Nathalie Le Blanc
‘Een vurig pleidooi voor gesprekjes met mensen die we niet kennen’
Nathalie Le Blanc staat stil bij de frappante feiten die ze al lezend opmerkte.
Ik ben een babbelaar die vaak urenlang niets zegt. Ik woon namelijk alleen en zwijg dus geregeld een hele dag. Maar eenmaal onder de mensen ga ik er helemaal voor. Vrienden, collega’s, maar ook verkoopsters, radiologen, spelende kinderen of andere wildvreemden, ik raak als vanzelf aan de praat. Het is genetisch. Mijn grootmoeder werd geplaagd omdat ze volgens haar familie zelfs praatjes maakte met ‘een hond met een hoed op’. Wat ik niet meer dan normaal vind: je wilt toch weten waar die hond zijn hoed vandaan heeft?
Ik treinde onlangs in mijn eentje een week half Zwitserland door, en kletste zoals altijd elke dag met hotelgasten, obers, conducteurs en medereizigers. Soms zijn die van een adembenemende lichtheid – het weer, het uitzicht, de asperges – maar soms gaat het verrassend snel verrassend diep. Zoals de hoteleigenares die vertelde dat ze de vorige avond voor het eerst met haar familie had gepraat over het verkopen van de familiezaak die ze al sinds 1951 runnen, omdat eerst corona en nu de Russische inval in Oekraïne hun inkomsten kelderde. Of de Duitse toeriste die een warme choco dronk aan mijn tafeltje en vroeg of ik het nodig vond dat we koloniale kunst teruggaven. (Ja, uiteraard.) Licht of ernstig, die korte gesprekjes maken me vrolijk. En mij niet alleen, lees ik in De kracht van onbekenden van Joe Keohane. Het boek is een vurig pleidooi voor gesprekjes met mensen die we niet kennen, ook al is onze schroom ervoor verrassend hoog voor een soort die zijn succes te danken heeft aan samenwerking en sociale contacten. Daar speelt de angst voor afwijzing en het verkeerd inschatten van andermans verwachtingen, interessantheid en intelligentie een rol in. “Opvallend, want we zijn een hypersociale diersoort,” schrijft hij, “en gemaakt voor gesprekken met onbekenden.” Dankzij psychologen, communicatiedeskundigen en amateur-babbelaars vindt hij 328 pagina’s redenen waarom we onze babbelschroom het best overwinnen. Omdat we er blij van worden, omdat het eenzaamheid inperkt, omdat we er toleranter van worden, omdat de wereld er een betere plek van wordt en wij betere mensen.
We raken onze sociale vaardigheden kwijt. We doen aan internetbankieren en onlineshoppen, gaan via de selfscankassa en halen postpakjes op in pakjesautomaten
Het is boeiend om te lezen waarom die korte babbels zo veel effect hebben. Een van de belangrijkste bijwerkingen is een gevoel van vertrouwdheid. Na mijn eerste babbel met de hartelijke receptionist van Hotel Alpenruhe in Wengen, geeft elke passage door de lobby – met gesprekje – me het idee dat ik er thuishoor. Dit is ‘mijn’ hotel. Als de receptie bij mijn vertrek door iemand anders bemand wordt, mis ik mijn nieuwe Wengense vriend. “Mensen hebben vandaag op vertrouwde plekken vaak het gevoel dat die niet meer ‘van hen’ zijn”, schrijft Keohane. Ze wijzen daarvoor naar de veranderende maatschappij, naar mensen en winkels die er anders uitzien. Maar ons ontheemde gevoel heeft volgens Keohane vooral te maken met het feit dat we amper nog babbeltjes doen met de mensen om ons heen. We doen aan internetbankieren en onlineshoppen, kijken zodra we een seconde moeten wachten op onze telefoon, gaan via de selfscankassa en halen postpakjes op in pakjesautomaten. “We hebben vandaag significant minder sociale contacten,” schrijft Keohane, “en raken onze sociale vaardigheden kwijt.” Dat is dramatisch, want hoe banaal die minimale sociale interacties ook lijken, ze leiden tot vreugde en een gevoel van verbondenheid, ze leren ons dat alles dan wel complex is, maar dat iedereen au fond heel erg op ons lijkt, en sterken ons vertrouwen in onze medemens, de wereld en de toekomst. Als een welgemikt “Koud, hè?” zo veel effect heeft, dan is de eindconclusie duidelijk. Ga heen en doe babbeltjes.
De kracht van onbekenden, Ontdek het plezier van contact in een individuele wereld, Joe Keohane, Harper Collins, 2021.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier