De trein brengt ons, genietend van nooit vervelende panorama’s, in Gstaad, een sfeervolle winterparel voor levensgenieters.
We flaneren met Antje Buchs, PR-verantwoordelijke voor Gstaad, op de promenade van het autovrije centrum waar alle huizen, hotels en – vaak – exclusieve boetieks in chaletstijl zijn opgetrokken. Strenge bouwvoorschriften verbieden hoogbouw en dat loont. Het is gezellig charmant en heerlijk rustig.
Vergis je echter niet, een overweldigend aanbod aan sportieve en culturele evenementen lokt ook de actieve en sportieve meerwaardezoeker naar Gstaad. Met meer dan tweehonderd kilometer pistes en een uitgebreid netwerk aan langlaufloipes in een overweldigend prachtige natuur wordt zowel de beginnende als de ervaren wintersporter perfect op zijn wenken bediend.
Het ritje met de paardenslee in Lauenen brengt ons dicht bij de natuur en maakt ons helemaal zen. Met toeristische gids Karin Bach reizen we vervolgens naar Glacier 3000, het gletsjergebied op de grens van Gstaad en Les Diablerets. Een architectonisch pareltje van Mario Botta is naast toprestaurant ook de toegangspoort tot de Peak Walk. Deze spectaculaire hangbrug tussen twee bergtoppen toont de Zwitserse Alpen in al hun glorie.
We genieten van de perfect aangelegde pistes in deze natuurlijke koelkast. In Refuge L’Espace aan de voet van de Quille du Diable kijken we uit over de vallei van Derborence. De legende wil dat in deze vervloekte plaats de duivel heerste – de Quille du Diable is de kegel uit zijn bowlingspel. De duivel is verdreven, in zijn plaats kwamen imposante lammergieren die hoog boven onze hoofden hun vleugels uitslaan. Of hoe de natuur ons tijdens deze reis opnieuw met verstomming slaat…