Frankrijk-correspondent Frank Renout: ‘Er is een goede reden waarom de Fransen niet graag werken’
Frank Renout (57) groeide op in Zeeuws-Vlaanderen en is Frankrijk-correspondent voor onder andere de NOS, de VRT en het Algemeen Dagblad. Hij woont sinds 2004 ten westen van Parijs en bundelt zijn zomercolumns voor de radio nu in Onze correspondent in Frankrijk.
Ik ben een nieuwsgierig mens. Als kind deed ik niets liever dan vragen stellen en overal mijn neus in steken – waarom ga je dan niet in de journalistiek, zei mijn vader. Het vak zelf leerde ik niet in een opleiding, maar al doende: ik studeerde Politieke wetenschappen, schreef ondertussen stukken voor het faculteitsblad en verkocht reisverslagen en andere stukken aan kranten en weekbladen. Het leuke is dat ik nog altijd het gevoel heb dat ik mezelf ontwikkel. Voor de krant schrijven of voor de website, voor de radio werken of televisie: technisch en mentaal is dat nooit hetzelfde ambacht, ik leer voortdurend bij.
Als je dingen niet doet omdat ze fout zouden kunnen aflopen, is het leven maar saai.
Frank Renout
Dromen veranderen. Als student zag ik mezelf correspondent worden in Centraal- of Zuid-Amerika, avontuurlijke plekken waar in de jaren tachtig heel wat gebeurde. Revolutionaire bewegingen, staatsgrepen, inflatiepieken: ik verslond de stukken van de correspondenten van de NRC en de Volkskrant. Later heb ik in Nicaragua, Nederland, Kosovo en Frankrijk ook riskante dingen gedaan, maar gelukkig zijn er veel vormen van avontuur. Ik mag veel op pad gaan, ik duik van het ene in het andere onderwerp of medium: het is goed zo.
Onzekerheid heeft zijn mooie kanten. Toen ik freelancecorrespondent werd, waren onze zonen net tieners – het was dus best eng om mijn vaste baan als verslaggever bij het Algemeen Dagblad op te geven. Bovendien verhuisden we naar een land dat ik alleen als vakantiebestemming kende en waarvan ik de taal niet sprak. Gelukkig moedigde mijn vrouw me aan om de sprong toch te wagen. Als je dingen niet doet omdat ze fout zouden kunnen aflopen, is het leven maar saai.
Er is een goede reden waarom de Fransen niet graag werken. Op school leren ze meteen dat ze moeten luisteren en dat initiatief nemen afgestraft wordt. Zelfstandig nadenken, creatief zijn: dat moeten kinderen thuis maar ontwikkelen. Achteraf zet die hiërarchisering zich door in hun werkleven. Daar hoor je als werknemer bijvoorbeeld niet aan te geven dat iets beter kan – het is de baas die alles beslist. Vrienden grappen soms dat de Fransen depressieve Italianen zijn, maar de werkfrustraties zijn hier groot. In een onderzoek gaven ze zichzelf ooit een lagere geluksscore dan de Afghanen en Irakezen, die toen in oorlog waren – dat zegt veel.
Een relatie mag nooit een vanzelfsprekendheid worden. Ik studeerde nog toen ik mijn vrouw leerde kennen – we zijn samen volwassen en ouder geworden en dus goed ingespeeld op elkaar. Maar zo’n grote liefde vergt ook voortdurend onderhoud. Praten, conflicten oplossen, je over een meningsverschil heen kunnen zetten, de middenweg kiezen: je moet er wel je best voor doen.
Frankrijk leerde me dat mensen sociale dieren zijn.
Frank Renout
Tijd moet je némen. De ene dag schrijf ik over het gebrek aan sneeuw in de skistations of discriminatie en seksisme bij de Miss France-verkiezingen, de volgende over alcoholmisbruik en dodelijke ongevallen in de Franse jacht. Maar ik geef mezelf ook de vrijheid om me soms toe te leggen op een onderwerp en het helemaal uit te spitten. Zo heb ik me ooit wekenlang verdiept in de mensensmokkel in Calais en onlangs nog in de misstanden in de Franse porno-industrie. Dat kost me meer dan het opbrengt, maar het is ook een investering in mijn kennis en een maatschappelijke plicht. In tijden dat mensen de media wantrouwen, is het dubbel zo belangrijk om de zaken zo goed mogelijk te doorgronden en uit te leggen.
Frankrijk leerde me dat mensen sociale dieren zijn. Dat is de keerzijde van de doorgedreven hiërarchie hier: op het werk zitten de Fransen in een verstikkende gezagsverhouding, maar in privékring valt dat weg. Of je buurman nu een bouwvakker of een bankier is, bij een glas wijn ben je gelijken. Daarom zijn tradities als de fêtes des voisins of de zondagsbrunch hier ook zo populair. Om twaalf uur aperitieven met vrienden of familie, een lange gezellige babbel en dan om vijf uur ’s middags aangeschoten naar huis waggelen – dat is de Franse joie de vivre ten voeten uit.
Hou ouder ik word, hoe minder ik vind van dingen. Als journalist wil ik me aan de feiten houden en me niet aan opinies bezondigen. Maar ik voel ook een soort nederigheid: het besef dat ik helemaal niet zoveel weet of begrijp. Waarschijnlijk is dat ook maar goed zo. Als je denkt dat je alle antwoorden hebt en jezelf over niets meer kunt verbazen, kun je net zo goed doodgaan.
Onze correspondent in Frankrijk (15,99 euro) door Frank Renout verschijnt op 2 februari bij Terra.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier