Ademen, lummelen en slim energiebeheer: drie tips om je stress de baas te blijven
Séverine Van De Voorde schreef een boeiend boek: Van stress naar Veerkracht. Wij haalden er drie tips uit die je dagelijks kunt doen om je stress te beheersen.
1. Let op je ademhaling
Leg één hand op je borst en één hand op je navel. Observeer bij jezelf waar je adem zit: in je borst, buik of beide. Leg daarna beide handen op je buik en duw met je buikspieren je buik naar buiten en weer naar binnen. Bij een buikademhaling wordt de buik bol bij het inademen en is hij plat bij de uitademing. Adem vervolgens bewust naar de buik toe.
Een rustige ademhaling is er eentje waarbij je vier tellen inademt, en zes tellen uitademt. Adem in door de neus, en uit door de mond. Dit is een prima manier om je stresshormonen af te voeren, en dus een handig instrument in je gereedschapskist op momenten dat het hard gaat. Maar je kan ook elke ochtend en elke avond 6 à 10 minuten rustig ademen om de dag goed te beginnen en af te sluiten.
Mag het iets meer zijn dan een rustige ademhaling? Sommige ontspanningsoefeningen combineren die met het op- en ontspannen van spieren. Bij de Jacobson-methode ga je spiergroep per spiergroep opspannen en na een aantal tellen weer loslaten. Je balt bijvoorbeeld je vuisten of trekt je schouders op en laat daarna weer los. Zo leer je het gevoel van ontspanning weer te herkennen, en het helpt je om spanningen in je lijf doorheen de dag beter te kunnen detecteren en weer los te laten.
Andere ontspanningsoefeningen combineren de buikademhaling met zelfsuggestie. Je roept bijvoorbeeld een beeld van een ontspannende situatie op of je spreekt herhaaldelijk een positieve affirmatie (‘ik ben’ gevolgd door iets positiefs) uit.
2. Draai de knop om
Energiebeheer is cruciaal als je stress wil beperken en veerkracht wil stimuleren. Buitenshuis werkend is je dag vanzelf gestructureerd, thuiswerkend is dat een stuk moeilijker. Om je brein duidelijk te maken dat het moet switchen tussen verschillende taken is het goed om een overgangsmoment in te lassen. Ga bijvoorbeeld na het werk eerst even wandelen voor je de kinderen ophaalt of aan de rest van je dag begint. Of drink na het doen van de boodschappen eerst een kopje thee voor je met een andere taak begint. Sommige mensen trekken een andere outfit aan als hun werk erop zit, of doen hun schoenen uit om hun brein in ontspannen modus te zetten. Maar dat werkt alleen als je niet de hele dag in loungewear en sokken werkt, natuurlijk. Een andere mooie overgang tussen werk en thuis is even douchen.
3. Koekeloertijd
In een druk leven is het heel belangrijk om af en toe een pauze in te lassen om te reflecteren en prikkels te verwerken. Noem het lummeltijd, uitwaaitijd, niksen of – zoals Van De Voorde – koekeloertijd. De essentie is dat je jezelf in een toestand brengt waarin je niet bewust aan het denken bent. Je laat je gedachten de vrije loop, je geest afdwalen, gaat op wandel in je geest door wat te mijmeren, dagdromen of fantaseren.
Niksen is niet gemakkelijk, aangezien we het gewoon zijn om altijd bezig te zijn. Maar hoe meer je het doet, hoe beter je er in wordt en hoe minder raar of vervelend het aanvoelt. Zoek naar activiteiten die voor jou het best werken, maar zorg dat het activiteiten zijn die geen concentratie vereisen. Denk aan wandelen in de natuur zonder concrete bestemming, flaneren, door het raam staren, naar de wolken of de dansende vlammen van een kaars of haardvuur kijken. Wegdromen bij een mooi muziekje of tijdens het breien of kleuren kan ook. Je kan ook je fantasie de vrije loop laten tijdens het droedelen of als je staat te wachten (aan de microgolf of het kopieerapparaat).
Niksen heeft onterecht nog steeds een negatieve bijklank omdat het geassocieerd wordt met luiheid, met onproductief zijn. Maar we hebben af en toe een beetje koekeloeren nodig hebben om mentale energie te recupereren, stresshormonen af te voeren, creatiever en productiever te zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier