Drie durvers kozen voor een job in de natuur: ‘In de aarde wroeten is mindfulness’
Als opleidingen tot boswachter en tuinaannemer even snel volzet zijn ‘als een concert van Beyoncé’, mag het duidelijk zijn: de opgeleide mens heeft genoeg van dat binnen zitten. Deze drie mensen ruilden hun carrière voor een job in de openlucht.
Ruth Michiels (40)
Ruth hield jobs nooit lang vol, binnen zitten was niets voor haar. Momenteel werkt ze als tuinaannemer.
Pas sinds kort kan ik zeggen dat ik doe wat mij gelukkig maakt. Ik ben heel lang zoekend geweest. Als je niet vindt wat je zoekt in het leven, word je rusteloos. Tuinieren heeft me bevrijd van de onrust.
Ik ben een buitenmens, altijd geweest. Als kind had ik al mijn eigen perkje in de tuin, zodat ik in de aarde kon wroeten. Ik hield niet van school, zat er niet op mijn plaats. Heel vaak zat ik naar buiten te kijken en te denken: ik zou liever daar zijn. Maar je volgt toch al snel dat uitgestippelde pad. Ik ging studeren, trouwde en startte een gezin. Tussen het kinderen krijgen door heb ik een aantal jobs gedaan, administratie, onthaal, dat soort dingen. Geen slechte jobs en ik deed ze ook niet met tegenzin, maar ik kon er mijn hart niet in leggen. Ik moest dagelijks de neiging onderdrukken om het werk neer te leggen en naar buiten te lopen. Ik had heel vaak hoofdpijn, eenmaal buiten verdween dat drukkende gevoel meteen.
Op een gegeven moment ben ik gestopt met werken om fulltime voor de kinderen te zorgen. Ik heb een zoon met een beperking, en het leek ons onmogelijk om allebei een job te hebben. Later voelde dat minder aan als een vrijwillige keuze. Uiteindelijk draag je als mama die thuisblijft voor de kinderen niet veel bij aan de maatschappij. Ik wilde weer iets gaan betekenen, niet het minst voor mezelf. Ik wist wel dat het geen bureauwerk zou zijn. Ik voelde fysieke weerstand als ik dacht aan een kantoorjob. Op dat moment volgde ik in avondonderwijs een opleiding tuinaanneming, niet met de bedoeling er professioneel iets mee te doen, maar uit interesse, om meer te leren over planten en dat toe te passen in mijn eigen tuin. Maar hoe meer ik mij daarin verdiepte, hoe duidelijker het werd dat dat de richting was die ik uit wilde.
Ik wilde wel heel graag een verschil maken met andere tuinaannemers die op een traditionele manier werken. Het stuitte mij tijdens mijn opleiding tegen de borst als er gesproken werd over Roundup en andere verdelgingsmiddelen. Sommige tuinaannemers gaan heel bruut om met de natuur. Dat wilde ik absoluut niet. Dus begon ik te lezen over ecologisch tuinieren en besloot ik die richting in te slaan. Zo geef ik als vrouw toch een zachtere touch aan het vak. Ik ga mee met de natuur, snoei alleen wanneer het moet en sproei niet.
Tuinieren bevrijdde me van de onrust.
Af en toe is er nog twijfel: ga ik het finan- cieel wel volhouden? Wat als het fysiek niet meer gaat? Maar ik zou niets liever willen dan dit. Ik heb geen hoofdpijn meer, voel veel minder stress. ’s Avonds ben ik afgepeigerd en tegelijkertijd opgeladen. Fysiek ben ik moe, maar mentaal kan ik de wereld aan. In de aarde wroeten, snoeien, planten… Niets geeft meer voldoening. Om een hip woord te gebruiken: het is mindfulness. Het brengt mijn hoofd tot rust en dat is zalig.’
Wim Vancraeynest (47)
Wim werkte jarenlang als operationeel manager voor een Japanse rederij. Elke dag ging hij in pak en das naar kantoor, tot hij er genoeg van had. Nu werkt hij als boomverzorger.
Als operationeel manager was ik verantwoordelijk voor zes schepen. Ik moest zorgen dat de lading van die schepen in orde was, dat alles op schema geladen en gelost werd, en dat voor verschillende havens. Het was een job met veel verantwoordelijkheid, hard werken, lange dagen. De financiële crisis van 2010 veranderde dat. Ineens had ik nog vier schepen onder mijn hoede, daarna werden het er drie, ten slotte nog maar twee. Weinig om handen hebben, dat is fijn voor een week, maar daarna begint dat te wegen. Ik begon me te vervelen, en wie zich verveelt gaat nadenken. Wil ik dit wel? Is dit het leven zoals ik het me voorgesteld had? Ik was veertig. Sindsdien weet ik dat een midlifecrisis wel degelijk bestaat.
Gelukkig heb ik vrienden die me goed kennen, en zo begon iemand over een opleiding tot boomverzorger. ‘Dat is echt iets voor jou, Wim: je klimt graag, houdt van de natuur. Het is lichamelijk een uitdaging, en je bent zelfstandig en kunt je eigen bedrijf beginnen.’ Meer uit nieuwsgierigheid en uit verveling dan om daadwerkelijk de switch te maken, ben ik toen aan de opleiding begonnen. Mijn vriend had mij juist ingeschat: van bij de eerste les was ik gebeten.
Natuurlijk heb ik getwijfeld. Ik had een mooie carrière, werkzekerheid, ik verdiende goed mijn boterham en had een bedrijfswagen. Maar uiteindelijk begin je te beseffen dat die zekerheid en dat mooie loon een gouden kooi zijn, een kooi waarin je langzaamaan zit te verpieteren. En dus ben ik gesprongen. Ik blijf natuurlijk wel mezelf: ik ben nogal een aanpakker, ambitieus ook, ik zoek altijd naar kansen om mezelf te verbeteren. Ik blijf een manager, hè. Al snel had ik naast de opleiding – twee jaar avondcursus – mijn eigen bedrijfje opgericht. Momenteel heb ik samen met een vennoot een zaak met een aantal mensen in dienst. Sinds kort geef ik ook lessen boomverzorging en ik merk echt een hype.
Ik zat te verpieteren in een gouden kooi.
Mensen willen terug naar de natuur. Wanneer de nieuwe opleidingen boswachter, tuinbouw en dergelijke online komen, zijn die in een mum van tijd volzet. Dat is als een concert van Beyoncé. (lacht) Het publiek dat op die opleidingen afkomt, is heel divers, maar het zijn opvallend vaak mensen zoals ik. Mensen met een carrière, hoogopgeleiden, die vanachter hun bureau naar buiten zitten te kijken en denken: wat als…
Er gaat weinig boven een hele dag buiten werken. Ik geniet daar zo van. Bij mensen aankomen, koffietje drinken, naar buiten, nagaan wat het probleem is, en dan hop, die boom in. In de natuur leef ik helemaal op. Ik kan me niet meer voorstellen dat ik het jarenlang gedaan heb: uren aan een stuk achter dat bureau zitten.’
Helen Defever (43)
Helen werkte bij de Vlaamse overheid, waar ze er al eens van droomde om de natuurprojecten die ze uitdacht en plande zélf uit te voeren. Sinds 2013 heeft ze pluktuin ’t PlukGeluk.
Ik deed mijn werk graag, maar af en toe frustreerde het me. Er kwam naar mijn gevoel te veel overleg en administratie bij kijken voor te weinig resultaat. De overstap naar een meer uitvoerende job bij de studiedienst van de afdeling groenbeheer van de stad Leuven, waar ik nog deeltijds werk, was al een stap in de goede richting. Al was het nog steeds niet voldoende ‘met mijn handen in de grond’.
In 2012 had ik een vriend op bezoek die een plukveld heeft: een groenteveld waar mensen zelf hun groenten kunnen oogsten. ‘Het zou toch tof zijn als er op ons veld tussen de groenten bloemen stonden’, stelde hij voor. Ik wist het meteen: dát is wat ik wil doen. Ik ben heel klein begonnen, op twee kleine bedjes op een stuk restgrond. Ik plantte er wat dahlia’s, cosmos, zonnebloemen en gladiolen. Meer was het dat eerste jaar niet, maar ik genoot intens van mijn bloemenpracht. Ik deed het naast mijn job, in het weekend en na de werkuren. Zo’n bloem zien groeien vanuit een minizaadje, dat vind ik na al die jaren nog altijd fantastisch.
Ondertussen heb ik mijn eigen perceel en ben ik steeds minder gaan werken voor de studiedienst. Maar helemaal loslaten kan ik mijn job nog niet. Er wordt ook daar zoveel goed werk verzet, waar ik graag aan bijdraag.
Natuurlijk droom ik er ergens wel van: voltijds op mijn veld staan. Al is daar ook een risico aan verbonden. Zodra het bloemenveld mijn enige inkomen is, verlies ik de vrijheid om ook af en toe inefficiënt te zijn. Toch is het absoluut meer dan een liefhebberij. Dat cliché van die zelfstandige die nooit klaar is met werken, dat klopt gewoon, maar ik heb eindelijk het gevoel dat ik doe waar mijn hart ligt, en ik vind het heerlijk. Mijn man is ook helemaal mee in dit bloemenverhaal en biedt me zijn mankracht aan waar hij maar kan. Soms, wanneer ik in het bloemenveld aan het werk ben, beland ik in een soort van meditatieve flow. Handen in de grond, onkruid wieden, uitgebloeide bloemen wegsnijden… Voor ik het doorheb, gaat de zon onder en besef ik hoe laat het is.
Een soort van meditatieve flow.
Iemand zei me onlangs: ‘Jullie naam is zo goed gekozen.’t PlukGeluk, dat vat helemaal samen wat ik hier ervaar.’ Ze straalde toen ze het zei. Door onze boeketjes met lokaal en duurzaam geteelde bloemen niet kant-en-klaar te verkopen, maar mensen zelf te laten plukken, geven we hun de kans om elke week even tijd voor zichzelf te nemen, en te genieten van de schoonheid van ons bloemenveld. In Japan geven mensen veel geld voor Shinrin-yoku, een bosbad. Wel, wij geven mensen eigenlijk een bloemenbad.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier