Jean-Paul Mulders

‘Ik moet toegeven dat ik het leven al een tijdje geen zondoorspikkelde lusttuin meer vind’

Jean-Paul Mulders Columnist voor Knack Weekend en schrijver

Ik heb een knobbeltje in mijn oksel, dus ga ik naar de dokter. Je hebt van die dingen waar mensen instinctief afkeer voor voelen, zoals slijm, ratten, zweetsokken en gezwellen die ongevraagd op of in het eigen lichaam beginnen te woekeren.

Ik bemerkte het knobbeltje in bed, vlak voor ik onder zeil wilde gaan. Het rare was dat ik daar geen schrik bij voelde. Er kwam integendeel een soort rust over mij en het zinnetje ā€˜So it goesā€™, dat om de haverklap opduikt in Slaughterhouse-Five van de Amerikaanse schrijver Kurt Vonnegut. Literatuur heeft mij zelden in de steek gelaten.

Het vooruitzicht om binnen afzienbare tijd misschien van binnenuit gesloopt te worden, vervulde mij met gelatenheid. Het was niet zo dat ik in Ć©Ć©n seconde mijn leven aan mij voorbij zag flitsen. Toch dacht ik aan mijn dochters, aan de liefde en vreemd genoeg ook aan de geur van koffie in de ochtend. Ik moet toegeven dat ik het leven al een tijdje geen zondoorspikkelde lusttuin meer vind. Eerder is het een achtbaan geworden waar je tegen wil en dank op bent terechtgekomen. The Ride to Happiness, zeg maar, uit Plopsaland De Panne: 34 meter hoog, topsnelheid 90 km/u, 4,5 G en Gert Verhulst die grijnzend aan de kassa staat.

Ik moet toegeven dat ik het leven al een tijdje geen zondoorspikkelde lusttuin meer vind.

Ik hou niet van pretparken, zoals u al kon vermoeden. Ik hou van geen enkel woord dat dicteert wat je op een bepaalde plek moet doen of voelen. Ik beslis zelf wel of ik in een cafƩ praat en of ik in een park pret voel. Het overwegende gevoel dat van pretparken uitgaat, is voor mij vergeefsheid. Ik herinner mij dat van toen ik zelf nog kind was en we in de Meli vertier zochten.

Ooit had ik een lief dat zich tot doel had gesteld alle pretparken van Europa te bezoeken. Dat vond ik een enorme, klapperend wapperende red flag. De vrouw in kwestie had ā€˜goed haarā€™ en nog een paar andere troeven. Maar toen ze dat van de pretparken zei, wist ik dat onze dagen in elkaars weldadige aanwezigheid geteld waren. Ze verdween naar de kust en uit mijn leven. We laten elkaar occasioneel nog iets weten over katten en boeken.

Maar om bij The Ride to Happiness te blijven: gelukkig zijn er ook nog tal van redenen om de rit graag joelend te willen uitzitten. Zo zijn daar mijn dochters, de sfeer van de herfst op mistige ochtenden en links en rechts soms wat verdwaalde liefde. Ik voel ook nieuwsgierigheid naar wat the next big thing zal zijn. Next big things zijn spannend. Wie had een jaar geleden zelfs nog maar durven te voorspellen dat de gasfactuur weldra het centrum van onze belangstelling zou worden? Wat zal er ons over een jaar verheugen of kwellen? Mocht ik op dit moment over een glazen bol beschikken, ik denk niet dat ik er een blik in zou durven werpen. Misschien zie ik zweetsokken.

Ik moet nu twee weken de kat uit de boom kijken om te zien hoe het knobbeltje evolueert. De dokter denkt dat het misschien een talgklier is. In afwachting van verder nieuws, zoek ik talg alvast eens op. Volgens het woordenboek is dat ā€˜hard vet van sommige dieren, in de eerste plaats runderen en schapen, dat vroeger gebruikt werd om kaarsen van te makenā€™.

Dat vind ik zowel verlichting als een afknapper.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content