Chaotisch, lui, snel afgeleid: haar hele leven kreeg Nele Reymen te horen dat er iets aan haar schort. Na een reeks onderzoeken en jarenlange therapie krijgt dat ‘iets’ een naam: ADHD. ‘Na 40 jaar ging het licht in mijn hoofd aan, terwijl ik niet eens wist dat ik in het donker zat.’ In een nieuw boek én een nieuwe podcast doet ze haar traject uit de doeken.
‘Nele is chaotisch, maar zit altijd in de zetel. Nele ratelt aan één stuk door, maar is wel te lui om op te ruimen. Nele scrolt liever op haar gsm dan te doen wat moet.’ Zo werd journaliste en auteur Nele Reymen bijna veertig jaar lang omschreven door haar omgeving. Ze wist dat het leven haar soms zwaar viel, maar niemand kon haar zeggen waarom. Vorige zomer viel het woord ADHD bij een nieuwe psycholoog al na amper tien minuten. ‘Het was de eerste keer in mijn leven dat ik dat vermoeden hoorde.’
De moeder van twee worstelde jarenlang met de gedachte dat ze een incapabele puinhoop was die het leven maar niet op een rij leek te krijgen zoals alle andere ‘normale’ mensen. ‘Ik heb mezelf lang niet begrepen. Een cliché voorbeeld: Ik ging naar de winkel voor eieren en kwam alleen met melk terug. Hoe kan dat nu, ik had toch maar één taak? Ik was mezelf voortdurend mentale klappen aan het geven, want zo moeilijk is het toch niet? In het volwassen leven voelde ik me daarom vaak mislukt.’
Net als veel vrouwen kreeg jij je diagnose pas op je 40ste. Hoe komt dat ADHD bij hen vaak onder de radar blijft?
‘ADHD uit zich op een heel andere manier bij vrouwen. De typische hyperactiviteit die doorgaans met ADHD geassocieerd wordt, komt vooral voor bij mannen. Bij vrouwen speelt de chaos en drukte zich vaker in het hoofd af waardoor het lang onzichtbaar kan blijven. Ik was zo’n typisch meisje dat haar moeilijkheden maskeerde en gewoon de perfecte versie van zichzelf wilde zijn. Thuis en op school zorgde ik niet voor problemen, omdat ik cognitief sterk genoeg was om alles aan te kunnen.’
‘Naast die interne hyperactiviteit worstelen heel wat vrouwelijke ADHD’ers met emotieregulatie. Zo werd ik vaak gekroond tot dramaqueen, iemand die alles veel te persoonlijk nam en heftig kon reageren in conversaties. Mijn emoties waren ook zwart-wit, ofwel was ik heel blij, ofwel heel neerslachtig. Als student kreeg ik na een leuk avondje stappen vaak een onverklaarbare huilbui bij terugkomst. Ik kon die emoties zelf heel moeilijk plaatsen. Nu weet ik dat ik me in groep zo moet aanpassen dat ik mentaal snel overprikkeld geraak. Een vroege diagnose had me veel leed kunnen besparen.’
Je schrijft je persoonlijke zoektocht neer in het boek ‘Ik heb ADHD en daar komen ze nu pas mee’. Heb je dit soort herkenbare verhalen zelf gemist?
‘Toch wel. Na dat vermoeden van ADHD kocht ik honderden boeken over het fenomeen, maar ik las niet vaak hoe het echt voelt om neurodivergent te zijn. Wanneer de zoektocht naar jezelf net na de diagnose terug moet beginnen en je je afvraagt wie je was, wie je nu bent en wat je nog kan worden, gaat een wetenschappelijke kadering van het fenomeen door een expert je geen rust geven. Wat begon als een column mondde in zes weken tijd uit in een boek dat mijn persoonlijke zoektocht weergaf. Ik hoop een verhaal van herkenning, maar ook van erkenning te brengen. Zo reageerde mijn man heel treffend na het lezen van het boek: “Het was prachtig, maar ook erg pijnlijk, want zelfs ik wist niet dat je zo’n interne strijd voerde.”’
Naast het boek, is er ook de podcast ADHDate, waarbij je in gesprek gaat met andere ervaringsdeskundigen. Wat heb je van hen geleerd?
‘Ik wou weten van andere vrouwen hoe zij het doen: relaties en vriendschappen onderhouden, een verantwoordelijke moeder zijn en een carrière uitbouwen. Als ik Anke Buckinx hoor zeggen dat ze zichzelf soms ook een slechte moeder vindt en wanneer Uwe Porters zonder schroom toegeeft dat ze twijfelt of ze haar eigen geluk wel verdient, stelt me dat gerust. Ik heb een handvol vrouwen met ADHD moeten samenbrengen op twee dagen. Dat was een grotere uitdaging dan het boek schrijven.’(lacht)
‘Maar naast een plezierige ervaring ben ik ook enkele verhelderende inzichten rijker. Als ondernemer en mede-ADHD’er laat Jessica De Block zich in haar team omringen door de juiste mensen, zodat ze volop kan inzetten op het creatieve aspect van haar job. Hoewel ik daar het geld niet voor heb, realiseerde ik me dat ook ik op een laagdrempelig niveau mensen kan inschakelen om het leven leefbaarder te maken. Zo helpt een sociaal werker me nu maandelijks met de administratie, anders open ik mijn brieven gewoonweg niet.’
Je bent niet alleen auteur en columnist, maar ook moeder. Hoe combineer je de constante interne chaos met het moederschap?
‘Niet. (lacht) Vroeger was ik alleen verantwoordelijk voor mezelf. Het kon niemand iets schelen dat mijn appartement overhoop lag en de frigo leeg was. Toen ik als moeder ook de verantwoordelijkheid van twee kinderen moest dragen, merkte ik meteen dat de copingmechanismen die ik onbewust opbouwde om te kunnen functioneren niet meer voldoende waren. Iedereen kan kinderen grootbrengen en ze structuur bieden. Waarom vind ik dit zo moeilijk? Ik bleef daar echt op vasthangen. Toen de psycholoog vorige zomer een vermoeden van ADHD aanhaalde, dacht ik meteen: Ja, ik wil het. Ik werd zelfs wat euforisch, omdat het zo veel zou verklaren.’
‘Sinds de diagnose probeer ik wat minder kritisch te zijn voor mezelf, in al mijn rollen. Als moeder voel ik me nu minder gefaald, maar simpelweg meer uitgedaagd. Dat verklaart waarom het soms botst. Als ik nu overprikkeld ben, denk ik niet langer dat ik een zwakke moeder ben, maar weet ik dat mijn systeem gewoon overbelast is. Ik probeer elke avond op mijn spijkermatje te gaan liggen en een meditatie te doen. Even goed denk ik op zo’n moment: Wat doe ik nu in hemelsnaam? Maar het belangrijkste is eigenlijk dat ik bewust dan wel dat kleine momentje voor mezelf heb genomen.’
Er is veel aandacht voor diagnoses als autisme en ADHD, waardoor veel mensen zich in de symptomen herkennen. Hoe merk je het verschil tussen een hardnekkige verstrooidheid en ADHD?
‘Voor mij is het pas een stoornis is als het stoort. Je kan vergeetachtig zijn en moeilijk tot activatie komen, maar bepaalt het je leven in die mate dat je bereid bent om je te laten testen door een psycholoog en psychiater, en eventueel medicatie te overwegen? Als het antwoord daarop “ja” is, denk ik dat een diagnose de eerste stap is naar een gemakkelijker leven. Maar als het antwoord “nee” is, dan stoort het niet. Dan heb je misschien wel symptomen van ADHD, maar zolang die je dagelijks functioneren niet verstoren, kan je gewoon doorgaan met je leven.’ (lacht)
‘Ik merk dat de zichtbaarheid van ADHD er ook voor zorgt dat mensen zichzelf vaker identificeren met de symptomen. “Ik vergeet ook wel eens iets. Ik flip ook als de kinderen flippen, hoor. Bij ons thuis is dat niet anders”, zeggen ze dan. Dan wil ik roepen (ratelend): “Ja tuurlijk, jij hebt ook ADHD. Neem je dan ook een hele doos medicatie? Ga je dan ook elke week naar de psycholoog en psychiater voor therapie en opvolging? En hoe verliep dat?” En dat is het pijnlijke aan heel dat verhaal. Je bent veertig jaar lang niet gezien geweest en nu je de diagnose hebt, zien sommigen alsnog niet wat het echt inhoudt. Het is meer dan een keer iets vergeten. Het is fucking hard werken elke dag opnieuw.’
Het onbegrip uit de omgeving kan misschien twijfel zaaien bij vrouwen met een vermoeden van ADHD. Wat als zelftwijfel je ervan weerhoudt om hulp te zoeken?
‘Ik krijg heel veel reacties van vrouwen die denken dat ze ook ADHD hebben, maar er niet mee naar de dokter durven gaan omdat ze bang zijn dat ze overdrijven. Het is gevaarlijker om je moeilijkheden te relativeren dan om te snel hulp van een dokter in te schakelen. Meestal is het zo dat mensen die hun vermoeden van ADHD luidkeels verkondigen, niet tot een diagnose komen. Degenen die zeggen: “Ik zal dat wel niet hebben”, blijken later juist wel ADHD te hebben omdat ze zo erg twijfelen aan zichzelf. Dat is vaak al een duidelijk symptoom.’
‘Die zelftwijfel was volgens mijn psychiatrisch verslag het resultaat van een zeer laag zelfbeeld. Ik besefte al snel dat een gezond zelfbeeld cruciaal was om mezelf een prestatie te kunnen gunnen. Wanneer mijn zelfbeeld goed zit, zal ik de moed en de energie hebben om strategieën te bedenken, toe te passen én vol te houden. Anders voel je je toch maar die mislukking die ook eens een lijstje maakt en de vijfde agenda koopt. En dat helpt niet. Voor mij begint een beter leven met ADHD in de eerste plaats bij beter kunnen leven met mezelf.’
We hebben het nu uitgebreid gehad over de moeilijke kanten van ADHD, maar beschouw je je neurodiversiteit soms ook als een troef?
‘Op die vraag weet ik zelf nog geen antwoord, omdat de diagnose nog zo vers is. Heel wat mensen noemen ADHD een superkracht, maar zo zie ik het momenteel nog niet. Het is heel fijn om af en toe in hyperfocus te gaan en bergen werk te kunnen verzetten, maar dat gaat altijd gepaard met heel wat nevenschade. Ik kom ’s avonds soms tot het besef dat ik geen eten heb voor de kinderen, omdat ik de hele dag gefocust heb gewerkt zonder de tijd in het oog te houden. ADHD heeft zeker voordelen, maar bij mij hangen die nog te veel samen met de uitdagingen om het een kracht te noemen.’

‘Ik heb ADHD en daar komen ze nu pas mee’ van Nele Reymen is uit bij Pelckmans. p. 216, 24.50 euro.