‘Non, je ne regrette rien’, zong Edith Piaf. Toch zijn gedachten als ‘had ik maar’ of ‘was ik maar’ niemand vreemd. Wat als spijt blijft knagen? Hoe vergeef je jezelf bepaalde keuzes of gedrag?
Voor acteur en schrijver Johan Terryn (56) begon het met een knagend gevoel. ‘Ik vond spijt lang iets nutteloos. Ik dacht: je kunt het verleden toch niet veranderen, dus waarom zou je eraan toegeven?’, vertelt hij aan de telefoon, tussen de voorbereidingen in van een nieuw seizoen van de podcast Tot Onze Grote Spijt. ‘Had ik al ergens spijt van, dan probeerde ik er een positieve draai aan te geven: het was vast gebeurd om een reden. In onze westerse cultuur is dat gangbaar: we duwen het weg. Tot die ene ochtend, drie jaar geleden. Het gevoel was niet meer te negeren.’
Terryn boekte impulsief een ticket naar Lissabon. Daar begon hij, aan de hand van audioberichten, zijn gedachten te ordenen. ‘Als je iets lang hebt weggestoken, is het moeilijk om de essentie ervan vast te pakken. Vraag je mensen of ze ergens spijt van hebben, dan zeggen ze vaak nee. Maar stel je de vraag anders – “Wat was er niet dat er wél had moeten zijn?” – dan komen de verhalen.’
‘In Portugal heb ik dat knagende gevoel proberen uit te rafelen. Ik ontdekte dat het over schaamte en zelfverwijt ging. Over een relatiebreuk, vriendschappen die verwaterd waren, het feit dat ik begin vijftig was zonder vaste relatie.’ Zijn ‘spijtreis’ leidde tot een podcast, een theatervoorstelling en een boek onder de vlag Tot Onze Grote Spijt. ‘Ik leerde: je moet de oorzaak van spijt vastpakken om los te laten. We zien spijt vaak als negatief, maar het is ook nuttig. Het toont wat we in de toekomst wél willen.’
We zien spijt vaak als negatief, maar het is ook nuttig. Het toont wat we in de toekomst wél willen.
Het klinkt echter makkelijker gezegd dan gedaan: je spijt omarmen. Vrede nemen met je mislukkingen is misschien zelfs een van de moeilijkste stappen die een mens kan zetten. Walter (47) worstelt met schuldgevoel sinds zijn geliefde kat overleed. ‘De dierenarts zei dat medicatie hem wellicht had gered, als ik eerder was langsgegaan. Maar ik had helemaal niet door dat er iets ernstig mis was. Ik weet niet of ik mezelf dat ooit vergeef.’
Ook Inge (51) draagt spijt met zich mee. ‘Ik ben een piekeraar. Een scenario dat in mijn hoofd blijft terugkomen, gaat over mijn dochter. Als kind al had ze platvoeten, maar de dokter vond steunzolen niet nodig. Vandaag heeft ze echter serieuze X-benen. Een podoloog vertelde me onlangs dat die benen rechter hadden kunnen uitgroeien als ze steunzolen had gedragen. Wat heb ik spijt dat ik destijds als moeder mijn buikgevoel niet heb gevolgd.’
Altijd te laat
‘Niet elke vorm van spijt moet aangepakt worden’, zegt Karolien Meyers, klinisch psycholoog en bestuurslid van de Vlaamse Vereniging voor Psychoanalytische Therapie. ‘Soms heb je spijt van iets dat je zei, of net niet zei, maar dooft dat gevoel vanzelf weer uit. Pas als spijt blijft sluimeren, of telkens opnieuw opduikt, is het zinvol om te onderzoeken wat eronder zit.’
‘Spijt die blijft hangen kan je helemaal overnemen’, zegt ook Kris Decraemer, klinisch psycholoog en systeemtherapeut. ‘Je piekert, je ervaart overweldigende en lastige emoties, je lijf spant zich op, je voelt je misselijk. Dan kan het belangrijk zijn om die spijt als beleving au sérieux te nemen en op z’n minst iemand in je netwerk te zoeken met wie je deze drukkende belevingen en overwegingen kunt delen en samen ontrafelen.’
Maar hoe doe je dat? ‘Ik ontdekte tijdens mijn spijtreis in Portugal dat ik eerst het mechanisme achter spijt moest snappen’, zegt Johan Terryn. ‘Dat ik bij manier van spreken eerst de motorkap moest opentrekken om te kijken hoe spijt in elkaar zit. Ik heb bijvoorbeeld spijt dat ik nooit diepgaande gesprekken heb gevoerd met mijn vader, die in coronatijd overleed. Maar dat verlangen naar connectie en diepgang probeer ik nu uit mijn podcastgesprekken te halen. Op die manier verschuift mijn spijt naar een plekje waar het minder pijn doet.’

Psychologe Karolien Meyers bevestigt: als je begrijpt hoe spijt werkt, wordt herstel makkelijker. ‘Een eerste belangrijk inzicht is dat spijt altijd te laat komt’, zegt ze. ‘Het is een gevoel dat pas opduikt nadat je iets gedaan hebt, of net niet hebt gedaan. Meestal in interactie met iemand anders, een persoon bij wie je om de band geeft.’
‘Als mens vinden we het belangrijk hoe anderen ons zien’, gaat Meyers verder. ‘We zijn wezens die functioneren vanuit een gehechtheid: we moeten een band hebben met de ander om ons veilig te kunnen voelen. Als je dan merkt dat jouw gedrag een negatief effect heeft op anderen, kan je post hoc een gevoel van spijt overvallen. Dat herstellen vraagt eerst en vooral een zekere mildheid van jezelf.’
‘Je hebt misschien het gevoel dat je tekortschoot, zoals de moeder van het meisje dat steunzolen nodig had’, zegt ze. ‘Maar als je niets weet van orthopedie, is het logisch dat je het advies van een specialist volgt. Die moeder had geen negatieve intentie en had allicht gewoon het welzijn van haar kind voor ogen: steunzolen zijn een gedoe, ze komen met een prijskaartje, je wilt je kind daar niet mee belasten als het niet moet. Pas later, met meer info, kun je denken: had ik maar. Als dat gevoel blijft knagen, kun je nog altijd tegen je dochter zeggen: “Ik vind dit heel spijtig voor je, sorry, ik had het graag anders beslist.”’
Soms moet je ermee leren leven dat iets voor altijd pijn zal doen. Net dat besef – dat het erg mag blijven – kan helend zijn.
Spijt komt vaak pas jaren later, als er zich situaties voordoen die je niet kon voorzien, zegt Decraemer. ‘Een van mijn cliënten is de enige uit zijn gezin die naar de hogeschool ging’, vertelt ze. ‘Maar met zijn bachelordiploma wordt hij minder betaald dan collega’s die een master op zak hebben, ook al doen ze hetzelfde werk. Vandaag heeft hij spijt dat hij als twintiger niet nog een jaar langer studeerde, maar op die leeftijd kon hij de gevolgen van zijn keuze niet inschatten. Dat schuurt. Op zo’n moment kan je omgeving jouw spijt helpen dragen. Als je vrouw of buurman dan zegt: “Dat is lastig, jij verdient eigenlijk hetzelfde loon voor hetzelfde werk en helaas is dat met die wetgevingen en diplomakwesties niet zo simpel”, kan dat verzachtend zijn.’
Vier soorten spijt
Speelt onze persoonlijkheid een rol? Heeft de ene mens meer aanleg voor spijt en schuldgevoel dan de andere? Nee, zegt systeemtherapeut Kris Decraemer. ‘Een mens wordt niet geboren met meer of minder aanleg voor spijt. Maar je voorgeschiedenis speelt wel een rol. Als jij uit een familie komt waarin iedereen professor of jurist is en je kiest voor een loopbaan als taxichauffeur, dan kan het zijn dat jij je – in het licht van die drukkende familieverwachtingen – niet geslaagd voelt omdat je niet gedoctoreerd hebt. Ook al haal je veel voldoening uit je werk, want het geeft je tijd om duizenden boeken te lezen, en weet je van jezelf dat je ook wat lui en nonchalant bent, toch kun je bij momenten in een golf van schuldgevoel en spijt getrokken worden door de context waarin je opgroeide en familiale en maatschappelijke verwachtingen.’
Omdat spijt pas kan helen als je begrijpt waar het gevoel vandaan komt, onderscheidt de Amerikaanse auteur Daniel Pink in zijn boek The Power of Regret vier types. Hij schrijft over fundamentele spijt: ‘Had ik maar beter gestudeerd.’ Over morele spijt: ‘Had ik maar niet gelogen.’ Over relationele spijt: ‘Had ik die band maar hersteld.’ En veilige spijt: ‘Had ik die kans maar durven te nemen.’

‘Wat ik sterk vind aan die indeling,’ zegt Johan Terryn, ‘is dat ze vertrekt vanuit de behoefte die achter spijt zit. Spijt toont ons een gemis. Door te achterhalen wat we écht verlangen, kunnen we daar iets mee doen. Verwijten helpen niet. Maar als je spijt ziet als een onvervuld verlangen, kun je kijken: hoe geef ik dat verlangen alsnog vorm?’
Hij herinnert zich Chris (58), de eerste gast in zijn podcast. ‘Ze had jarenlang een succesvolle carrière, maar besefte pas te laat dat ze nooit aan de schoolpoort had gestaan. Ze voelde relationele spijt. Maar ze zette dat gevoel om in actie: ze richtte samen met een van haar intussen volwassen kinderen een coworkingspace op. Zo gaven ze hun band een nieuwe vorm.’
‘Wat mensen vaak vergeten,’ zegt psycholoog Karolien Meyers, ‘is dat hun keuzes altijd in een context gemaakt zijn. Vaak nemen we beslissingen in de snelheid van het moment en hebben we niet de kennis of ruimte om anders te beslissen. Het is dan makkelijk om achteraf, met meer inzichten, te denken: had ik maar dit of dat gedaan. In therapie helpen we mensen dat perspectief terug te vinden. Soms volstaat het al om te kunnen zeggen: “Het spijt me, ik had het toen graag anders gewild.”’
Spijt ontstaat vaak omdat we onze vroegere keuzes bekijken met de blik van vandaag.
Ook Veerle (45) zou soms graag de klok kunnen terugdraaien. ‘Twintig jaar geleden, in een van mijn eerste jobs in de media, kwam een vrouw wekelijks foto’s leveren. Tot haar dochter en moeder samen stierven in een tragisch ongeval. Een aantal weken zagen we haar niet. Toen ze plots weer op de redactie stond, wist ik als twintiger niet hoe te reageren. Ik hield het contact puur zakelijk, bang om haar verdriet groter te maken. Maar ik heb nog altijd spijt dat ik niet gewoon zei hoe erg ik het vond.’
‘Dat is een heel herkenbare reactie’, zegt Karolien Meyers. ‘Als je verstijft op een cruciaal moment – ook wanneer iemand een hartaanval krijgt en je niet reageert – is dat vaak geen bewuste keuze, maar een overlevingsreflex van je brein. Dat staat onder stress en denkt: ik moet vechten, vluchten of bevriezen. Blijft dat scenario jaren door je hoofd spelen, dan kun je later alsnog verbinden door te zeggen: “Ik voel me schuldig, maar ik was te overrompeld.”’
Mild voor jezelf
Maar wat als je iets deed wat écht niet goed te maken is? ‘Als je iemand doodreed, of iets deed wat onvergeeflijk lijkt, is het niet realistisch om te denken dat je dat ooit helemaal kunt loslaten’, zegt Karolien Meyers. ‘Soms moet je leren leven met het feit dat iets voor altijd pijn zal doen. En net dat besef – dat het erg mag blijven – kan helend zijn. Ik denk aan een kennis die zijn zoon verloor. Wat hem het meeste hielp, was een vriend die zei: dit zal altijd heel erg blijven. Omdat die zin niet probeerde te verzachten, maar de pijn erkende, voelde mijn kennis zich begrepen.’
Vroeger konden mensen nog te biecht gaan, nu hebben ze vaak geen klankbord meer.
Ook Decraemer ziet het vaak, mensen die moeten leren leven met spijt: ‘In de forensische hulpverlening ontmoet ik soms mensen die spijt hebben van ernstige daden, maar geen vergiffenis krijgen van hun slachtoffers of de nabestaanden. In je eentje kom je daar niet uit. In zulke situaties heb je altijd iemand anders nodig die je serieus neemt en zegt: ik zie dat jij daaronder lijdt, dat je nu beseft en overziet wat je de ander toen hebt aangedaan. Vroeger konden mensen nog te biecht gaan, nu hebben ze vaak geen klankbord meer. Dan botsen hun excuses op stilte. In dat geval is leren leven (of: een leefbare weg zoeken) met de gevolgen van je daden de enige weg.’ Sommigen proberen iets te herstellen via derden: “Ik kan niets herstellen voor mijn concrete slachtoffer, maar ik probeer het in de toekomst voor anderen beter te doen.”’
En wat met spijt over dingen waar je geen schuld aan hebt? Zoals Alexia (43), alleenstaande mama van een dochter: ‘Soms voel ik me schuldig dat ze geen vaderfiguur heeft. Als ik andere vaders zie spelen met hun kinderen, overvalt het me. Ook heb ik soms spijt dat ik mijn dochter geen broer of zus heb gegeven, maar als alleenstaande leek me dat te pittig.’
‘Zulke gedachten zijn erg begrijpelijk’, zegt Decraemer. ‘Maar gevoelens ontstaan nooit in een vacuüm, ze hebben altijd te maken met de context waarin we leven. Als iedereen in je netwerk twee kinderen heeft, denk je al snel: ik faal. Maar als je omgeving bestaat uit mensen met fertiliteitsproblemen of scheidingen, zie je al snel hoe bijzonder het is dat je überhaupt moeder bent geworden. In therapie helpen we mensen dat perspectief terug te vinden en te achterhalen in welke context ze bepaalde keuzes maakten: misschien zat je net zonder werk, was je moeder ziek of was er corona. Eén kind krijgen was toen, gezien je kwetsbare draagkracht, het meest humane wat je voor je kind en jezelf kon doen. Spijt ontstaat vaak omdat we onze vroegere keuzes bekijken met de blik van vandaag. We zien dan alleen de falende mens. Door terug te gaan in de tijd en te kijken met wie je toen gesproken hebt om je keuze te maken, waarom je na wikken en wegen toch die kant opging, en wat je toen goed vond aan die beslissing, gaan mensen met meer mildheid naar zichzelf kijken.’
Op 4 en 25 juni gaan in De Studio in Antwerpen liveopnames door van een nieuw podcastseizoen Tot onze Grote Spijt van Johan Terryn en Randall Casaer. Centraal staat de vraag: ‘Van welke zin heb je spijt dat je hem niet gezegd hebt?’
Meer info: johanterryn.com