Zomerzotheid

Regende het ooit in Koksijde-aan-zee ? Niet wanneer wij er met vakantie waren, niet zolang ik er een kind was. Volgens mij was het er op het strand altijd heet als in een woestijn. We verkozen dan ook de ijsjes van Verdonck boven zijn babelutten, “spécialité de la maison” in karamelverpakking van het gerenommeerde snoephuis aan de kust.

Ik vergaapte me aan Koksijde als was het de hemel, een zalige wereld van sport en spel en exotische evenementen, het rondje op een kameel dat ik mocht maken, het optreden van een Franse zanger voor wie we laat mochten opblijven, “au temps des cerises”.

Op een middag won ik, anders geen haantje-de-voorste in zulke dingen, een hindernissenkoers voor kinderen. De prijzen werden uitgereikt aan een bestelwagen die als een kraampje was ingericht. De man achter de toog stak zijn hand naar me uit en ik, glimmend van zweet en trots, legde mijn handje in de zijne om zijn gelukwensen in ontvangst te nemen. De man schudde korzelig het hoofd en vroeg naar het kaartje in mijn andere hand dat iemand me aan de aankomst had gegeven en waarop het cijfer 1 stond geschreven. Ik schaamde me zo diep voor de misplaatste handdruk dat het mijn plezier vergalde en dat nog altijd doet, want het geheugen van een mens bewaart vernederingen overdreven hardnekkig.

Mooie herinneringen worden vager opgeslagen, maar die van mij aan Koksijde vullen toch een schatkist. Ze geven de badplaats de reputatie van paradijs en zon, zee en zand waarin het leven net een kinderijsje was. Daar kwam voor ons lang geleden een eind aan omdat onze moeder doodging en wij groot werden. Mijn zus en ik probeerden het één keer en dan nooit meer om op onze beurt met onze kinderen naar zee te gaan. Het bleek er toch te regenen en overvol te zijn. De kinderen klodderden met ijs maar ook met spagetti bolognaise.

Nadien kwam ik nog wel eens in Koksijde, op een keer zelfs voor een optreden als Vlaamse schrijfster in het klub- en kultuurgebouw naast de tennispleinen. Ik voelde me er Alice in Wonderland die krimpt en groeit en een gehaast wit konijn met een horloge tegenkomt.

Het ijssalon Verdonck bleek verbouwd en leek banaal. Was het alleen in mijn herinnering speciaal ? “Verdonck is failliet”, wordt me deze zomer voortverteld. Ik bel naar het moederhuis van de snoep- en ijsfabrikant om te zeggen dat zoiets toch niet kàn. “Neenee”, antwoordt een man die zich als “Verdonck” voorstelt maar anders heet en ook een gehaast wit konijn blijkt te zijn. “Er worden filialen afgestoten maar ik heb de zaak overgenomen. Ik werk met dezelfde ingrediënten. ” Dat beweert, bezweert de man : met dezelfde ingrediënten. Ik berust erin dat hun vermenging toch nooit als vroeger zal smaken.

BRIGITTE RASKIN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content