ZUSTERS IN DE STRIJD

Werkneemsters van een grote Fordfabriek betogen voor een eerlijk loon in de film 'Made in Dagenham'. © GF

Geen meer uiteenlopende films denkbaar dan de dramedy Made in Dagenham en de documentaire Women Are Heroes. Maar één ding hebben ze gemeen : allebei gaan ze over heel gewone vrouwen die boven zichzelf uitgroeien in een wereld gedomineerd door mannen.

Het is geen toeval dat beide films in de zalen komen op 8 maart 2011, de honderdste verjaardag van de Internationale Vrouwendag. Vooral jonge vrouwen halen daar misschien hun schouders bij op : Vrouwendag, feminisme, waarvoor is dat nog nodig ? Is de strijd dan niet gestreden, zijn de gelijke rechten voor man en vrouw geen feit misschien ? Sterker nog, stond onlangs niet in alle kranten dat Vlaamse vrouwen tegenwoordig per uur iets meer verdienen dan mannen ? Nuance : in de eerste plaats gaat het enkel om vrouwen tussen 25 en 40 jaar. Globaal verdienen vrouwen nog altijd minder. Doordat ze meer deeltijds werken, hun loopbaan vaker onderbreken, en dus minder anciënniteit opbouwen en minder promotie maken. Bovendien komen ze ook nu nog vaker in slechter betaalde sectoren en banen terecht. En ach, hoe relatief is de gelijkheid tussen man en vrouw en hoe recent verworven, zoals blijkt uit Made in Dagenham, een montere Britse indieprent over het tot stand komen van de Equal Pay Act in 1970. In driekwart van de wereld is gelijkheid overigens nog steeds een regelrechte utopie, getuige de heldhaftige Braziliaanse, Cambodjaanse, Keniaanse en Indiase vrouwen in de documentaire Women Are Heroes.

Made in Dagenham Heldinnen worden niet geboren, ze worden gemaakt

“Ik schaam me diep, maar vóór ik aan deze film begon, had ik nog nooit van de dappere vrouwen van de Fordfabriek gehoord”, zegt Sally Hawkins, de pittige actrice die in Made in Dagenham het hoofdpersonage Rita O’Grady vertolkt, een doodgewone arbeidster die een staking op touw helpt zetten die uiteindelijk wereldwijd industrie en vakbonden door elkaar schudt. De film is gebaseerd op echte feiten : in 1968 zijn in de enorme Fordfabriek in Dagenham, Essex, 185 van de 55.000 werknemers vrouwen. Zij werken in het oudste deel van de fabriek, ijskoud in de winter, bloedheet in de zomer, waar het geregeld binnenregent. De sfeer onder de vrouwen is goed, ze maken er het beste van. Maar dan wordt er een reorganisatie doorgevoerd, waarbij de vrouwen, die de bekleding van de autozetels maken, als ongeschoolde arbeidsters geclassificeerd worden en veel minder gaan verdienen dan de mannen. Als de vrouwen het werk neerleggen, is dat aanvankelijk met steun van de vakbonden, hun mannelijke collega’s en hun echtgenoten en vaders, die vaak ook bij Ford werken. Maar dat verandert als door een gebrek aan afgewerkte autostoelen de hele productie stilvalt en alle werknemers werkloos worden. De druk op de vrouwen om hun actie stop te zetten neemt toe, maar gelukkig krijgen ze steun van Barbara Castle, de temperamentvolle staatssecretaris voor Werkgelegenheid in de labourregering van Harold Wilson.

Eén en ander is ter wille van het filmverhaal flink geromantiseerd, maar de feiten kloppen. Zelfs het incident waarbij de zogenaamde Revlon Revolutionaries in Londen gaan betogen en hun spandoek niet uitgerold krijgen, zodat het We want sex leest in plaats van We want sex equality, klopt met de werkelijkheid. De boodschap van Made in Dagenham is duidelijk, dit gaat over de originele girlpower, de strijd van vrouwen die in al hun politieke onervarenheid een rechtvaardige behandeling eisten en uiteindelijk geschiedenis schreven. Ter voorbereiding van haar rol ging Sally Hawkins met een paar van de oorspronkelijke staaksters praten : “Geweldige vrouwen, met veel gezond verstand en gevoel voor humor. Toen ik hun verhalen hoorde, realiseerde ik me hoezeer wij vrouwen nu boffen, wij hebben oneindig meer mogelijkheden dan onze voorgangsters.”

Een ander belangrijk thema van de film is solidariteit, en niet alleen onder de arbeidersvrouwen. Rita kan immers ook rekenen op de sympathie van Lisa, die ze kent van de school van haar kinderen en die de vrouw van de fabrieksdirecteur blijkt te zijn. Als daad van verzet tegen haar betuttelende echtgenoot leent Lisa Rita zelfs een vuurrode Bibajurk voor haar ontmoeting met Barbara Castle. De sfeer van kameraadschap tussen de personages sloeg over op de actrices. Hawkins : “Zelden zo hard gelachen als op de set van Made in Dagenham. De vrouwen in de fabriek namen het voor elkaar op en van de weeromstuit kregen wij actrices ook een ‘vrouwen onder elkaar’-band. Een niet onbelangrijke rol daarbij speelde de locatie. Omdat we niet in de originele Dagenhamsite konden draaien, deden we dat in een onlangs ter ziele gegane Hooverfabriek in Wales. Duizenden arbeiders hadden daar hun baan verloren, we probeerden zoveel mogelijk lokale mensen bij de opnames te betrekken. De aanwezigheid van vijftig echte werkloze fabrieksarbeidsters als figuranten op de set wakkerde onze strijdvaardigheid alleen maar aan. Want laten we wel wezen, de strijd is nog niet gestreden. Ook in de filmwereld zijn het nog altijd overwegend mannen die de plak zwaaien.”

Made in Dagenham van Nigel Cole (Calendar Girls) met Sally Hawkins, Miranda Richardson, Rosamund Pike en Bob Hoskins, vanaf 9 maart in de zalen. Info : www.cineart.be.

Wij geven tweehonderd kaarten weg voor de avant-première van Made in Dagenham. Surf naar www.knackclub.be. Actie voorbehouden voor leden van de Knack Club.

Women Are Heroes Hoedsters van het leven

Een jonge vrouw in Kibera, één van de meest deprimerende sloppenwijken van Nairobi, Kenia. “Ik hoop dat de mensen die mijn foto zien zich afvragen wie ik ben en wat ik van mijn leven maak”, glimlacht ze schuchter. Anonieme vrouwen een gezicht geven, in hun eigen omgeving en in de rest van de wereld, dat was de bedoeling achter het project Women Are Heroes van de jonge, Franse guerrillafotograaf JR. Wie er achter die initialen schuilgaat, probeert hij hardnekkig geheim te houden. Eerder al doken zijn meer dan levensgrote portretten van kansarme jongeren uit de ban-lieues op in Parijse bourgeoisbuurten. Onuitgenodigd, dat spreekt. Toen de foto’s op het Parijse Hôtel de Ville verschenen, werd het project officieel. In 2007 organiseerde JR samen met zielsverwant Marco de grootste illegale fototentoonstelling ooit. Het opzet van Face to Face was om enorme portretten van Israëli’s en Palestijnen tegenover elkaar in acht Israëlische en Palestijnse steden te afficheren, aan beide zijden van de scheidingsmuur. Onmogelijk, beweerden experts. Maar hij speelde het klaar.

En toen was er Women Are Heroes, een project dat al bij al drie jaar in beslag nam. Voor dit staaltje van pervasive art trok JR naar plekken waar de media alleen opduiken als het er grondig scheef zit : naar Morro da Providencia, de gevaarlijkste favela van Rio de Janeiro, gecontroleerd door drugshandelaars, en naar krottenwijken in Cambodja, India, Sierra Leone, Kenia. Hij maakte er enorme close-ups van vrouwen, jong en oud, mooi en lelijk, die leven in een door mannen gecontroleerde wereld waarin het geweld prominent aanwezig is. En in die grimmige wereld, waarin ze vaak oog in oog staan met de dood, zijn zij verantwoordelijk voor het leven en creëren ze ook in crisissituaties een context van normaliteit. Want er moeten kinderen gevoed, gewassen en naar school gestuurd worden, en krotten leefbaar gemaakt. Op muren en daken, kapotte bruggen en rijdende goederentreinen toonde JR vrouwengezichten, soms zelfs alleen ogen en monden : triest, lachend, spottend, strijdvaardig. Kunst in een sloppenwijk, is dat niet absurd ? Maar nee, de vrouwen zijn trots op die portretten, eindelijk krijgt hun wijk aandacht voor iets anders dan miserie en geweld. In Kenia gingen kunst en sociale actie hand in hand : de portretten werden op vinyl afgedrukt dat meteen ook als waterdichte dakbedekking fungeerde.

Maar beelden volstonden niet als eerbetoon aan deze moderne heldinnen. JR wilde hen ook een stem geven. En dus kwam er een indringende documentaire die de vrouwen toont in hun eigen leefwereld : het claustrofobische van de steegjes en steile trappen van de favela’s, de chaos van een sloppenwijk die door speculanten wordt neergehaald. En nee, dit is geen fotogeniek miserabilisme. Of het nu een jonge Ke-niaanse is die ondanks alles in haar eigen capaciteiten gelooft, of een grijzende Indiase die toont hoe zij als jonge vrouw verkrachters met een mes op afstand hield : dit zijn waardige, genereuze vrouwen die met hun gezond verstand, veerkracht en hoop op een betere toekomst voor hun kinderen de ruggengraat van de samen-leving vormen.

De documentaire van JR loopt vanaf 9 februari in de zalen. Info : www.womenareheroes.be.

DOOR LINDA ASSELBERGS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content