Architect Pascal Van der Kelen hertekende een flat uit de jaren dertig en volgde daarbij voluit zijn voorliefde voor zuivere vormen en monumentaliteit.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Hier kreeg hij een bestaande situatie voorgeschoteld, een ruime flat met een lang, rechthoekig grondplan, een typisch Antwerpse flat van voor de oorlog. Hoewel het gevaarlijk is om van een streekgebonden aanpak te spreken, valt het ons toch op dat de meeste Brusselse flats breder zijn ontworpen. Zo’n diep appartement heeft per definitie een somber middenstuk waar amper licht invalt. Dus diende de architect een aantal oplossingen te bedenken om dat gedeelte wat te verhelderen.

“Aan grote, structurele werken kun je natuurlijk niet denken, omdat je rekening moet houden met een bestaande toestand”, legt Pascal Van der Kelen uit. “Toch heb ik enkele binnenmuren weggehaald. Zo verdween de kleine hal, nu val je met de deur in huis. Dit laat het licht ook dieper doordringen. We hebben ook alle mogelijke lichtbronnen benut, zoals een extra lichtkoker, die zit ergens halverwege. Dat raam voorzagen we wel van matglas, omdat die koker niet mooi is om op te kijken. Achter dat glas zit er trouwens neonlicht voor ’s avonds. Ook de keuken is vrij donker en kreeg daarom zo’n strakke belijning. Een wand met matglas zorgt ervoor dat ook daar licht binnensijpelt.”

Voor de fotograaf is het bijzonder moeilijk om van dat hoekje een opname te maken. Functioneel is die donkere hoek wel, want wie er langsloopt, op weg naar de slaapvertrekken, krijgt het gevoel naar het licht toe te wandelen.

De flat is op zijn mooist in de winter, als een laagstaande zon haar stralen diep laat invallen en zo de perspectieven versterkt. Doordat veel ruimten in elkaar overlopen, kon Van der Kelen enkele sterke doorkijken creëren. Vooraan springen twee hoeken in het oog, de grote zithoek waarvan de architect de banken en het bureau aan het venster ontwierp, en de kleine zithoek ernaast, met een dagbed voor een haard. De inrichting is strak en uitgesproken architecturaal van opvatting: Van der Kelen beperkte de franjes en ontwierp grote, krachtige volumes die duidelijk zijn afgelijnd.

De brede bank waarboven het kunstwerk van Fred Eerdekens, lijkt een ode aan Jean-Michel Frank. Hij tekende ook de salontafel en de eettafel met de bijbehorende zitjes. De kleine zithoek daarnaast is ongetwijfeld de aantrekkelijkste plek van de hele woning. Van deze leeshoek is een deel van de muur bezet met een plint van bruingrijze pietra serena, dezelfde steen van de salontafel.

Boven de chaise longue vinden we twee boekenplanken, waarop de boeken gestapeld zijn als de skyscrapers van een grootstad. Boven de kleine haard hangt een foto van Christian Kieckens.

Datzelfde gracieuze spel van vlakken en volumes herhaalt hij in de hele flat. In de eetkamer staat er een laag buffet, visueel de pendant van de zitbank vooraan, hier kreeg een foto van Dirk Braeckman zijn vaste plaats.

De badkamer is klein, maar praktisch opgevat en visueel erg aantrekkelijk door het gebruik van mooie vlakken bruine lavasteen. De deuren sluiten naadloos aan op de wanden, zonder omlijsting. Ook in de slaapkamer valt de monumentaliteit op. Hier zouden kleine meubelen de ruimte verengen in plaats van ze te verruimen.

Pascal Van der Kelen is erin geslaagd de flat in zijn oude glorie te herstellen. Het appartement werd door de vorige bewoners volledig van uitzicht veranderd, grote delen van het interieur werden bekleed met roze marmer. Van der Kelen haalde de sfeer van het interbellum terug, zonder af te glijden in een nostalgische art-decostijl.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content