Jean-Paul Mulders

‘Zingen en voetballen heb ik altijd over het paard getilde talenten gevonden’

Jean-Paul Mulders Columnist voor Knack Weekend en schrijver

Jean-Paul Mulders mijmert in zijn column over de dingen des levens.

Ik lees opnieuw het verzameld werk van Willem Elsschot, een dik zwart boek met gestoffeerde kaft en goudopdruk. Elsschot is prachtig tegengif, als je zoals ik soms de illusie koestert dat de mensheid vroeger beter was. Of je nu Lijmen / Het been leest, Het tankschip of Villa des Roses: het wemelt van de figuren die elkaar bedotten, belazeren, een pad in de korf zetten, een kloot aftrekken, te grazen nemen of bij de bok draaien – zoals ze dat noemen in de streek waar ik vandaan kom. Toch zijn er ook zachtmoediger passages, zoals het verdriet van madame Brulot om haar zoontje van zes. ‘Wekenlang, wanneer het kerkhof reeds gesloten was, stond zij voor de traliepoort omdat zij van daaruit een boompje kon zien dat groeide op zijn graf.’

Zingen en voetballen heb ik altijd over het paard getilde talenten gevonden.

Dat lees ik ’s ochtends in bed, als er niemand is om mijn gedachten mee te delen of troost bij te zoeken. Ik ben voortijdig gewekt door gerinkel en getinkel van ijzeren stangen. Drie huizen verder zijn werklui bezig met een stelling op te trekken. Ze doen dat het liefst in alle vroegte.

Het wordt zo’n dag van geneugten die verwaaien en verhalen die blijven plakken. Bij mijn kameraad de schoenmaker, op de hoek van de Verpleegster- en de Duifhuisstraat, maak ik kennis met Adrien, een man van achtentachtig. Hij heeft nog al zijn haren en draagt een broek met bretellen. Thuis heeft hij driehonderd vogels en herinneringen waaraan niet valt te ontsnappen. Hij vertelt over een witte en een zwarte die boezemvrienden waren in de oorlog. “Bij dat bombardement vielen er negen doden, die ze in acht kisten hebben begraven. Weet je hoe dat kwam?” Hij kijkt mij aan als verwacht hij de oplossing van een raadsel. “Twee van die negen waren een koppel”, zegt hij dan. “Ze hielden elkaar zo innig vast dat ze in de vuurzee versmolten.” Hij toont het met zijn armen, de vuisten naar binnen gekeerd tegen zijn borstbeen. “Ze waren niet meer uit elkaar te krijgen.”

Elsschot is prachtig tegengif, als je zoals ik soms de illusie koestert dat de mensheid vroeger beter was

Er zijn van die verhalen waarvan je weet dat je ze nooit zal vergeten. Wat bezielt Adrien om zoiets te vertellen aan een wildvreemde? Misschien trof het hem zo als kind dat hij een leven later nog schouders zoekt om het te helpen dragen. Mijn interesse voor oorlogen is tanende, nu de oude horror à volonté met nieuwe wordt aangevuld. Documentaires over het Derde Rijk zap ik weg, terwijl ze mij vroeger zo konden boeien. Soms wou ik dat ik hield van zingen en voetballen. Maar zingen en voetballen heb ik altijd over het paard getilde talenten gevonden.

’s Avonds, als de dag mij stilaan door de vingers glipt, kijk ik toe hoe mijn jongste dochter in de living touwtjespringt. In de keuken verwarm ik lasagne in de oven, terwijl ik een artikel lees met het woord scheiten in de titel. Ik vermoed een drukfout, tot ik zie dat er ook sprake is van lijgers, teeuwen, zezels en andere onalledaagse kruisingen. Ik lees de raadselachtige zin: ‘Dieren planten zich voor het plezier voort, dat schijnt te primeren op het voortplanten met een soortgenoot.’

Ik kijk door het raam, in mijn nauwe straat worstelt een man in maatpak met een vouwfiets.

Ik denk aan tv-worstjes en aan de zomeruittocht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content