Jean-Paul Mulders

‘Ik overweeg soms om uit te wijken naar Bretagne, maar misschien is dat niet ver genoeg’

Jean-Paul Mulders Columnist voor Knack Weekend en schrijver

Close was ik niet met de buurvrouw, al spraken we weleens over oude koeien en dictators uit de wereldgeschiedenis. Ze bezat de juiste cabrio en lekkere champagne, maar je voelde dat ze in het leven niets in de schoot kreeg geworpen. Ze had haar op haar tanden en liep marathons. Dat nam mij voor haar in, al heb ik zelf de pest aan joggen.

Nu is ze verhuisd en dat doet mij wel iets. Ze was de stad al een hele tijd beu, met zijn voedselbrommers, knalpotterroristen, parkeerverboden met tegenstrijdige opschriften en achtergelaten blikjes op de vensterbank. Ze had haar buik vol van het gestolde braaksel, de dierlijke resten en opgestoken middelvingers. “Tot de laatste keer dat ik met de fiets naar het centrum reed, ben ik uitgescheten”, zuchtte ze. “‘Kutwijf!’, riep iemand, omdat hij in het midden van de straat liep en ik het waagde om als verwittiging te bellen. Mijn afscheidscadeau van de stad was een scheldpartij.”

Ze vertrekt naar het platteland, waar de mensheid wat dunner gezaaid is. Ik begrijp haar en droom soms ook van een boomgaard met schapen. Ik overweeg dan uit te wijken naar Bretagne, maar misschien is dat niet ver genoeg. Jacques Brel zocht het in zijn late dagen samen met zijn jonge geliefde op Hiva Oa, een idyllische plek in de Stille Oceaan. Maar hij had zijn eigen vliegtuig en zong beter dan ik.

Verweesd bleef ik achter, als een gevangene die tijdens ‘The Great Escape’ in slaap was gevallen.

Hiva Oa schijnt te betekenen: lange nokbalk. Volgens het plaatselijke scheppingsverhaal schiepen de goden de eilanden als hun woning, daarom dragen alle eilanden van de archipel namen die verwijzen naar de bouw van een huis. Brel kocht filmprojectors voor de eilandbewoners en vloog zieken eigenhandig over naar Tahiti. Eén keer gaf hij een optreden voor de plaatselijke bevolking, om hun te tonen waarmee hij in de rest van de wereld beroemd was geworden. Ze waren vooral onder de indruk van het feit dat hij erg zweette en vijf keer van hemd moest wisselen.

Maar om bij de buurvrouw te blijven: de laatste tijd nam die steeds langere vakanties. Ik kreeg dan de sleutel om een oogje in het zeil te houden. Ik leegde de brievenbus, gaf de planten water en hielp haar wijnkelder leegdrinken. Ze had geen zin om die oude flessen mee te verhuizen. Alleen van de wijn rechts beneden moest ik afblijven met mijn ongewijde fikken. Die was voor het kerstdiner met de kinderen.

Ze vertrok met de grondigheid die ik van haar gewoon was. De dag van haar verhuizing leek het alsof een legermacht zich in onze nauwe straat ontplooide. Er kwamen acht man aan te pas en vier vrachtwagens. Er was zelfs speciaal vervoer voor de vleugelpiano. Het vertrek daarvan zag ik aan met lede ogen, ook al speel ik zelf alleen de eerste vijf noten van Broeder Jacob.

Verweesd bleef ik achter, als een gevangene die tijdens The Great Escape in slaap was gevallen. Vijf dagen bleef het stil, toen belde de buurvrouw vanuit haar nieuwe paradijs met zicht op groen. Ze mopperde over houtstook en honden die onophoudelijk in de nacht blaften. “Niet ver genoeg”, mompelde ik, en dacht aan Hiva Oa.

De eilandbewoners vonden de muziek van Brel raar, maar tot vandaag leggen ze frangipanibloemen op zijn graf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content