De man achter de succescollecties ‘Chine’ en ‘Mer du Nord’ verbouwt en decoreert zijn huizen zelf en kiest voor wat hij zuivere soberheid noemt : zijn huisstijl. In Het Zoute bezoeken we de vakantiewoning van Luc Duchêne.

Als hij niet over kleren spreekt en je rondleidt in zijn woning, dan zou geen haar op je hoofd eraan denken dat dit een modeman is. Luc Duchêne praat als een doorgewinterde interieurdesigner over vloeren, wanden, meubels, hout en tegels. Geen enkel detail ontsnapt aan zijn aandacht. Zijn bagage en enthousiasme bewijzen dat hij hier uren sleet met zijn ambachtslui. “Dat is voor mij bijna dagelijkse kost”, zegt hij. Dan denk je meteen : hoe vindt deze man daar de tijd voor ? Hij werkt hij in zijn ontwerpatelier, begeleidt modefotografen en selecteert mannequins.

“Waarom ik me van alles aantrek ? Ten eerste omdat ik het boeiend vind. Maar wat ik echt wil, is dat alles waar we mee bezig zijn harmonie uitstraalt. Bekijk mijn collecties en catalogi, mijn winkels en mijn huizen : daar zit een lijn in. Mijn hele leven heb ik alles zelf gedaan, en ik ben van niets begonnen. Dat maakt het misschien wat makkelijker om het in de hand te houden. En het resultaat is die eenheid. Loop je nu door mijn bureaus in het Arsenaal in Brussel of in dit huis, overal komt er een gevoel voor levenskwaliteit naar boven”, aldus duivel-doet-al Duchêne.

Natuurlijk voelen wel meer modelui zich aangetrokken tot interieurinrichting. Enkele gerenommeerde interieurdesigners komen trouwens uit de modewereld, zoals de kleurrijke Parijzenaar Frédéric Mechiche. De voorouders van de uit Dinant afkomstige Luc Duchêne zaten ook min of meer in het decoratievak. Maar bij hem gaat het om méér : hij wil de plaatsen waar hij verblijft of waar zijn collecties hangen, zelf vormgeven. Hij zorgt er met andere woorden voor dat alles bij elkaar past en dat zijn kleren niet in een verkeerde context terechtkomen. Daarom richt hij ook zijn winkels in. In de loop der jaren ontwikkelde Duchêne een eigen werkwijze die getuigt van een hoge graad van spontaneïteit, waar veel projectontwikkelaars en architecten nog iets van kunnen leren. Want in deze tijd waarin er zoveel vergaderd wordt en men graag uitpakt met lijvige dossiers en plannen, kiest Luc Duchêne voor de directe aanpak. “Ik vraag zelfs zelden een kostenraming, weet je”, vertrouwt hij ons toe. “Als we aan een project beginnen, een huis of een winkel, dan vliegen we er meteen in. Zo heb ik mijn landhuis in Saint-Tropez in amper zes maanden tijd volledig verbouwd. Dat hadden ze daar nog nooit gezien. Het geheim zit in de ploeg waarmee ik me in de loop der jaren heb omringd, met ontwerpers, in het bijzonder de Brusselse interieurarchitecte Esther Gutmer, en aannemers. Die duiken in elk project weer op en zijn dus goed op elkaar ingespeeld. Mijn woningen zijn de vrucht van die samenwerking.”

Waar Luc Duchêne het grootste deel van zijn tijd doorbrengt, wil hij zich thuis voelen en daarom heeft hij enkele vaste ankerpunten, de vakantiehuizen in Saint-Tropez en Knokke en wat hij noemt ‘het basishuis’ in Brussel. “In een eigen huis kan je van alles intenser genieten, kom je echt tot rust en kan je bovendien werken. Daarom heb ik verschillende huizen, liever dan op hotel te gaan. Dat vind ik enkel leuk in een grote stad. In mijn huizen heb ik veel geld en tijd gestopt, omdat ze mijn hobby zijn.”

Het vakantiehuis in Het Zoute ligt in een uitgestrekt bos naast de golfbaan. “Een uitgelezen plek”, zegt Duchêne. “Zelfs in de zomer zie je hier geen mens. De woning is een dertigtal jaar oud en zag er voor mijn komst oubollig en triest uit, met veel kitscherig smeedwerk en donkere eik. Bovendien waren de ruimtes klein en de keuken minuscuul.” Ook de tuin werd onder zijn leiding aangepast. Er kwam wat meer open ruimte en een groot terras, dat in de zomer een soort extra woonkamer wordt. Voor het interieur werkte hij samen met zijn vaste architecte, Esther Gutmer. Er werden binnenmuren gesloopt voor een vlottere circulatie, omdat er minder van elkaar afgesloten ruimten en gangetjes restten. Vooral de grote woonkamer maakt een royale indruk, met een dubbele zithoek en een enorme tafel vanwaar je ver in de tuin kan kijken. “Ik hou van ruimte en panoramische gezichten. Een grote woonruimte wordt nog mooier als er veel mensen zijn. Hier mogen zes mensen in de keuken staan en tien aan tafel zitten, toch voel je dat niet. Dat komt ook omdat het interieur simpel en sober is. Er hangt wel wat kunst, zoals in al mijn gebouwen, maar voor de rest is er niets gesofisticeerds. Dat is het geheim. Sommigen geven te veel geld uit aan hun interieur, maar van een huis mag de rijkdom niet afdruipen.”

Omwille van de rust ging er veel aandacht naar de afwerking. “Er waren hier overal blote bakstenen, dat is zeer onrustig. Alles is nu allemaal weg. Alleen in de keuken zie je nog wat geschilderde baksteen. Alle andere muren zijn gepleisterd en zacht van tint. Ook de eiken balken kregen een laag kalk. Aan de vloeren hecht ik nog meer belang. Overal ligt er teak dat niet werd behandeld en daardoor een prachtige natuurlijke en zuivere patina krijgt.”

Veel verschillende materialen zijn er niet behalve teak, wat eik, wit marmer in de natte cel en blauwe hardsteen in de keuken. Luc Duchêne houdt van deze Belgische steensoort die mooier wordt na intensief gebruik. Hij vindt de keuken bijzonder aangenaam omdat er mooi licht in valt en het op deze plek eigenlijk altijd aangenaam is, vooral ’s ochtends. Ook hier staat er een grote tafel die hij op maat liet maken, wat erop wijst dat dit vakantiehuis zowel voor de familie als de ruime vriendenkring is bestemd. “Het is een vakantiewoning, er zijn dus weinig souvenirs en los meubilair. Overal brachten we muurkasten aan. Zo’n woning moet gezellig, huiselijk en vooral onderhoudsvriendelijk zijn. Je moet je hier meteen thuis voelen en daarom is de haard belangrijk. Die brandt bijna altijd. Als we hier arriveren, is het aansteken van de haard een vast ritueel. Dit vuur is de centrale pleisterplek van het huis. Op alle plekken waar ik woon, zijn er haarden. Die zijn nooit petieterig, maar stevig uit de kluiten gewassen.” Rond de haard is de bibliotheek vol boeken over zeilen, vissen en uiteraard de Noordzee. Er staan ook wat kleine kunstwerkjes samen met wat kleinodiën van Hermès. Luc Duchêne noemt zich een fan van dat merk en verzamelt er van alles en nog wat van, van oude aanstekers en agenda’s tot en met antieke boekentasjes. Voor de rest is alles vrij strak van lijn, ook het robuuste meubilair, vooral geplukt uit de designcollectie van Christian Liaigre, dat perfect past bij de Noordzee-sfeer van de woning.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content