Moeder, waarom werken wij?
Voor de kost, uiteraard. Maar er zijn nog heel wat andere redenen, stelt Amerikaans psycholoog Barry Schwartz. En als we die over het hoofd zien, leidt dat tot problemen.
Hoera, het is vrijdag ! Boeoe, het is maandag. Je kent dat refrein vast wel. We insinueren ermee dat vrije tijd altijd fantastisch is, en werk altijd vervelend. Niet dat ik niet van een ontspannen weekend geniet, maar ik heb die houding altijd wat vreemd gevonden. Ik werk namelijk graag. Soms, op zondagavond, ben ik oprecht blij dat ik de volgende ochtend aan de slag mag. Ja, ja, denk je nu, jij wordt betaald om mensen vragen te stellen, dat is niet echt hard labeur. Klopt. Maar ook mijn moeder die aan de band stond bij General Motors, ging graag werken. Ze had fijne collega’s en soms, als we voorbij een geparkeerde auto liepen, wees ze trots naar de vruchten van haar werk. Een excellent overtrokken autozetel.
‘We zien werk vaak als iets wat móet. De gewoonte om erover te klagen is dan ook diep ingesleten’
Logisch, vindt de Amerikaanse professor psychologie Barry Schwartz, die zijn TED Talk over het onderwerp in een boekje goot met de titel Waarom we werken. ‘Als we niet betaald werden, zouden we misschien niet werken, maar toch is geld niet de eigenlijke reden waarom we het doen. Iemand die iets ‘voor het geld’ doet, dat is niet alleen een beschrijving, maar ook een negatief oordeel. De lijst niet-monetaire redenen die mensen opgeven, is lang en overtuigend.’
Plezier, verantwoordelijkheid dragen, voldoening hebben over een goed gedane job, de grenzen verleggen van je kunnen, bijleren en je ontwikkelen als mens, sociale betrokkenheid, iets zinvols bijdragen of het verschil maken, goede collega’s hebben en met een team iets presteren: arbeidsvreugde is een complex ding. Maar het is belangrijk, en het feit dat we dat niet genoeg onderkennen, zorgt volgens Schwartz voor werkellende, burn-outs, vierkant draaiende teams en pruttelende bedrijven.
JOB IN EEN KEURSLIJF
Het is allemaal de schuld van Adam Smith, stelt Barry Schwartz. Deze econoom en eerste pleitbezorger van de vrije markt stelde in 1776 dat mensen werken voor geld. Niets meer en niets minder. Zolang mensen beloond worden, doet het er volgens hem niet echt toe wat ze moeten doen. Zingeving, betrokkenheid, uitdaging: allemaal onzin, we zijn van nature lui en alleen aan te porren met een fikse beloning.
‘Dat basisidee is fictie, maar wel net zo hardnekkig als de zwaartekracht’, stelt Schwartz. ‘Het het zorgt ervoor dat we onze werkplekken op een verkeerde manier inrichten.’ Klopt, vindt Elke Geraerts, neuro-psychologe en zaakvoerder van Better Minds at Work. ‘Het idee dat mensen alleen voor geld werken, leeft absoluut nog. Dat merk ik op lezingen, tijdens coachings, noem maar op. Lastig, want uitgaan van zo’n extrinsieke beloning, is slecht voor de bevlogenheid van werknemers, en die is net belangrijk.
‘Bedrijven hebben vaak een gebrek aan vertrouwen in hun werknemers. Ze zien de mens als een machine, maar wat je echt moet weten om een goede werkplek te creëren, is niet te meten.’
Ilse Ceulemans
Natuurlijk zijn er werknemers die er de kantjes aflopen, maar die zijn al bij al zeldzaam. Het is jammer dat die paar luieriken dat foute basisidee in stand houden en dat werkgevers niet verder kijken. Zingeving, een doel hebben om aan te werken, je persoonlijkheid in je job kunnen leggen: dat is wat ons echt motiveert en wat ons werk leuk maakt. Maar zo bekijken wij het vaak niet. We zien vrije tijd als verplicht plezier, en werk als iets wat moet. De gewoonte om daarover te klagen, is diep ingesleten.’
Ook Ilse Ceulemans legt in haar boek Het Ministerie van Werkplezier met veel humor de vinger op de wonde. ‘Bedrijven hebben vaak een gebrek aan vertrouwen in hun werknemers. Ze zien de mens als een machine : ik heb zoveel mensen in mijn team en die gaan dat doen op die tijd. De focus ligt op productiviteit, hiërarchie en organigrammen. Maar hoe bedrijven alles controleren en meten, is niet meer van deze tijd. Meten is weten, wat een flauwekul. Want wat je echt moet weten om een goede werkplek te creëren, is niet te meten. We zijn namelijk geen machines. Soms ben je vandaag heel efficiënt en morgen niet. Die foute focus steekt mensen in een keurslijf, perst alle plezier uit de job en het resultaat is bovendien vaak heel doorsnee werk.’
Het vraagt lef van een organisatie om haar werknemers te vertrouwen, stelt ook Geraerts. ‘Niet veel bedrijven leggen echte verantwoordelijkheid bij hun werknemers. Terwijl dat cruciaal is.’
CONTEXT TELT MEE
Dat het aantal burn-outs zo hoog ligt, is een duidelijke aanwijzing dat er iets misloopt op onze werkvloeren. ‘Iedereen wijst dan meteen naar de hoge werkdruk’, vertelt Ceulemans. ‘Maar het is complexer dan dat. Structuren die het werkplezier bederven, het gevoel hebben dat je geen zinvolle job doet: dat speelt allemaal mee. Men vergeet hoe belangrijk de context is. Als die niet verandert, zal ook de burn-out niet verdwijnen.’
We hebben dus betere werkplekken nodig, en de vraag is hoe we dat aanpakken. Ceulemans wijst naar de theorie van zelfdeterminatie als bron van inspiratie. ‘Die stelt dat mensen drie dingen nodig hebben om gelukkig te zijn. Verbondenheid, autonomie en competentie. Drie factoren die op het werk een rol spelen. Evaluatiegesprekken, belachelijke teambuilding-ideeën, overdreven projectdenken, tot in het oneindige alles willen controleren: zulke dingen verpesten onze verbondenheid met collega’s en onze autonomie.
Bij mijn laatste werkgever mochten we bijvoorbeeld thuiswerken, maar er werd gecontroleerd hoe vaak je je toetsenbord aanraakte. Ik durfde amper weg van mijn bureau om de wasmachine te vullen. Mijn man werkt ook vaak thuis, maar hij wordt niet gecontroleerd. Dus gaat hij soms even een korte wandeling maken, en komt dan bevlogen en vol goede ideeën weer terug. Wie levert het beste werk, denk je ?’ Net dat laatste is volgens Ceulemans cruciaal. ‘We genieten ervan om iets goed te doen, en om bij te leren. Een gevoel van competentie is de basis van voldoening. Als we morgen allemaal een basisinkomen krijgen, dan zal ik toch blijven schrijven. En ik ben niet alleen. Goed werk leveren is bij veel mensen de belangrijkste drijfveer, en daar moeten bedrijven respect voor hebben.’
WERK GEWOON
Luke is conciërge in een ziekenhuis. Poetsman, eigenlijk. Schwartz vindt hem het perfecte voorbeeld van toewijding. ‘In zijn taakomschrijving staat exact wat hij qua poetswerk moet doen, maar hij ziet dat als slechts één deel van zijn job. Hij stelt ook de zieken en hun familieleden op hun gemak, beurt hen op of troost hen als het nodig is. Al poetsend zorgt hij voor een nette omgeving en dat ziet hij als een essentieel onderdeel van wat nodig is om te herstellen. Hij draagt bij aan de zorg, en dus aan de missie van het ziekenhuis en dat maakt hem een tevreden conciërge.’
De frustratie als je door overdreven administratie, slechte organisatie of gebrek aan gezond verstand geen goed werk kunt leveren, is groot. Daarom begon een groep Nederlandse thuiszorgwerkers hun eigen coöperatieve. Bij Pauw op NPO 1 vertelden ze in mei hoe ze steeds minder tijd per patiënt kregen. Binnen en buiten, zo snel mogelijk, was het motto. Geen tijd om mensen te helpen met even naar het toilet gaan, dus. Ze schoten wakker toen een blinde 94-jarige vrouw voor wie ze zorgden, viel en in het ziekenhuis terechtkwam. Waarop ze met twaalf collega’s een eigen bedrijf begonnen.
‘Geef mensen de kans om hun job gewoon goed te doen. Ga terug naar de essentie, maak het hen niet moeilijker dan nodig, en verspil geen tijd aan een nutteloze papierwinkel’
Ilse Ceulemans
Een tekenend verhaal, vindt Ceulemans. ‘Slecht management, overdreven werkopdeling, te weinig tijd mogen nemen, de gevolgen zijn meteen voelbaar. De kwaliteit van de zorg gaat achteruit, de patiënten zijn ontevreden, het personeel doet zijn job niet meer graag. Toch blijven bedrijven, en zeker niet alleen in de zorg, op de klassieke manier denken. Ik begrijp dat niet. Geef mensen de kans om hun job gewoon goed te doen. Ga terug naar de essentie, maak het hen niet moeilijker dan nodig, en verspil geen tijd aan een nutteloze papierwinkel. De thuiszorgwerkers doopten hun coöperatieve Help Gewoon. Daar gaat het over: Werk Gewoon.’ Er is verandering op komst, voelt Ceulemans. ‘Omdat we niet anders kunnen. Het systeem rammelt. Grote bedrijven krijgen het moeilijk, de burn-outs zijn niet te tellen, overal duiken start-ups op die het anders aanpakken en succes hebben.’
PLEIDOOI VOOR EIGENZINNIGHEID
Om het rammelende systeem te repareren, moeten bedrijven hun mensbeeld veranderen, stelt Schwartz. Weg met de focus op alleen maar geld-als-beloning. ‘We moeten ook af van het veel te nauwe begrip van productiedoelmatigheid. Economen zien winst in het kader van geld, maar stel dat we het gaan bekijken in het kader van welzijn.’ Daar profiteren zowel klanten, werkgevers als werknemers van, stelt Schwartz. ‘Werkplekken die mensen de kans geven om waardevol werk te leveren, hebben tevreden werknemers.’ Loyale, hardwerkende werknemers ook, die net iets meer doen dan nodig, en dat is dan weer de basis voor een succesvol bedrijf dat duurzaam kan groeien.
Maar het zijn niet alleen de bedrijven die hun manier van naar werk kijken moeten aanpassen, vindt Schwartz. Ook jij en ik hebben een verantwoordelijkheid, vindt hij. ‘Zelfs in weinig florissante situaties kan ieder van ons weerstand bieden aan de werken-voor-geld-ideologie, door uit te zoeken hoe andere mensen er beter van worden wanneer wij ons werk met enthousiasme doen in plaats van met onverschilligheid.’
Iets waar Ceulemans het 100 % mee eens is. ‘Als werknemer moet je je afvragen : hoe is deze job zinvol en hoe kan ik ze zinvoller maken ? Iedereen is verschillend, hecht belang aan andere dingen en vult zijn job anders in. ‘Ken jezelf’ is daarom een belangrijke raad als je gelukkig wilt zijn in je job. Wat telt er voor jou ? Waar haal jij voldoening uit ? Misschien vind je het bijvoorbeeld belangrijk om de dingen die je kunt en weet aan anderen door te geven, of om zelf een mentor te hebben. Zorg ook dat je de kans hebt om te groeien. Dat gaat niet over bonussen en dikke auto’s, maar over persoonlijke groei. Ik pleit ook voor eigenzinnigheid, iets waar we bang voor zijn in Vlaanderen. Moeilijk doen, daar houden we niet van. Maar als creativiteit en innovatie straks cruciaal worden voor bedrijven om succesvol te blijven, dan hebben ze eigenzinnige mensen nodig. Alleen is dat nog niet doorgedrongen in de bedrijfswereld.’
BAAS VAN DE STAD
Natuurlijk dat creatievelingen voldoening halen uit hun werk, of dat verpleegsters blij worden van voor iemand te zorgen. Maar wat als je bankbediende, buschauffeur of kapper bent ? Ook dan kan het, bewijst een volledig onwetenschappelijke rondvraag. Chris (43) is cliëntenadviseur bij een grote bank. ‘Een ingewikkelde belastingkwestie eenvoudig uitleggen, zorgen dat iemand een lening krijgt voor een huis: ik kan na een werkdag echt het gevoel hebben dat ik het verschil gemaakt heb in iemands leven. En als ik door de stad loop, weet ik dat de lening voor dat en dat en dat huis door mij geregeld is.’
Hans (53) rijdt gewoon graag met een bus rond. ‘Ik ben van hoog achter mijn stuur een beetje de baas van de stad. Heerlijk. En ik zorg ervoor dat mensen – van kinderen tot hoogbejaarden – geraken waar ze moeten zijn. Soms zeggen ze zelfs vriendelijk dankjewel.’ Na een lange carrière als kapster mist Laurette haar job. ‘Kappen is creativiteit. Met fluthaar of moeilijke krullen toch een mooi kapsel knippen, niets is beter dan dat. Het doet ook deugd als mensen blijer buitenwandelen dan ze binnengekomen zijn. Omdat ze er goed uitzien, of omdat ze hun verhaal eens verteld hebben. Want kappers zijn eigenlijk ook een beetje therapeut, toch ?’
‘Iedereen wil iets bouwen, met zijn handen of met woorden of in menselijke contacten. Liefde voor een vak, daar doen we het voor.’
Ilse Ceulemans
Voldoening halen kan ook volgens Ceulemans in elke job. ‘Mijn portefeuille is onlangs gestolen, dus ik moest naar een politiekantoor. De agent aan de balie had oprecht belangstelling voor mijn verhaal, ik voelde dat het niet gespeeld was. Dit was iemand die zijn job graag deed. Ook bij de werkmannen die deze zomer mijn badkamer vernieuwd hebben, spatte de werkvreugde eraf. Met luide muziek braken ze de boel af om daarna alles weer mooi in te richten. Ze amuseerden zich in hun stofwolk, en ik begrijp dat. Op een werf werken ze vrij autonoom, ze zien meteen resultaat en ze moeten geen administratie doen.’
Werkvreugde is volgens haar een basisgevoel waar we allemaal naar streven. ‘De verpleegster die mijn vader heeft verzorgd op het einde van zijn leven, deed dat met veel toewijding. Toen hij stierf, stuurde ze ons weg en een half uur later had ze zijn kamer opgeruimd. Midden in de nacht. Het was mooi, die zorgzaamheid. Dat pakt je, zelfs als je verdriet hebt. Het gaf mij het gevoel dat iemand voor mijn vader gezorgd heeft, ook na zijn dood, en dat was belangrijk voor haar, dat voelde je. Weet je, iedereen wil iets bouwen, met zijn handen of met woorden of in menselijke contacten. Liefde voor een vak, daar doen we het voor. Daar zit de schoonheid van ons werk in.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier