijn vak brengt veel verantwoordelijkheid met zich mee. Ik wil kunstenaars kunstgeschiedenis laten schrijven, ervoor zorgen dat ze echt iets kunnen betekenen, dus moet ik hen ook koesteren en beschermen. Zo heb ik met jonge talenten als Bram Demunter en Ben Sledsens een aantal jaar gewacht voor ik hun werk aan de buitenwereld toonde. Ik zal ook niemand onder druk zetten om meer werk te maken omdat de vraag zo groot is. Mijn voorbeelden op dat vlak zijn legendarische galeristen als Leo Castelli en Pierre Matisse: ook voor hen kwam de kunstenaar op de eerste plaats.”
Hoe goed je als kunstenaar ook omringd bent, de confrontatie met het canvas of de klei ga je alleen aan.
Tim Van Laere
Beter worden
“De belangrijkste competitie is die met jezelf. Altijd willen winnen van anderen is niet gezond, maar ik wil zĆ©lf wel beter worden in wat ik doe. Zo gedreven als ik vroeger was om bij te leren als tennisser, zo gedreven ben ik nu als galerist. Maar dat staat los van wat andere galeries doen. Ik volg mijn instinct en ga enkel voor dingen waar ik zelf in geloof.”
Eenzaamheid
“Als kunstenaar ben je op jezelf aangewezen. Hoe goed je ook omringd bent, de confrontatie met het canvas of de klei ga je alleen aan. Dat soort solitary confinement ken ik zelf van het tennissen. Daar stond ik er tijdens een match ook alleen voor en moest ik de oplossingen zelf zien te vinden. Voor kunstenaars in hun atelier geldt dat ook. Waarschijnlijk schieten we daarom zo goed op met elkaar: ik begrijp wat ze soms doormaken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier