Een kijk in de bijzondere pluktuin van een dahliaverzamelaar: ‘Zulke exemplaren zul je nooit tegenkomen in de handel’

Momenteel telt Riet ongeveer 240 dahliavariëteiten in haar tuin. Elk jaar komen er nieuwe bij, zowel bijzondere soorten als eigen zaailingen.
Momenteel telt Riet ongeveer 240 dahliavariëteiten in haar tuin. Elk jaar komen er nieuwe bij, zowel bijzondere soorten als eigen zaailingen. © Marthe Hoet
Amélie Rombauts
Amélie Rombauts Journalist Knack Weekend

Sommige verzamelaars kicken op designerkleren, andere op wijn, strips of kunst. Riet De Vos heeft iets met dahlia’s. Een bijzondere bloem waarvan de populariteit de jongste jaren weer floreert.

‘Kijk eens, die kleuren, die zachtheid, die volumineuze vorm.’ Riet beschrijft vol bewondering een dahlia Café Au Lait, een variëteit met een romige koffiekleurige kern die overgaat in puntige zachtroze bloemblaadjes. De sprookjesachtige bloem kan zo groot worden als een mensenhoofd. Of een dienblad, vandaar dat kenners spreken van een dinnerplate dahlia. Een exemplaar volstaat om een hele vaas te vullen.

Om al die redenen is het de favoriet van Riet en meteen ook de aanleiding voor haar collectie. Want de bloem mag dan compleet geurloos zijn, aan vormen, kleuren en volumes is er geen gebrek. Zo heb je de eenvoudige enkelbloemige dahlia en de complexere halskraagdahlia met haar contrasterende kleuren. De anemoondahlia is eerder donzig, de waterleliedahlia heel sierlijk, terwijl de cactusdahlia er net heel stekelig uitziet. En dan is er ook de kleine, schattige pompondahlia en de grotere, perfect symmetrische baldahlia.

de dinnerplate dahlia Café au Lait is zo groot als een dienblad en heel populair op zomertrouwfeesten. De variëteit zette Riet aan tot het verzamelen van dahlia’s.
de dinnerplate dahlia Café au Lait is zo groot als een dienblad en heel populair op zomertrouwfeesten. De variëteit zette Riet aan tot het verzamelen van dahlia’s. © Marthe Hoet

Wereldwijd bestaan er tweeënveertig verschillende dahliasoorten en meer dan zestigduizend variëteiten. Jaarlijks komen er veel nieuwe cultivars bij. Om maar te zeggen: dahlia’s zijn hot. Of beter: ze zijn opnieuw hot.

Curiositeit voor de elite

De van origine Mexicaanse bloem, van dezelfde familie als de zonnebloem en de madelief, was immers bij de Azteken al geliefd. Ze diende niet alleen als sierplant, maar kreeg ook een plek in de geneeskunde én op het bord – de knollen zouden eetbaar zijn. Toen de bloem in de achttiende eeuw haar intrede deed in Europa, werd ze als botanische curiositeit gekweekt voor de elite. Zowel queen Victoria als Marie Antoinette waren fan. Volgens de petite histoire verbood Frankrijks laatste koningin de hofhouding om dahlia’s te kweken buiten de tuinen van Versailles. Zo wilde ze haar florale monopolie beschermen. Die houding leverde haar uiteindelijk weinig goed karma op.

In tegenstelling tot koningin Victoria en Marie Antoinette, deelt Riet De Vos haar uitzonderlijke collectie dahlia’s wel met andere liefhebbers. © Marthe Hoet

Lees ook: Binnenkijken in een nostalgische hoeve met pluktuin: ‘We vullen elkaar aan. Hij de tuin, ik het huis’

Bloemenkind

‘Bloemen vormen de rode draad door mijn leven’, gaat Riet verder. Ze groeide op tussen de azaleakwekerijen en begoniaserres van Lochristi, leefde zich uit tijdens het jaarlijkse bloemenfestival van het dorp en droomde als kind al van een bloemenwinkel. Maar het leven besliste er anders over. ‘Het werd me ook heel snel duidelijk dat een winkel runnen te technisch en te administratief was. Het draait dan al snel niet meer om de bloem, enkel om de zaak.’

De stekelige cactusdahlia.
De stekelige cactusdahlia. © Marthe Hoet

In goed aarde

Riet is een relatief jonge dahliaverzamelaar. Toen ze in 2017 met het lied van BLØF en Geike Arnaert in de oren naar Zoutelande fietste, kwam ze per toeval in een dahliakwekerij terecht nadat ze de laatste veerboot had gemist. Ze keerde terug naar het Oost-Vlaamse Kruisem met dertig veredelde soorten, waaronder haar geliefde Café au Lait.

Een gevlekte dahlia van eigen kweek.
Een gevlekte dahlia van eigen kweek. © Marthe Hoet

‘Het rooien van de knollen voor de eerste vorst, de overwintering in de kelder, het opnieuw planten in de lente: het leidde tot mijn verbazing tot een groot succes.’ Ze was verkocht en keerde na de zomer terug naar de bron voor meer. Deze keer met een paar plastic zakjes in haar handtas om bodemstalen te nemen. ‘Ik wilde meteen weten of mijn moestuingrond zou voldoen. Die van Zeeland en Den Haag is immers een pak zandiger, hier is de aarde veel zwaarder.’

Ze liet een labo uitzoeken wat ze aan de grond moest toevoegen om die van de leveranciers te benaderen. ‘Ze keken er nogal van op, de kwekers’, grijnst ze. ‘Dat hadden ze nog nooit meegemaakt.’

Anders dan Marie-Antoinette

Dankzij de ideale bodemmix werd Riets moestuin al snel te krap voor haar uitdijende dahliacollectie. Toen ze samen met haar partner een hoeve in de buurt kocht, werd een deel van het land dan ook meteen ingericht als pluktuin, die in de zomermaanden ook open is voor publiek. Tijdens workshops mogen bezoekers na afloop zelf een boeket samenstellen, met bloemen die ze vers van het veld plukken.

De enkelvoudige dahlia.
De enkelvoudige dahlia. © Marthe Hoet

In tegenstelling tot Marie Antoinette of de klassieke verzamelaar laat Riet haar collectie niet alleen bewonderen, ze deelt ze ook letterlijk. De dahlia’s verdwijnen immers uit het zicht zodra ze worden geplukt om in een vaas op andermans dressoir te belanden. Of dat geen pijn doet? Ze schudt het hoofd. ‘Ik vind het fijn om mijn passie op die manier te delen. Ik geniet van de blijdschap en de trots waarmee mensen hun boeketten samenstellen.’

Eigen kweek
Graag zelf een fleurig feestje in je tuin? Dahliaknollen zijn zowel bij kwekers als bij tuincentra te vinden. Plant ze idealiter in mei, op een zonnige plek in een luchtige, niet te vaste grond.
Dahlia’s bloeien tussen juli en november, met een piek in augustus en september. Het plukken van de verse en verwijderen van de uitgebloeide bloemen stimuleert en verlengt de bloei.
Traditioneel worden voor de eerste vorst de knollen opnieuw gerooid en ’s winters op een droge, donkere plek bewaard. Riet doet dat slechts deels. De perken waarin ze mogen blijven zitten, bedekt ze in de winter met hooi. Tot op heden met succes.

240 dahliavariëteiten

Momenteel staan er ongeveer 240 dahliavariëteiten in haar tuin. Elk jaar komen er nieuwe bij, zowel bijzondere soorten die ze zorgvuldig bij kwekers uitkiest, als eigen zaailingen. Want intussen is ze ook zelf begonnen met experimenteren. In plaats van een uitgebloeid boeket achteloos weg te gooien, oogst ze de zaden uit verdroogde bloemknoppen. Die zaait ze in de lente in de serre, in mei plant ze de jonge scheuten in de pluktuin.

De pluktuin van Riet in Kruisem is in de zomermaanden op zaterdag toegankelijk.
De pluktuin van Riet in Kruisem is in de zomermaanden op zaterdag toegankelijk. © Marthe Hoet

‘En dan begint het wachten op verrassingen’, zegt ze. ‘Je weet nooit welke bloem er uiteindelijk uit dat ene zaadje zal groeien.’ Ze wijst naar een zachtroze baldahlia ‘Jowey’, waarvan een derde van de bloemblaadjes een knaloranje vlek vormt. Een uitzonderlijke hybride, met dank aan de bijen en vlinders die voor de nodige kruisbestuiving zorgden. ‘Zulke exemplaren zul je nooit tegenkomen in de handel.’

Toevluchtsoord

Met zo’n verzameling zou Riet professioneel kunnen kweken, zich kunnen aansluiten bij de boerenmarkt in de buurt of bloemen kunnen voorzien op evenementen. Maar daar ligt haar ambitie niet. Haar tuin moet in de eerste plaats een toevluchtsoord blijven. ‘Toen ik op het werk een heel stressvolle periode doormaakte, voelde ik vaak een druk op mijn borst. Ik ging er zelfs mee naar de dokter, want ik maakte me zorgen om mijn hart. Maar zodra ik weer in mijn tuin kon wieden, knippen en harken, verdween de pijn’, vertelt ze.

Sommige bezoekers noemen hun tijd tussen de dahlia’s hun therapie.
Sommige bezoekers noemen hun tijd tussen de dahlia’s hun therapie. © Marthe Hoet

Een vriendin die regelmatig een handje helpt in de pluktuin noemt haar tijd tussen de dahlia’s haar persoonlijke therapie. ‘Veel mensen leven op na een bezoek’, glimlacht Riet. ‘Ze nemen iets mee, maar ze laten ook altijd iets achter.’

De pluktuin van Riet in Kruisem is in de zomermaanden op zaterdag toegankelijk. Meer info @jourdamelie

Lees ook: Het Wisterium in Beerlegem: een unieke tuin met meer dan 100 verschillende blauweregens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise