Alpiniste Sofie Lenaerts reist de wereld rond: ‘Hoe hoger een berg, hoe makkelijker ik loskoppel’
Politie-inspecteur Sofie Lenaerts (48) woont in Kampenhout en verzorgt sinds 2019 de samenstelling en presentatie van het verkeersveiligheidsprogramma Kijk uit. Ze reist de wereld rond om bergen te beklimmen en werd in 2020 de eerste vrouw in de Benelux die de Seven Summits bedwong, de hoogste piek op elk continent.
Bergbeklimmen is jezelf tegenkomen op fysiek en mentaal vlak. Toen ik op mijn achttiende voor de rijkswacht koos en een tandje moest bijsteken op sportief vlak, ging ik onder meer valschermspringen, kickboksen en diepzeeduiken. Maar mijn passie vond ik in het klimmen: niets confronteert je meer met je eigen lichaam en ziel dan dat. Geen lelijk of zwak kantje of het komt wel naar boven tijdens een expeditie.
De weg naar de top is belangrijker dan de top zelf. Boven de zesduizend meter is je lichaam er gewoon niet voor gemaakt om daar te leven en wordt het kleinste probleem levensbedreigend, maar het is net uit zulke beproevingen dat ik mijn voldoening haal. Een achtduizender zoals de Lhotse of de Broad Peak beklimmen zonder de hulp van sherpa’s of zuurstofflessen, een expeditie in de winter: ik vind het elke keer spannend om te ontdekken wat ik aankan. Al kan ik dat alleen maar omdat ik de fysieke pijn vergeet. Mocht ik me die achteraf herinneren, dan zou ik er nooit meer aan beginnen. (lacht)
Mensen moeten zoveel in een steeds hoger tempo – wie wil daar niet van weg?
Hoe hoger een berg, hoe makkelijker ik loskoppel. In de Alpen zijn er ook uitdagende beklimmingen, maar daar heb je toch al snel weer internet, skiliften, eethuizen en andere zaken die afleiden van het rudimentaire leven en de rust die ik zoek. Thuis heb ik geen uitknop en blijven mijn hersenen maar doorwoelen, maar de grootste druk komt van buitenaf. Mensen moeten zoveel in een steeds hoger tempo en worden in honderd richtingen tegelijk getrokken – wie wil daar niet van weg?
Klimmen heeft me gemaakt tot wie ik ben. Zo weet ik nu dat ik meer kan bereiken dan ik vroeger voor mogelijk hield, net zoals ik veel dieper kan gaan dan ik dacht. Verder heb ik geleerd om de controle uit handen te geven. Een plotse weersomslag, lawinegevaar, ooit een aardbeving in Nepal, een andere keer in Argentinië: de lijst met onvoorspelbaarheden is eindeloos. Daarop focussen leidt alleen maar tot negativiteit en frustraties. Wil je je door moeilijke omstandigheden spartelen, kijk dan naar wat je wél in de hand hebt.
Voor mij telt alleen de wedstrijd tegen mezelf. Vaak meten mensen zich toch vooral met anderen: als zij maar de snelste, de slimste, de sterkste of de meest bereisde zijn. Dat is een goede manier om teleurgesteld te raken, want er is altijd iemand die beter doet dan jij. Dan overtref ik liever mezelf, in de wetenschap dat niets zaligmakend is. Wil je de top van de Mount Everest bereiken om een beter of gelukkiger mens te worden, dan kom je bedrogen uit.
Prestatiedrang maakt blind. Vroeger hielp mijn mentale focus op het halen van de top me om mijn grenzen te verleggen en door te gaan, maar ontging het grotere plaatje me grotendeels. Zo had ik bij onze eerste expeditie in Pakistan in 2013 amper contact met de gidsen en ezeldrijvers die ons vergezelden. Vandaag is een top bereiken de kers op de taart, maar gaat een expeditie meer om het delen van die ervaring en het contact met de mensen ter plaatse, die we steunen met humanitaire projecten. Hun onvoorstelbare armoede en manier van leven, het economische belang van klimexpedities – vandaag zie ik meer dan alleen de toppen van de bergen.
Je krijgt maar één kans om iets te maken van het leven.
Falen is interessanter dan slagen. Tijdens lezingen voor ondernemers krijg ik vreemde blikken wanneer ik dat vertel, maar een succes is wat het is. Je kunt het misschien copy-pasten, maar verder leer je er weinig van. Mislukkingen daarentegen bieden perspectieven. Dan kun je op zoek gaan naar de oorzaken daarvan en remedies uittesten. Zo raakte ik niet op mijn eerste achtduizender omdat ik me als vrouw en bleu’ke sterk wilde houden tussen meer ervaren mannen en dus de signalen van mijn lichaam negeerde. Toch ben ik net door die expeditie gegroeid. Ik weet nu dat ik mijn energie moet doseren, in plaats van alles al voor de laatste klim te geven.
Voor mij is er niets na de dood. Dat betekent dat je maar één kans krijgt om er iets van te maken. Ik heb in mijn job als politie-inspecteur mensen zien sterven en collega’s weten omkomen – ik besef dus goed hoe snel het allemaal gedaan kan zijn. Sommigen vinden het vreemd dat je dan extreme bergbeklimmingen doet, maar ik wil ten volle leven en andere plekken met eigen ogen zien, in plaats van enkel op televisie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier