Zondagskinderen
Zij bestelt sprookjes bij hem. Hij noemt haar de Voortvluchtige Vrouw. Samen
spelen ze spelletjes op zondagmiddag. Wat auteur Oscar van den Boogaard (43)
en ontwerpster Veronique Branquinho (34) bindt : hun zin voor dualiteit.
Ernst en lichtvoetigheid, op een zucht van elkaar.
OSCAR VAN DEN BOOGAARD
Veronique in vijf begrippen ? Ambigu, ontwijkend, pure elegantie, snelheid van het licht, suikerzoet.”
“Ik ken niemand met wie ik de vrolijkheid zo kan delen als met Veronique. Het gevoel waarbij je door de stad wil huppelen en hondjes aaien. Veronique kan plaatjes draaien, we kunnen badmintonnen in het donker en heel goed liedjes meezingen. Samen kunnen we vier jaar oud zijn. En toch is het geen relatie van giecheldegiechel. We zijn ernstig met ons werk bezig. Ik schrijf overdag superexistentialistische literatuur, zij leidt een modebedrijf. Maar daarnaast willen we vooral een geweldig leven.”
“Onze vriendschap lijkt door God gestuurd. Op de dag dat ik voor het eerst van Veronique Branquinho hoorde, heb ik haar ontmoet. Het was in 1999, zij en ik aten toevallig in hetzelfde restaurant. Ik had die ochtend een interview met haar gelezen in Weekend Knack. Daarin vertelde ze dat Madame Bovary haar fascineerde. Dat ze haar niet begreep, maar haar wel wilde begrijpen. Ik schreef haar toen op een servet een briefje : ‘Veronique, ik hoop dat je Madame de Bovary nooit zult begrijpen’.”
“We liepen elkaar al wel eens tegen het lijf. Op een dag gaf ik haar Masculin, féminin van Jean-Luc Godard. Ik vond dat ze die moest zien, omdat het een vrolijke film is, en omdat ze me deed denken aan de actrice, Chantal Goya. In diezelfde periode wilden mijn vriend Steven en ik een appartement kopen. Met een makelaar bezochten we een penthouse, en ik zag op de vensterbank diezelfde video liggen. We stonden in het huis van Veronique en haar ex-vriend Raf Simons, besefte ik later, wat meteen verklaarde waarom er zoveel kleren van hun beider merken in de kast hingen.”
“We kochten het appartement. Omdat Veronique het moeilijk vond om afscheid te nemen van haar huis, beloofden we haar dat ze altijd mocht komen logeren als ze het miste. Sindsdien zijn we vrienden. Intussen wonen we allebei op het platteland. Toen zij haar bungalow in Schiplaken kocht, wilden we daar ook in de buurt gaan wonen. Het is uiteindelijk Sint-Martens-Latem geworden. Dus nu kunnen we bij elkaar gaan logeren.”
“We zijn erg goed in feestjes bouwen. We hebben al heel veel champagne gedronken samen. Een fijn ritueel is de zondagmiddag doorbrengen bij elkaar. De open haard aan, de fles champagne erbij, lekker koken en het kaartspel op tafel. Tegenwoordig zijn we ook dol op pokeren met dobbelstenen.”
“Voor de catalogus van haar tentoonstelling, schreef ik een sprookje. Het gaat over een graaf die aan de rand van een bos woont, en verliefd wordt op een vrouw die hij daar ontmoet. Maar dan verdwijnt ze. De graaf gaat op zoek, naar de vrouw die oplost in het ondoordringbare woud. Zo zie ik Veronique. Als iemand die gefascineerd is door het dwalen. De anderen moeten haar dan gaan zoeken. Mooi vind ik dat. Zeker als zij zich verloren voelt, lijk ik wel eens de opa die raad geeft. Moeilijk vind ik dat niet. Ik bekijk de wereld zoals een astronaut, met grote afstand.”
“Ik draag haar mannenkleren, ja. Veronique inspireert me. Mijn eerste toneelstuk, Luciasmelt, ging gedeeltelijk over haar. Ook in Een bed vol schuim komt ze ter sprake. Dat verhaal, dat over een scheiding gaat, speelt zich trouwens af in dat bewuste appartement. Niet dat ik haar zelfverklaarde ambassadeur ben. Mijn romans zijn als een dagboek. Net als kleren voor haar een dagboek zijn. Wat belangrijk is, krijgt daarin een plaats. Vroeger dacht ik daar anders over. Ik had het vooroordeel dat literatuur over het innerlijke ging, en kleren maar over het uiterlijk. Klopt niet, weet ik nu. Mode hoeft niet ver af te staan van literatuur. We opereren alle twee vanuit het leven. Al vind ik nog altijd dat er in de mode een hoop super oninteressante mensen rondlopen.”
VERONIQUE BRANQUINHO
Oscar in vijf begrippen ? Snelle geest, ontwapenend, stromend, goedgehumeurd, gevleugeld.”
“Ik kende Oscar niet toen hij me die eerste keer aansprak. Dat servet heb ik trouwens bewaard. Niet veel later nodigde ik hem uit op een van mijn Opel Mantafeestjes. Elk seizoen gaf ik een feestje om iedereen die had meegewerkt aan de collectie te bedanken. Ik reed toen met een Opel Manta, het leek me een leuke naam. En vooral een mooi excuus om foute muziek te kunnen draaien. Het was een wilde nacht waar ik me verder weinig van herinner, maar de dag nadien vond ik een briefje in mijn jeans. Oscar had een Mantamantra voor me geschreven. Ook dat heb ik nog steeds.”
“Heel moeilijk vond ik dat, mijn appartement loslaten. Maar ik heb er twee vrienden, Oscar en Steven, voor in de plaats gekregen. Ik ben tevreden met de compensatie ( glimlacht breed). Veel vriendschappen groeien tijdens de studententijd, in situaties waar je veel tijd doorbrengt met elkaar. Bij ons was dat niet zo. Al vind ik dat we de beleefdheidsfrases vrij snel achterwege hebben gelaten.”
“Intussen ben ik vertrouwd met Oscars werk. Laatst nog las ik Bruno’s optimisme, een van mijn favoriete boeken. Oscar neemt heel veel zijwegjes in zijn verhalen, dat spreekt me aan. Het is niet altijd logisch, maar je gelooft het wel. Verhalen die recht op hun doel afgaan, vind ik minder aantrekkelijk. Niet het doel is belangrijk, maar de weg erheen. Die drang om te willen verdwalen heb ik heel sterk.”
“Ik schrok vooral, toen ik tijdens de première van Lucia Smelt mijn naam hoorde vallen op de scène. Natuurlijk had Oscar me niets verteld. Intussen werkt hij met Steven onder het pseudoniem Pearl Sweetlife aan een nieuwe roman. Zeeduivel voor Amalia verschijnt in mei. Hij plaagt me er vaak mee. Blijkbaar zou het hoofdpersonage op mij geïnspireerd zijn. ( gespeeld kwaad) Oscar, wordt het niet eens tijd dat ik die roman te lezen krijg ?”
“Onze karakters lijken sterk op elkaar. We geven ons graag over aan onze gevoelens. We zijn beiden Tweelingen, we kunnen heel zwaar en heel licht zijn. Onstuimig ook. De snelheid waarmee de gemoedstoestanden veranderen, is soms indrukwekkend. Als we samen zijn, zijn we soms met heel veel. Ruzie maken doen we niet. Ik maak niet graag ruzie, en met Oscar zou het zijn alsof ik ruzie met mezelf zoek.”
“Van Oscar kan ik meer verdragen dan van anderen. Als ik zwaarmoedig ben, kan hij me heel snel weer aan het lachen brengen. Hij slaagt er ook dikwijls in me de dingen vanuit een ander standpunt te laten bekijken. Hij mag dat, niet iedereen hoeft dat te proberen.”
“We hebben elkaar al in alle mogelijke omstandigheden meegemaakt. De remmen zijn al behoorlijk los geweest. Dat helpt. Je volledig laten gaan doe je niet bij iedereen. Het vertrouwen is groot. En de acceptatie.”
“Dat we ooit zouden samenwerken, lag voor de hand. De eerste keer was voor een theaterstuk dat Steven speelde, Nest. Ik deed de aankleding. Later was er de tentoonstelling over Rimbaud, waar Oscar medecurator van was en ik een kledingstuk voor heb gemaakt. Voor mijn expo werken we intenser samen. Oscar, zijn vriend, de acteur Steven Van Watermeulen en Sven Grooten van B-architecten verzorgen als het collectief Blitz de scenografie.”
“Het is plezant om met vrienden aan de vergadertafel te zitten. Zij kennen me, bieden nieuwe invalshoeken. Zij zien de tentoonstelling als de zoektocht naar het raadsel Veronique. Grappig hoe ze met nieuwe namen en begrippen voor de dag komen, zaken die ik nooit zou bedenken. Zoals de Voortvluchtige Vrouw waar het over gaat. Zo zien ze mij. Dat is goed, want in mijn werk heb ik nooit te academisch willen zijn. Ik hou eerder van sferen en emoties, van de scenario’s die ze samen bedenken. Ik leg de dingen niet graag uit. Oscar is veel mondiger. Hij mag het uitleggen.”
Info : van 12 maart tot 17 augustus loopt in het Antwerpse MoMu de tentoonstelling ‘Moi, Veronique Branquinho toute nue,’ ModeMuseum Provincie Antwerpen – MoMu, Nationalestraat 28, 2000 Antwerpen. Tel. : 03 470 27 70. www.momu.be
Door Cathérine Ongenae I Foto’s Lieve Blancquaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier