Delphine van Saksen-Coburg: ‘Wat je ook doet, mensen zullen altijd een mening over je hebben’

© Alexander Popelier
Wim Denolf
Wim Denolf Wim Denolf is journalist bij Knack Weekend. Liefst schrijft hij elke week over een ander thema.

Kunstenaar, moeder, prinses, filantroop: Delphine van Saksen-Coburg glijdt van de ene rol in de andere. Met een take-over van Maasmechelen Village deze zomer onderstreept ze het belang van zelfliefde. “Wie je ook bent, je kunt je leven niet door angst laten regeren.”

Haar lichtrijke atelierwoning uit de jaren twintig in Ukkel wordt bewaakt door een buldog in de Belgische driekleur, maar thuis bij Delphine van Saksen-Coburg is protocol taboe. De 55-jarige kunstenares staat erop dat we haar met de voornaam aanspreken, tijdens ons gesprek stormt zoon Oscar (15) door de woonkamer, en ook haar man én zakenpartner, de Amerikaan Jim O’Hare, komt kennismaken.

Achter de ongedwongen sfeer schuilt echter een strakke timing, een must door haar overvolle agenda. Sinds voormalig koning Albert erkende dat hij haar biologische vader is en ze, nu bijna drie jaar geleden, prinses van België werd, stapelen de engagementen zich op. Officiële bijeenkomsten van de koninklijke familie, een deelname aan het tv-programma Dancing with the Stars, een documentaire over haar leven, filantropie rond thema’s als borstkanker en mentale gezondheid: Delphine is overal.

Ook haar artistieke universum dijt alsmaar verder uit. Het omvat onder meer schilderijen en sculpturen, maar ook neonwerken, collages, woordkunst, sjaals en kleding. Bovendien tooit ze het Limburgse winkeldorp Maasmechelen Village deze zomer met kleurrijke prints en interactieve kunstinstallaties, en cureert ze er in samenwerking met haar vaste stylist Jody Van Geert The Creative Spot: een ruimte voor Belgisch en buitenlands talent. Deelnemers als de jonge Limburger Pol Vogels, Siré Kaba van het Afrikaans geïnspireerde modelabel Erratum Fashion en Ebru Sari van haute-couturezaak Atelier ExC – ontwerpers die haar de voorbije jaren van outfits voorzagen – benadrukken het persoonlijke karakter van de selectie.

Wat je ook doet, mensen zullen altijd een mening over je hebben

Delphine van Saksen-Coburg

Lange vakanties zijn niet aan haar besteed, zegt de zelfverklaarde workaholic met een blik op de tientallen onbeschilderde canvassen in de gang. “Ik ben in deze tijd van het jaar nergens liever dan hier, aan het werk in mijn studio. Heb ik niets anders te doen, dan zit ik hier makkelijk zeven à acht uur per dag.” Die discipline dankt ze aan haar opleiding aan de Chelsea School of Art in Londen, zegt Delphine: “Een kunstenaar wacht niet op inspiratie, zeiden mijn docenten, maar zwoegt tot er iets gebeurt. Bovendien moet ik de kansen nú grijpen. Ik heb keihard moeten werken om te komen waar ik nu sta, dus neem ik niets voor lief.”

Hoe kwam je in contact met kunst? Hoorde het bij je opvoeding?

“Mijn moeder nam me weleens mee naar kunstmusea en gaf me dan een cameraatje om alles te fotograferen, maar we waren niet omringd door kunstenaars of zo. Het belangrijkste was dat mijn moeder absoluut geen verwend enig kind wilde. Als vrienden me verjaardagscadeautjes gaven, ging alles dus naar kinderen die ze meer nodig hadden dan ik. Het enige dat ik mocht houden, waren zaken als verf, potloden, papier en lijm, zodat ik voortdurend zat te tekenen en te knutselen. Zo maakte ik huizen van karton, die ik aan de binnenkant heel uitbundig verfde. Mijn moeder wist van niets toen ik mijn portfolio later naar het Chelsea College of Art and Design stuurde, maar ik was niet te houden. De nood om creatief te zijn en mijn eigen wereld te scheppen was een noodzaak, en dat is het altijd gebleven.”

Wist je meteen dat je fulltime kunstenaar zou worden?

“Aanvankelijk wilde ik modeontwerper worden. Tot ik tijdens een oriëntatiecursus met allerlei disciplines aan de slag moest en plotseling ondergoed moest ontwerpen. Ik maakte een broekje en een tinnen beha die aan Madonna’s puntbustier deed denken, maar het ensemble leek nergens op en zat verschrikkelijk. (lacht) Dat deed me inzien dat mode te wiskundig is voor mij, te zeer aan het lichaam gebonden. Ik heb altijd graag grote dingen gemaakt, dus koos ik uiteindelijk voor de beeldende kunsten en mural design.”

© Alexander Popelier

Van kunst leven is weinigen gegund. Hoe was dat voor jou de eerste jaren?

“Ik vond het kunstenaarsleven vooral heel erg eenzaam. Van mijn opleiding tussen gelijkgestemden naar een piepkleine studio was een grote stap. Gelukkig kon ik op een bepaald moment terecht in een werkplaats waar wel tweehonderd kunstenaars zaten. Ik werkte in een eenvoudige cel zonder verwarming, maar ik was tenminste niet alleen. Verder zaten Londense galeries uiteraard niet op me te wachten. Ik dacht dat een prestigieus diploma zou helpen, maar ik was slechts een van de velen die een kans zochten. Daarom moedig ik mijn kinderen ook niet aan om mijn pad te volgen. Joséphine en Oscar zijn creatief aangelegd, maar ze hebben genoeg gezien om te begrijpen dat ze beter eerst een klassiek diploma behalen.”

Londen-Brussel

Voelde je je destijds verwant aan bepaalde kunstenaars?

“Als tiener bewonderde ik Belgen als James Ensor, Paul Delvaux en René Magritte. Als je opgroeit in een ander land, zijn je roots en identiteit dubbel zo belangrijk – voor mij was hun belgitude dus erg aantrekkelijk. Later raakte ik vooral geboeid door mensen als Tracey Emin, Damien Hirst en de Chapman Brothers, Britse kunstenaars die heel persoonlijke, vaak taboedoorbrekende dingen maakten. Zo ben ik zelf ook opgeleid: wat je maakte, moest vanuit je buik komen en je diepste emoties uitdrukken, iets waar ik op dat moment in mijn leven ook echt nood aan had.”

Ondertussen woon je alweer twintig jaar in België. Mis je Londen?

“Ik mis de energie van Londen en de mix van culturen en stijlen, maar als ik zie hoe competitief de stad vandaag is, hoezeer alles om geld draait, ben ik blij dat ik er vertrokken ben. Toen ik op Portobello Road woonde, zat het daar vol tweedehandswinkels en interessante galeries, nu hebben peperdure restaurants en winkels alles overgenomen. Boeiende jonge kunstenaars vind je ook makkelijker hier dan in Londen, want die kunnen zich ginds geen plek meer veroorloven.”

Op mijn leeftijd raken mensen vaak teleurgesteld in anderen en de gang van zaken in de wereld – dat wil ik niet

Delphine van Saksen-Coburg

Voelde je je meteen thuis in Brussel?

“In het begin vond ik het vooral moeilijk dat Belgen zo opkijken van een extravagante, kleurrijke kledingstijl. In Londen wordt individuele expressie aangemoedigd en kon ik probleemloos heel vrouwelijke spullen van Vivienne Westwood en opvallende platformschoenen dragen, hier waren de klasgenoten van mijn kinderen en hun ouders soms gechoqueerd als ik aan de schoolpoort verscheen. (lacht) Om daar van af te zijn, ben ik op een bepaald moment alleen nog zwart en meer verhullende outfits gaan dragen, tot een vriend uit Londen zich daarover verbaasde. Sindsdien draag ik weer gewoon wat ik wil, wat uiteraard veel beter voelt. Wat je ook doet, mensen zullen altijd een mening over je hebben. Anderen behagen heeft dus geen zin, schrijf gewoon je eigen regels.”

Helende kunst

Als autobiografisch kunstenaar werkte je jarenlang rond thema’s als je afkomst en de destructieve kracht van roddels. Nu de strijd voor erkenning gestreden is: wat inspireert je vandaag?

