Zwemmen in echt water
Vier jaar geleden kon u in Weekend Knack kennismaken met de biologische wereld van de zwemvijvers. Hoewel ze hier nog niet zo veel succes hebben als in Duitsland of Oostenrijk, zijn die vijvers een ernstig alternatief geworden voor de ‘scheikundige’ zwembaden.
Wie al in een zwemvijver gezwommen heeft, is altijd vol lof over de zuiverheid van het water. Het doet denken aan de kristalheldere meren in de bergen of ergens in Scandinavië. Het is ongetwijfeld aan die verwijzing naar ecologische zuiverheid dat de zwemvijvers in Duitsland en vooral in Oostenrijk hun populariteit te danken hebben. Recentelijk verscheen in het gereputeerde Engelse blad The Garden een artikel waarin het aantal openbare zwemvijvers in die twee landen geschat wordt op zeventig, en dat in nauwelijks zeven jaar tijd. De privé-zwemvijvers zijn niet meer te tellen.
Bij ons in Vlaanderen loopt het nog niet zo’n vaart, toch is er heel wat ervaring terzake. Jean Vanhoof, installateur van zwemvijvers, schreef er zelfs een boek over ( Lannoo, 2003).
Er zijn in ons land verschillende installateurs. De bekendste zijn : Servaas Blockeel, Lode Bourez, Guy Bohyn en Peter Bronswijk. Elk heeft zijn specialisatie, maar het principe blijft hetzelfde. Een zwemvijver is namelijk niets anders dan een waterzuiveringssysteem op basis van verschillende waterbekkens. Zoals in een natuurlijke biotoop in evenwicht, komt het bezoedelde water in contact met planten die zich voeden met de ‘onzuiverheden’. Om precies te zijn : de micro-organismen die op de wortels van de waterplanten leven, breken de organische stoffen in het water af. Ze zetten die stoffen om in voedingsstoffen die op hun beurt door de planten gebruikt worden om te groeien.
Dit is wat zich dagelijks afspeelt in een propere vijver of een proper meer. Aan de oever bevindt zich een ‘ring’ van planten die bijdragen tot de zuivering van het water. We denken daarbij meteen aan riet of aan de vaak voorkomende gele lis. Maar dat zijn niet de enige zuiveraars.
Bij onze oosterburen lijken die ecologische zwemvijvers heel sterk op vijvers met zuiver water, waar men letterlijk tussen de planten kan zwemmen. Bij ons zijn de meeste zwemvijvers gebaseerd op hetzelfde principe, maar dan iets ingewikkelder. Er worden twee vijvers naast elkaar aangelegd : in de ene kan men zwemmen, terwijl in de andere waterzuiverende planten groeien.
Opdat de natuur haar werk zou kunnen doen, moeten beide vijvers met elkaar in verbinding staan. Het water moet permanent circuleren, zomer en winter. Het water stroomt van het zwembad naar het lager gelegen zuiveringsbekken onder invloed van de zwaartekracht. Daar komt het in contact met de biotoop rond de wortels van de planten. Om de kringloop te sluiten, wordt het water van op de bodem van het zuiveringsbekken weggepompt en opnieuw in het zwembad geloosd. De pompen zijn bovendien uitgerust met filters die minerale deeltjes opvangen. In zijn boek Zwemvijvers geeft Jean Vanhoof uitleg over deze bijzondere biotoop, bestaande uit zogenaamde helofyten, planten die werken als een biologische filter. “Helofyten nemen zuurstof op uit de lucht en transporteren die via hun luchtkanaaltjes naar de wortels, die zich op een diepte tussen tien en vijftig centimeter bevinden en daar na enkele jaren een dicht netwerk kunnen vormen. Rond de wortels ontstaan zo zuurstofrijke gebieden, waar zich grote hoeveelheden zuurstofminnende bacteriën vestigen. Aërobe bacteriën zijn onder meer Nistrosomas of Nitrobacter.”
Het geheim van een goedwerkend natuurlijk zwembad bestaat in het optimaliseren van die kleine bacteriologische ‘fabriek’ in een zo klein mogelijke ruimte. Het volume van het zuiveringsbekken bedraagt ten minste één vijfde van dat van de zwemvijver zelf. Hier speelt het lavagesteente een belangrijke rol, omdat de poriën ervan ideale ‘nesten’ zijn, schuilplaatsen voor de bacteriën.
Kortom, een waterzuiveringsbekken is in feite een soort van watertank met een diepte van ongeveer 180 centimeter. Hij zit boordevol lavastenen en planten die normaliter in moerasgebieden of langs de oevers van waterlopen groeien. Die planten doen veel meer dan organische stoffen afbreken. De natuurlijke zwemvijver moet ook nog afrekenen met andere ‘gevaren’ : schadelijke kiemen zoals coliforme bacteriën, salmonella, streptokokken of kiemen die botulisme veroorzaken. Die worden bestreden met een rietsoort zoals Acorus calamus.
Met deze principes voor ogen wordt de zwemvijver aangelegd. Daarvoor kunt u terecht bij verscheidene installateurs, elk met een eigen visie op het esthetische aspect van de zaak. Zij verzorgen zowel de aanleg van het zuiveringsbekken als van het traditionele zwembad ernaast. Dit laatste is noodzakelijkerwijs een lekvrij, gemakkelijk schoon te maken bad, afgeboord en bekleed met synthetisch materiaal. Behalve beton komen daarvoor drie soorten materiaal in aanmerking : polyester en twee liners – EPDM (synthetisch rubber) en Polyolefin (op basis van verscheidene lagen polyethyleen).
Twintig vierkante meter volstaat
Peter Bronswijk is samen met zijn vrouw Karin eigenaar van De Watertuin, een kwekerij gespecialiseerd in waterplanten. Vijvers en hun biotoop zijn Peters grote passie. Het is voor hem een erezaak aan te tonen dat een zwemvijver ook in een kleine tuin naar behoren kan werken. Voor hem volstaat een ruimte van 20 vierkante meter. Hij is een van de zeldzame gebruikers van Polyolefin, omdat het een langere gewaarborgde levensduur heeft dan gelijkaardige liners.
Lode Bourez en Servaas Blockeel gebruiken allebei EPDM. Lode Bourez was een van de allereersten om het principe van het biologische waterzuiveringsbekken toe te passen op een zwemvijver. Hij is ook op nog andere vlakken een pionier. Zijn zoon Karel heeft een onderwaterpomp ontwikkeld die 80.000 liter water per uur kan pompen met een vermogen van amper 350 watt. Hij heeft ook een systeem uitgedokterd dat het waterniveau voortdurend controleert, zodat het zuiveringsbekken altijd actief blijft. “Ook in ons klimaat en zelfs in de winter moet men rekening houden met een natuurlijke verdamping van het water.”
Op het technische vlak is het werk van Servaas Blockeel te vergelijken met dat van Lode Bourez. Beiden hebben al een aantal ‘oude’ vijvers omgebouwd tot zwemvijver. De foto’s van vóór en ná hun ingreep zijn overtuigend genoeg. De zwemmers kunnen hun hartje ophalen in kristalhelder en biologisch zeer zuiver water. De voor de hand liggende conclusie is dat waterzuivering door middel van planten zijn deugdelijkheid intussen bewezen heeft.
Servaas Blockeel heeft ook een interessant project verwezenlijkt dat afwijkt van het romantische beeld van een zwemvijver. De structuur is massief en van beton, en lijkt goed op een klassiek zwembad. Via een waterval komt het water van het zwembad echter in de ‘filter’ met waterplanten terecht. Deze waterval is niet alleen een esthetische troef, maar voegt ook zuurstof aan het water toe, wat de activiteit van de aërobe bacteriën verhoogt.
Guy Bohyn bekijkt dit aspect vanuit een andere hoek. Hij pompt onderaan lucht in de zwemvijver via kleine buisjes die zuurstofbelletjes verspreiden.
Bohyn is ook op andere vlakken origineel. In tegenstelling tot zijn collega’s gebruikt hij polyester. Volgens hem heeft die bekleding een hele rist voordelen : zeer flexibel qua vormgeving – zonder naden of plooien -, zeer bestendig, gemakkelijk te onderhouden, gemakkelijk te kleuren (een bijna onbeperkte keuze in kleurschakeringen) en lange levensduur.
Welk materiaal men ook kiest, eigenaars van zwemvijvers moeten leren leven in en (samen)werken met de natuur. Dit betekent dat men rekening moet houden met de grillen van de natuur. Tot de vervelendste bezoekers behoren ongetwijfeld draadalgen die het zwemmen onaangenaam maken. Dit komt vaak voor in het begin van het seizoen en vooral in water dat rijk is aan nitraten en fosfaten, zoals het grondwater in landbouwgebieden die intens bebouwd (lees : overbemest) worden.
“Als uw zwemvijver goed ontworpen is”, zegt Lode Bourez, “vindt de biotoop in enkele dagen tijd opnieuw zijn evenwicht. In tien procent van de gevallen zijn er problemen. Dan wordt een ultrasoon systeem gebruikt. Het is in elk geval uit den boze scheikundige onkruidverdelgers of onkruidverdelgers op basis van zware metalen te gebruiken. Dat zou toch al te gek zijn : eerst kiezen voor een natuurlijke oplossing en dan gif gebruiken.”
Nog andere moderne technieken behoren tot de mogelijkheden, zoals UV-stralen die de ontwikkeling van vrije bacteriën in het water – waartoe ziekteverwekkende kiemen behoren – tegenwerken. De bacteriën die zich onder andere op lavasteen vestigen, worden niet aangetast door zulke stralen.
Al deze technische beschouwingen zijn nuttig, ja zelfs noodzakelijk om een zwemvijver in stand te houden. Maar de poëtische toets die een zwemvijver toevoegt aan een tuin is van onschatbare waarde. Mooie voorbeelden zijn die rechthoekige vijver in het verlengde van een rij beuken of het schijnbaar eindeloze kanaal dat boomkweker en tuinondernemer Marc Moris aanlegde in zijn privé-tuin. Het vormt een natuurlijke grens tussen twee delen van het domein en is tegelijk een zwemvijver. n
Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier