Een warrige week was het, waarin eerst bijna een oorlog uitbrak en het toen alsnog het zachtste weer werd sinds de metingen, met beelden van schaarsgeklede meisjes die likten aan waterijsjes. Steeds vaker snak ik ernaar om mij los te koppelen van de mood swings van de media. Wat anders zijn radio en televisie, alsook het internet, dan elektrische aanzuigmachines voor onzin en wereldleed waaraan je toch niets kunt veranderen ?

Maar mooie dagen waren het zeker en ik liep off line door slordig bijeengehouden straten. ‘Internetclub’, stond boven de deur van een pand dat op het punt stond te worden afgebroken. Zo nineties, dacht ik. Weggelopen uit de tijd dat het internet nog zoiets was als bridgen, een zeldzaamheid waarvoor clubs opgericht dienden te worden. Ik herinnerde mij hoe ik, als early adopter, een e-mailadres had, maar nog niemand naar wie gemaild kon worden. In arren moede stuurde ik dan maar een berichtje naar de toeristische dienst van het Groothertogdom Luxemburg, waar wellicht ook iemand achter een computer zat die blij was dat hij eens een mail kon beantwoorden. ‘Dit keer mĆ©t bijlage’ was nog niet uitgegroeid tot de meest gebruikte zinsnede van het e-mailtijdperk.

Ik liep verder en bemerkte achter een van de ramen een fles azijn van De Blauwe Hand, alsook – zonder naspeurlijk verband – een stel uitgetrapte vrouwenlaarzen. Aan de voet kunnen laarzen sexy zijn, maar aan hun lot overgelaten worden het voorwerpen die van alle hoop zijn verstoken.

Op het terras van een cafĆ© waarvan de naam zowel ‘zwerver’ als ‘klimroos’ kon betekenen, zette ik mij neder, in het gezelschap van tal van onbekenden die genetisch geprogrammeerd waren om zich verder te verspreiden. Uit de luidsprekers vloeide een klaaglied waarvan de viscositeit iets te hoog was en dat ik herkende als Still loving you van The Scorpions. Dat peuterde herinneringen naar boven, ondanks de bombast, en ik stelde vast dat ik het een en ander miste dat in de tijd zoek geraakt was. Zo gaat dat in het leven : het ene moment sta je op de klanken van Paradise by the Dashboard Light luchtgitaar te spelen en ben je bang voor de toorn van je vader. Het volgende moment is je vader een handvol knoken en kijk je op Facebook naar foto’s van je eerste lief en van haar dochters in de geslachtsrijpe leeftijd, die de jeugd van hun moeder hebben gestolen. In dat opzicht zijn kinderen wezens van een onbedoelde wreedheid.

Ik dacht aan mijn oudste dochter, die onlangs de ware identiteit van de sint achterhaald heeft. Verklapt door haar vriendin uit het tweede leerjaar. Ze reageert erop met gepaste trots, alsof ze nu is opgenomen in een bondgenootschap van ingewijden. Vreemd is wel dat ze koppig bij de Paasgaas blijft zweren, uit schrik misschien dat hij anders straks niet meer zal komen. Ik vind dat niet erg, vermits de meesten van ons een leven lang in allerlei fabeldieren geloven.

De zon draaide weg achter de torenspits van het hotel dat in de oorlog nog als soldatenlazaret gediend heeft en zette mij in de schaduw, waardoor ik het gevoel kreeg een detail te zijn in een gigantische zonnewijzer. Dat maakte mij op aanschouwelijke wijze bewust van het verstrijken van de tijd en van het hemellichaam waarop wij met zijn allen rondjes in de leegte draaien. Enigszins verontrust door de vaststelling dat ik nog altijd mijn Catcher in the Rye of Ace of Spades niet had geschreven, rekende ik af en begaf mij naar huis, echter niet zonder eerst aan te wippen bij de plaatselijke slager. “Ze mogen goed droog zijn”, zei ik hem, een zinnetje dat klinkt als de titel van een Vlaamse serie en dat ik nooit krijg uitgesproken zonder een vage schaamte. Van alle woorden die ik ken, behoren deze tot de meest banale, maar op sommige momenten kan er van de afwezigheid van poĆ«zie een niet te onderschatten troost uitgaan.

Jean-Paul Mulders jp.mulders@skynet.be

Aan de voet kunnen laarzen sexy zijn, maar aan hun lot overgelaten worden het voorwerpen die van alle hoop zijn verstoken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content