Belastingcontroles zetten Matongé onder druk: ‘In onze cultuur doen kappers dienst als vzw’

© Eline Van Lancker
Eline Van Lancker Medewerker Knack Focus.be en Knack Weekend.be

De kappers in de Brusselse Matongéwijk zijn niet alleen een visitekaartje van de Afrikaanse cultuur, het is ook dé plek waar lief en leed gedeeld wordt. Daar komt binnenkort verandering in: door strengere belastingcontroles dreigen vele salons in december de deuren te sluiten. ‘Matongé zal Matongé niet meer zijn’, vrezen de bewoners.

Bananenbeignets, pompende afrobeats en tjokvolle kapsalons: het is niet moeilijk om je in Afrika te wanen wanneer je de steegjes van de Brusselse Matongéwijk doorkruist. Maar of die levendigheid nog lang blijft duren, hangt momenteel aan een zijden draadje. Op 31 december verstrijkt de deadline voor lokale handelaars om zich onder het correcte statuut te registreren, wie erna niet in orde is mag zich aan een gedwongen sluiting verwachten. En dat heeft nu al zijn gevolgen.

‘Een groot deel van de kappers en snackbars in Matongé staat momenteel ingeschreven als vzw. Dat is niet legaal, want dergelijke activiteiten zijn wel degelijk gericht op winst’, legt de gemeente Elsene de maatregel uit. ‘Sinds vorig jaar is de controle daarvan een prioriteit op onze agenda, die we ook op voorhand aankondigden. Zo werden infosessies georganiseerd en kreeg iedereen een jaar de tijd om zich als BVBA of zelfstandig persoon in te schrijven. Andere kappers in de buurt voldoen immers wel aan de regels, waardoor er sprake is van oneerlijke concurrentie. Bovendien zijn er werknemers zonder contract, wat een risico vormt op exploitatie.’

‘Kappers doen in onze cultuur dienst als kleine vzw’s. Ze maken deel uit van het openbare leven, halen mensen uit hun isolement.’

Op het eerste gezicht klinkt die maatregel de logica zelve, maar dat is het niet voor de lokale gemeenschap. In de 19e eeuw al waren kapsalons de enige plaatsen waar verdrukte Afrikanen vrijuit konden spreken, vandaag zijn ze nog steeds geliefd voor het delen van gedachten, grappen en bezorgdheden. Voor hen gelden de kapperszaakjes dus wel degelijk als sociale ontmoetingsplaats, niet als echte ondernemingen. ‘Kappers doen in onze cultuur eerder dienst als kleine vzw’s. Ze maken deel uit van het openbare leven, halen mensen uit hun isolement’, vertelt Abel Mansia, gids bij Vlaams-Afrikaans Huis Kuumba. ‘De Afrikaanse manier van zaken doen is heel anders dan de Belgische. Wij vinden het belangrijk onze dingen rustig aan te doen, onszelf en onze moraal niet te verliezen in een graaicultuur. Dat levert ons misschien niet altijd de hoogste positie in de maatschappij op, maar tenminste hebben we onze eigen mentaliteit wel behouden.’

Water aan de lippen

Die mentaliteit is goed zichtbaar bij Coiffure Simon, één van de vele minizaakjes in de Galeries d’Ixelles. Elke dag is het zoete inval in het salon: de Jupilerflesjes staan koud, vriendinnen vergezellen elkaar en ook verre kennissen zijn welkom. Van een 9-to-5-job heeft de eigenaar duidelijk nog nooit gehoord: ook in de avonduren blijft het salon geopend voor een pintje of gezellige babbel. ‘In een café heb je een meer losse en geanimeerde sfeer, dus voor een rustiger gesprek over bepaalde issues kunnen mijn vrienden hier terecht’, legt de eigenaar uit. Hoewel hij om klanten niet verlegen zit, vreest hij dat die filosofie onder het nieuwe statuut niet zal overleven. ‘Al jarenlang werk ik probleemloos als vzw, en nu maken ze daar een punt van. Plots zullen mijn belastingen enorm de hoogte in gaan, wat ik met mijn omzet niet kan bolwerken. Zelfs nu al staat het water me soms aan de lippen.’

Belastingcontroles zetten Matongé onder druk: 'In onze cultuur doen kappers dienst als vzw'
© Eline Van Lancker

Een vergelijkbaar verhaal weerklinkt bij de snackbars, de tweede groep die door de controles extra geviseerd wordt. In de Galeries d’Ixelles blijven er ondertussen nog maar twee over. ‘Zelf heb ik de energie niet om aan de administratieve rompslomp te beginnen, en ook mijn zonen willen er niet mee verder’, vertelt de eigenares van Snack Ultimatum. Meer dan drie tafeltjes heeft de 78-jarige onderneemster niet, en buiten simpele frituursnacks, beignets en de eeuwige 75cl Jupilerflesjes amper iets op de kaart. ‘Grote inkomsten heb ik sowieso nooit gehad, maar ik genoot wel van de sfeer in de Galeries. In onze gemeenschap geldt naar Matongé komen een beetje als de Eiffeltoren bezoeken. Wie naar Europa gaat en niet in ‘klein Kinshasa’ is geweest, heeft niets gezien. Maar door de kleinschalige handelaars aan te veel regels te onderwerpen, gaat dat snel verloren.’

‘In onze gemeenschap geldt naar Matongé komen een beetje als de Eiffeltoren bezoeken. Wie naar Europa gaat en niet in ‘klein Kinshasa’ is geweest, heeft niets gezien.’

Gids Abel Mansia is er zelfs nog minder gerust in. Bij Kuumba zet hij verschillende initiatieven op om Matongé te beschermen, maar dat wordt steeds meer dweilen met de kraan open. ‘Verschillende plekken overwegen nu al de deuren te sluiten. Het wordt een catastrofe. Matongé zal Matongé niet meer zijn’, verzucht hij. Hij is erg teleurgesteld dat de gemeente zo weinig doet om een wijk te vrijwaren die niet alleen voor de uitstraling van Brussel, maar ook de Afrikaanse gemeenschap een essentiële rol speelt. ‘Voor Congolezen is het de enige bakermat van hun cultuur in België en zelfs Europa, een belangrijk bindmiddel om ons te kunnen verenigen tegen de verdrukking elders. De cultuur van onze voorouders in Congo is compleet verwoest, ons land ontspoord. Vele Congolezen hebben hun trots en identiteit verloren. In Matongé proberen we die scherven weer aan elkaar te lijmen.’

Culturele eigenheid

Maar ook andere uitdagingen maakten het de wijk het de laatste jaren al niet gemakkelijk. Door de woedende vastgoedspeculatie onder druk van het nabijgelegen Europese Kwartier is het voor vele uitbaters niet langer haalbaar een pand te huren. Steeds meer Indiërs en rijke Pakistanen nemen het roer over, al bleven de producten, bezoekers en het personeel in de zaakjes meestal wel Afrikaans. Toch brengt ook dat de culturele eigenheid in het gedrang. ‘De kwaliteit van hun waren laat te wensen over. Ik kijk er persoonlijk op toe dat al mijn producten uit Congo komen, of in elk geval uit één van de buurlanden. Maar die Pakistanen en Roemenen kopen hun voorraad zelfs in China, en verkopen ze door als Congolees’, vertelt een van de laatste Congolese winkeluitbaatsters in de buurt. Volgens haar is er zelfs drugs mee gemoeid. ‘Ze gebruiken de winkel slechts als façade voor hun drugshandeltje. Door de enorme winst die ze daarin maken, kunnen ze hun prijzen laten zakken. Dat maakt het voor ons onleefbaar.’

Belastingcontroles zetten Matongé onder druk: 'In onze cultuur doen kappers dienst als vzw'
© Eline Van Lancker

Vooral van de voedingswinkels en restaurants zou intussen al 80% door niet-Afrikanen gerund worden. Ook qua huisvesting weken vele Afrikanen uit naar goedkopere buurten in het noorden van de stad. Enkel de kappers blijven van overname gespaard, althans voorlopig. ‘Wij zitten iets veiliger, doordat die Pakistanen niet weten hoe ze ons moeten kappen. We hebben een totaal andere haarstructuur, die bijvoorbeeld niet moet gewassen worden voor het knippen. Al heb ik gezien dat ze hiertegenover intussen ook al met vlechtjes zijn begonnen’, snuift een barbier.

Verloedering

Vreemd genoeg was Matongé vroeger wél een kruispunt van voortvarendheid, met Congolese handelaars stevig in het zadel. Anciens situeren de hoogdagen van de Afrikaanse wijk in de jaren ’70, zo’n 15 jaar nadat de eerste Congolese studenten er hun koffers neerzetten. Op enkele jaren tijd ontspon zich een levendige studentenbuurt, inclusief tal van bars, restaurants en uitgebreid winkelkwartier. Clubs als de Mambo waren legendarisch, en ontvingen ooit nog Bob Marley en James Brown in hoogst eigen persoon. Een gouden tijd waar bewoners intussen met heimwee op terugkijken: toen op het einde van de jaren ’80 de chaos in Congo toenam, ging het ook met Matongé bergafwaarts. Waarom verloren zij in de loop der jaren de teugels?

‘Overal in de wijk werden politiecentrales ingericht om op onze vingers te kijken, maar buiten kleine bemoeienissen konden zij hier niet veel doen. De criminaliteit verplaatst zich gewoon.’

Één van de oudste geheugens die al deze veranderingen zelf meemaakte, is vieux-papie. Naar verluid was hij ooit nog de eerste financieel adviseur van president Kabila, vandaag wil hij daar liever niet aan herinnerd worden. Maar zijn verzuchtingen over de wijk deelt hij maar al te graag. ‘Matongé is niet meer dezelfde wijk als vroeger. Toen ik hier toekwam, waren de Afrikanen van Matongé vooral intellectuelen en artiesten. Maar zodra het regime van Mobutu ten val kwam, verloren vele studenten hun beurs. Nu zie je veel asielzoekers, groepjes jongeren die zich liever met roken en drugs bezighouden.’

Trots en identiteit

De grootste uitdaging ligt er dus in deze jongeren te motiveren om hun wijk terug te claimen, vindt ‘prins van Matongé’ Kungu Luziamu. Dat probeert hij zelf door culturele festivals te organiseren zoals het succesvolle Matongé en couleurs. Ook hij verwijt het stadsbestuur een verkeerd beleid: meer dan op duurzame oplossingen, wordt vooral op de vrij harde maar tijdelijke aanpak van criminaliteit en illegaliteit ingezet. ‘Overal in de wijk werden politiecentrales ingericht om op onze vingers te kijken, maar buiten kleine bemoeienissen konden zij hier niet veel doen. De criminaliteit verplaatst zich gewoon.’

In plaats daarvan pleit hij ervoor de nieuwe generatie eerst hun trots en identiteit terug te geven. Precies daarin speelt het behoud van authentieke kapsalons en handelszaakjes een belangrijke rol: ‘We moeten de Congolezen terug voeling geven met de rijkdom van hun eigen cultuur, want dat ligt aan de basis van alles. Alleen zo kunnen we ons volk en ons land terug op het juiste spoor krijgen. Matongé vormt het hart van onze cultuur in Europa, dus ze mag niet teloorgaan aan dergelijke regeltjes en bemoeienissen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content