“Het centrale thema in mijn werk de laatste twee jaar was niet toevallig de liefde. Alles wat er in de wereld gebeurt heeft mijn drang om te creëren alleen maar vergroot. De klimaatverandering, de oorlog in Oekraïne: de problemen stapelen zich op. Daar een positieve boodschap tegenover zetten doe ik in de eerste plaats voor mezelf, omdat ik me niet wil verliezen in angst en negativiteit. Op mijn leeftijd raken mensen vaak teleurgesteld in anderen en de gang van zaken in de wereld – dat wil ik niet. Maar positiviteit is ook aanstekelijk. Hoe melig boodschappen als ‘what is to come is better than what was’ en ‘never give up’ ook klinken, mensen horen ze graag. Laat ons kunst dus niet enkel gebruiken om de harde en de lelijke kant van het leven te tonen. Wapens zien we al elke dag op televisie.”

Je zei ooit dat je lange tijd in een soort strijdmodus leefde. Is dat voorbij?

“Ik maak me heus nog weleens boos – mijn afkomst en identiteit waren niet het enige obstakel dat ik moest overwinnen. Alleen is dit geen tijdsgewricht voor harde boodschappen. Dan doe ik liever dingen die helend en rustgevend werken, zoals duizend keer ‘love’ schrijven. Maar ik heb geen spijt van mijn meer provocerende werk, integendeel. Kunst was voor mij altijd een vorm van therapie, en ik ben supertrots dat ik mijn onvrede en verdriet van vroeger zo puur en met zoveel humor positief heb kunnen vertalen.”

Mijn moeder drukte me ooit op het hart dat ik niet het middelpunt van de aandacht was. Dat heb ik altijd een heel bevrijdende gedachte gevonden

Delphine van Saksen-Coburg

Zou je Love Imperfection, je project in Maasmechelen Village, niet liever in een galerie tonen?

“Een winkeldorp trekt een diverser publiek aan dan een galerie, waardoor het de perfecte plek is om het over belangrijke zaken als zelfliefde en het omarmen van het leven in het algemeen te hebben. Zeker nu de sociale media zo alomtegenwoordig zijn. Die voortdurende stroom van mensen die er fantastisch uitzien, altijd lachen en de meest waanzinnige dingen meemaken, is grotendeels fake news, maar hij kan je wel heel belabberd doen voelen.”

Prinses zonder angst

Vroeger overschaduwde de aandacht voor je levensverhaal vaak die voor je kunst. Heeft je status als prinses de zaken vergemakkelijkt?

“Ik ben blij dat ik al jaren kunst maak en mezelf bewezen heb, want zo’n titel is geen hulp. Het idee dat kunstenaars per definitie berooid zijn is een leugen – zonder de een of andere vorm van inkomsten of financiële hulp in het begin kom je nergens – maar in de kunstwereld blijft een moeilijke achtergrond een soort van statussymbool. Prinses zijn is dus verre van ideaal. Alleen was dat voor mij geen reden om níét voor die titel te vechten. Ik wilde gelijk behandeld worden als mijn broers en zus, de rest was bijzaak.”

Verwachten mensen misschien een ander soort kunst van je vandaag?

“Ik heb geen flauw idee wat mensen van een prinses verwachten. (lacht) Ik ontvang geen dotatie en ben een van de eersten die zelf voor haar inkomen zorgt, maar de dingen veranderen snel. Koninklijke families zullen dus vast nog meer kunstenaars en allerlei soorten kunst voortbrengen. Verder kan ik enkel zeggen dat ik net zo vrij mijn ding doe als vroeger. De enige grens die ik mezelf opleg, zijn mijn kinderen. Ik zou nooit iets maken dat hen kan kwetsen.”

Prinses Delphine en haar man Jim O’Hare op de nationale feestdag, vorig jaar. Haar rode jurk werd voor de gelegenheid ontworpen door Pol Vogels, een Limburger die zich deze zomer mag voorstellen in de door haar gecureerde Creative Spot in Maasmechelen Village. © Getty/Sylvain Lefevre/WireImage

Je kunt dan wel benadrukken dat je gewoon Delphine blijft, echt makkelijk lijkt me dat niet.

“Vroeger was het erger. Ik was jarenlang een curiosum, zelfs voor 1999 (het jaar waarin Mario Danneels in een autobiografie van koningin Paola de identiteit van Delphine onthulde, red.). De pers had het er toen zelden over, maar in mijn omgeving wisten mensen hoe de vork aan de steel zat en roddelden ze over me. Vandaag maakt het me nerveus als iemand zich gekunsteld tegenover me gedraagt, maar dat gebeurt maar zelden. Veel hangt van jezelf af, denk ik: hoe jij met anderen omgaat, zo zullen zij ook met jou omgaan.”

Een kunstenaar die zich op Tomorrowland laat zien en deelneemt aan een danswedstrijd of een prinses, dat is niet hetzelfde.

“Je hebt vast gelijk, maar mijn interesses en passies blijven wat ze zijn. Ik kon via Dancing with the Stars de Make-A-Wish Foundation steunen en tonen dat je ook als vrouw van in de vijftig nog een sportieve of een gekke uitdaging kunt aangaan, dus deed ik het ook. Uiteraard was ik bang om af te gaan, maar daarom vond ik helemaal dat ik ervoor moest gaan. Wie je ook bent, wat je ook doet, je kunt je leven niet door angst laten regeren. Mijn geluk is dat mijn moeder me ooit op het hart drukte dat ik niet het middelpunt van de aandacht was. Dat heb ik altijd een heel bevrijdende gedachte gevonden. In het slechtste geval had ik mezelf compleet belachelijk gemaakt bij Dancing with the Stars, maar dan was iedereen het vijf seconden later alweer vergeten.”

Geen perfect leven

Als kunstenaar en filantroop houd je je meer en meer met mentale gezondheid bezig. Waar komt dat vandaan?

“De nasleep van de coronacrisis is een belangrijke drijfveer, maar het speelt ook mee dat ik zelf niet de gemakkelijkste jeugd had. Daar moet ik eerlijk over zijn, vind ik: je kunt anderen niet helpen als je niet erkent dat je eigen leven evenmin perfect was. Hopelijk doet mijn verhaal mensen inzien dat je je niet moet schamen als je niet lekker in je vel zit, dat je zulke problemen kunt overwinnen. Probeer erover te praten met een vertrouwenspersoon bijvoorbeeld, of vind er een uitlaatklep voor. Tegelijk herinner ik mezelf er voortdurend aan dat de wereld een beetje beter maken thuis begint. De tv-documentaire over mijn leven leverde me steunbetuigingen van lotgenoten uit de hele wereld op, en die doen me na alle kritiek eens zo goed, maar alles begint hier, met de opvoeding van mijn kinderen.”

Niets komt vanzelf in het leven. Wil je iets bereiken, dan moet je ervoor werken.

Delphine van Saksen-Coburg

Je was 35 bij de geboorte van Joséphine, 40 bij die van Oscar. Hoe heb je dat ervaren?

“Ik heb altijd gedacht dat ik kinderen zou hebben, maar toen het gebeurde, was het een sprong in het diepe en een uitdaging. Er is geen handleiding, het zijn je kinderen die je leren om mama te zijn. Voor mij was de realiteit van het moederschap dus heel anders dan de geïdealiseerde beelden in de reclame. Ik was ook doodsbang voor de combinatie met mijn kunstenaarsleven, dat de zorg voor de kinderen me helemaal zou opslokken. Dat is gelukkig niet gebeurd. Ik ging alleen gerichter werken, waardoor ik juist productiever werd.”

Welke waarden probeer je hun mee te geven?

“Beleefdheid en dankbaarheid zijn belangrijk, maar ook respect voor anderen en zichzelf. Ik vertel hun vaak dat ze zichzelf niet al te serieus mogen nemen – dat doen Jim en ik ook niet – maar ook dat ze trots moeten zijn op zichzelf en zich laten respecteren. Een ander devies is dat niets vanzelf komt in het leven. Wil je iets bereiken, dan moet je ervoor werken en wellicht andere zaken on hold zetten. Verder heb ik hen altijd aangemoedigd om zelfstandig te zijn. Als tieners hebben Joséphine en Oscar nog vaak een luisterend oor nodig en dat bied ik ook, maar ze weten dat ik een working mom ben – de klok rond klaarstaan en hen overal naartoe rijden, dat gaat gewoon niet. Dat is het beste voor iedereen, denk ik. Als je geen eigen leven hebt en volledig in functie van je kinderen leeft, geef je hun later alleen maar het gevoel dat ze je iets verschuldigd zijn.”

Love Imperfection loopt tot eind augustus. maasmechelenvillage.be, delphinedesaxecobourg.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content