De Zwitser Fabian Cancellara (44) won drie keer de Ronde van Vlaanderen, en is vandaag teamleader van het Tudor Pro Cycling Team. Met het team, dat hij in 2022 oprichtte, gaat hij dit jaar voor het eerst naar de Tour de France.
Fietsen is plezier
‘Fietsen maakte me een ontdekkingsreiziger. Ik voetbalde graag als kind, maar die sport speelt zich af op een klein veld. Het is altijd hetzelfde. Ik was nieuwsgierig, dus toen ik mijn vaders fiets in de garage ontdekte, trok ik de wereld in. Ik genoot van het rijden én van de natuur, want de Zwitserse wegen zijn de mooiste ter wereld. Het ging niet om presteren, maar toen bleek dat ik vrij snel was, ontdekte ik hoe geweldig winnen was. De vijftig Zwitserse frank die ik kreeg hielp ook. (lacht) Maar het belangrijkste bleef het plezier. Dat is vandaag nog steeds zo. Gewoon een paar uur fietsen met mijn vrienden blijft fantastisch.’
Het belang van steun
‘Steun is belangrijk, druk werkt niet. Deze sport is keihard, misschien wel te hard. Je houdt het alleen vol als je het echt graag doet. Als je onder druk gezet wordt, komt er niets van. Mijn ouders waren er voor me, maar hebben me altijd vrijheid gegeven. Ik probeer dat ook bij mijn dochters. Wat ze ook kiezen in hun leven, ik zal hen steunen, maar nooit pushen.’
Samen sterk
‘Alleen bereik je niets. Als je in je eentje een tijdrit rijdt, denk je misschien dat je alleen wint, maar dat is ego. Verliezen doe je wel alleen, omdat alles erop gericht is om je te laten winnen en het dan nog fout loopt. Maar zonder je team ben je niets. Winnen voelt heerlijk, maar je moet de mensen om je heen meenemen. Dat is wat ik met dit Tudor-team wil doen. Niet gewoon renners aantrekken die nu koersen kunnen winnen, maar jonge mensen kansen geven om iets op te bouwen.‘
Mijn advies aan jonge renners is: geniet ervan en wees niet te streng voor jezelf. Wat je meemaakt is misschien maar kort, maar de koers leert je dingen die geen enkele school kan bieden.
Freak
‘Je moet een freak zijn, anders heb je geen kans op slagen. Er moeten zo veel dingen goed gaan voor een overwinning, dus op topniveau moet je moeilijk doen over alles. Het materiaal, de voorbereiding, de hotelkamers. Soms betekent dat roepen. Jij bent degene die op de fiets zit. Het is niet genoeg dat je talent hebt, gepassioneerd bent en motivatie vindt, je moet zo veel mogelijk proberen te controleren. En dan nog heb je geluk nodig.’
Lees ook: Verslag van een sporthater op fietsweekend: ‘Je moet eelt kweken daar beneden’
Gemaakt of gekraakt
‘Je verliest meer races dan je er wint. Hoe ga je om met die druk als je weinig levenservaring hebt? In sport lijkt het of de fysieke eisen het zwaarst zijn, maar je wordt gemaakt of gekraakt door je mentale sterkte. Mijn advies aan jonge renners is: geniet ervan en wees niet te streng voor jezelf. Wat je meemaakt is misschien maar kort, maar de koers leert je dingen die geen enkele school kan bieden.’
Hoe meer je wint, hoe minder vrienden je hebt. Ik werd gereserveerder naarmate ik meer succes had, uit zelfbescherming.
Rollercoaster
‘Topsport geeft je te hoge hoogtes en te lage laagtes. Als je wint, is de euforie immens; als je verliest, is er wanhoop en frustratie. Die waanzinnige rollercoaster is het zwaarste aan ons vak. Bovendien: shit happens. Ik brak mijn rug twee keer. En mijn sleutelbeen, maar na zes weken was ik weer aan het trainen. De wielersport is gevaarlijk, maar dat is het leven ook. Je kunt een ongeluk hebben als je de trap oploopt.‘
Nieuwe identiteit
‘Ik ben niet beter dan een boer, beenhouwer of schilder. In België zijn wielrenners helden en supporters helpen je motivatie, maar roem vraagt ook veel van je, want iedereen trekt aan je mouw. Gelukkig woonde ik in Zwitserland, waar ze niet zo wielergek zijn. Je moet leren omgaan met fans, pers en sponsors. Met kritiek ook, binnen en buiten het peloton. Vriendschap is moeilijk in sport. Je hebt collega’s of zakenpartners, maar prestatie is de drijvende kracht en hoe meer je wint, hoe minder vrienden je hebt. Ik werd gereserveerder naarmate ik meer succes had, uit zelfbescherming. Er is rivaliteit en jaloezie, en als je daar niet mee om kunt, zal dat je prestaties beïnvloeden.’
Tijd voor vrijheid
‘Een nieuwe identiteit zoeken vraagt tijd en exploratie. Stoppen, na het winnen van een gouden medaille in Rio, voelde goed. Er was verdriet, maar ik was al bezig met wat daarna kwam: vrijheid. Het is ook een vorm van dankbaarheid naar je gezin toe. Nu is mijn tijd voor hen. Maar als je de bubbel van topsport verlaat en in de echte wereld terechtkomt, moet je uitzoeken wie je wilt zijn. Ik ben lang hard geweest voor mezelf, omdat dat nodig was, maar wat had ik nu nodig? Wat drijft me als het niet de overwinning is? Sport heeft me veel gegeven en ik wil graag teruggeven. Mensen aan het sporten krijgen en jonge renners begeleiden, dus. Ik ben ook blij dat ik niet langer een reiziger ben. Ik reis nog, maar het moment dat ik weer in Zwitserland land, ben ik thuis. Ik mis het wielrennen niet en word blij wakker ’s ochtends. Ik ben dankbaar, gezond en gelukkig, en mijn dochter naar school brengen is mijn favoriete moment van de dag. Wat niet wegneemt dat tieners stresserend blijken.’ (lacht)