Zomer ’96. Tijd voor de techno-man

Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Neem nylon. Pak polyester. Syntetisch is sexy. De zomerman draagt een strak glanzend pak en heeft de blik op Internet. Als hij niet futuristisch gezind is, kiest hij linnen en kijkt hij naar de zee. De mode aarzelt tussen de techno-man en de strand-meneer.

LENE KEMPS

Er draait een Bladerunnerachtige-videoclip en een Kraftwerkachtige-soundtrack. Het Italiaanse merk Exté lanceert een nieuwe mannen- en vrouwenlijn. Glanzend vinyl, strak lycra, metaalachtig gaas en transparant plastic vol velcro-strips en ritsen. Opvallend is de manier waarop de lijn wordt verkocht. Geen perspraatjes over individualiteit en persoonlijkheid. Geen gezwets over stijl en elegantie. Deze lijn is op tribes (stammen) gericht, op kulturele groepen die gemeenschappelijke wensen hebben en kommuniceren via een net van subtiele kodes. Exté ziet een toekomstige wereld waar geografische grenzen verdwijnen en sociale, kulturele en raciale barrières verdampen. Een wereld verbonden door het Internet. Iedereen kan behoren tot de groep die hij zelf uitkiest. Leeftijd of ras, het heeft geen belang meer. De konsument stelt zijn eigen identiteit samen, zoals hij op het Internet zijn eigen informatie uitkiest. Kledingstukken zijn als letters van het alfabet waarmee iedereen zijn naam schrijft. De bouwstenen zijn beperkt, de mogelijkheden onbegrensd. In de Exté-terminologie : realfashion, virtual reality.

Walter Van Beirendock prezenteert tijdens zijn W & LT-show zijn interaktieve cd-rom. “The digital future of the fashion world has begun, ” zegt het persdossier. “De eenzijdige monoloog van de traditionele modeshow is vervangen door interaktieve digitale spelletjes. Interaktieve mode voor cyberkids ! “

Jeff Griffin die het Engelse label Griffin Laundry tekent, zit met zijn techno-street-kollektie op het Internet. “Het net kent geen grenzen en barrières”, zegt hij. “Mensen communikeren op een simpele en duidelijke manier. Internet maakt de modewereld kleiner en minder elitair. ” Beelden van zijn show zijn bijna onmiddellijk op de computer te zien en Griffin nodigt iedereen tot interaktie uit : http : //www. softop. co. uk/griffin-corp/. “The meeting of minds over modem. I love it”, aldus Jeff Griffin.

Het merk zoekt geen konsumenten meer, het proces gaat in de omgekeerde richting. Mode-marketing zoals we die de hele tijd hebben gekend, is dood. “Binnenkort bestaat er misschien helemaal geen marketing meer”, zegt reklameman Goos Geursen in een interview met MAN. “Konsumenten zullen hun eigen goederen en diensten en de reklame daarvoor tot in detail gaan mee-produceren. ” Goos geeft ondernemers de volgende raad : “Zorg dat je twee dingen hebt : een produkt of dienst, en een naam dan wel logo. Wees aanwezig, maar niet opdringerig. Zorg ervoor dat de konsument je makkelijk kan vinden, in de stad, in het landschap, in het digitale netwerk. ” Reklamemakers moeten af van dat doelgroepdenken, besluit Goos. Rob Dunk, marketing-man van Pepe Jeans, vertelt net hetzelfde. “De traditionele vorm van marketing, gebaseerd op een duidelijke doelgroep, werkt niet meer. Er bestaat geen doelgroep meer, wel vele kleine groepjes die voortdurend veranderen. Wanneer je ze te duidelijk aanspreekt, voelen ze zich beledigd en keren ze zich van je af. De konsument is marketing-intelligent en kan reklame in al zijn lagen ontleden. Met hem praten is geen eenrichtingsstraat, het vraagt een subtielere aanpak. “

Uit een recent onderzoek van Faces International, een Europees marketingbureau met klanten als Nike en Wrangler, bleek dat vrouwen de mode beu waren. Niet zozeer de produkten, maar wel de manier waarop ze werden aangeboden : nadrukkelijke reklame via topmodellen, agressieve winkels en onwerkelijke videoclips. “Het is duidelijk dat de konsument op een andere manier wil benaderd worden”, besloot Susan Rice, stichtster en direkteur van Faces International in Women’s Wear Daily. “Marketing en reklame moeten subtieler worden. Er is nood aan frisse ideeën en nieuwe keuzemogelijkheden. “

Misschien daarom dat zoveel kollekties hun produkten wegtrekken uit de klassieke modeomgeving en als levensmiddelen of louter industriële produkten voorstellen : vacuüm verpakt (zoals bij Exté), ingeblikt (Iceberg) of zelfs in een melkkarton (Etro).

Boegbeeld van de Exté-kollektie is namelijk een reeks vacuüm verpakte basics. Witte of zwarte T-shirts, jeans, singlets, sneakers en rugzakjes ; alles in luchtdicht plastic, industrieel verzegeld, met gebruiksdatum op de voorkant gestempeld. “Zoals bij eten”, zegt Exté-persattaché Marco Brusamolin. De produkten hebben geen naam, maar een identifikatiekode. Ze worden door Marco omschreven als “the DNA of dressing, ” bouwstenen van een futuristische mode.

In deze digitale tijden zijn de meest gebruikte bijvoeglijke naamwoorden in persdossiers ongetwijfeld virtueel, industrieel en technologisch. Runners-up in het grote blufboek van de mode zijn de woorden DNA, interaktief en Internet.

Tekenend voor de futuristische visie is het cadeautje dat we bij Exté krijgen : een spuitbus H2O, een waterverstuiver : een kompleet natuurlijk produkt, industrieel verpakt in een hoogtechnologisch jasje. Het klassieke pak krijgt dit seizoen een high-techglans.

“Met de vorm van mannenmode is niets mis”, zegt Jeff Griffin die veel leent uit de sektor workwear, uniformen en combatkleding. “Kleren hebben hun funktionaliteit bewezen, je moet ze gewoon aan de gevaren van morgen aanpassen. ” Dus gebruikt hij materialen die stand houden bij 350 C en beschermen tegen de vervuiling, het broeikaseffekt, het gat in de ozonlaag en algemeen asociaal gedrag. “Door het einde van de koude oorlog zijn een heleboel bedrijven overgeschakeld van stoffen voor militaire doeleinden naar materialen voor algemeen gebruik”, zegt Griffin. “Het zou dom zijn daar niet mee te werken. ” Zijn modellen dragen ruimte-brilletjes en doekjes voor de mond.

Niet iedereen is zo extreem. Meestal gebruikt men nylon sjiek gemaakt door Prada , polyester of plastic. De Iceberg-kollektie is er een van nylon jasjes, polyester cabans, pvc broeken en gerubberde T-shirts. Accessoires zijn van staal, ritsen zijn transparant en de bijbehorende baskets zijn ook alweer vacuüm verpakt. Dolce en Gabbana, de koningen van het hier en nu, tekenen in hun D & G-lijn een jongerenmode die ze radikaal als “contranatura” (anti-natuurlijk) en “sfacciatamente sintetiche” (brutaal syntetisch) omschrijven. Zij tonen jasjes van een banale toile cirée en anoraks van het soort plastic waarin je breekbare voorwerpen wikkelt. Walter Van Beirendock heeft het over een syntetische hel. Versace gebruikt nylon en leer voor zijn hoofdlijn. Hij toont klassieke witte pakken die je sluit met velcro, opvallende ritsen of drukknopen. “Techno-classico, ” is zijn omschrijving. Voor de komende reklamcampagne heeft Bruce Weber een van de modellen gefotografeerd in ondergoed van Versace en een astronautenpak, Apollo 13-stijl. “Het is mijn idee van de toekomst”, zegt Gianni Versace. “Avant-garde, technologie, de kracht van het individu, altijd klaar voor een nieuw avontuur. “

Mode is indien niet intergalaktisch, dan toch planetair geworden. Veel van de futuristische visies verwijzen logischerwijze naar de ruimte. Dolce en Gabbana hebben het over de D & G planet. Walter Van Beirendonck creëert een eigen sterrenstelsel en laat andere ruimtereizigers lichtjaren achter zich. Hij stuurt boodschappers uit het jaar 2013 de catwalk op. Zijn fantastisch defilé in het Lido is een groot Star-Trekavontuur vol transgalaktische toeristen, aliens en weirdo’s. Om de dames met veren in het achterwerk en op het hoofd niet te vergeten. Vliegende draken en paarden op het podium, een levensgroot videospel, een fontein die uit de grond oprijst en laserstralen in de lucht. Er is zoveel te zien dat je naar de kleding vergeet te kijken. Dat zijn overalls met optische bedrukkingen, kleurige strakke T-shirts, combatbroeken en zelfs nette pakken. Financier Mustang mag zich gelukkig prijzen met een modewonder als Walter. Gisteren Parijs, morgen verovert Wild and Lethal Trash het heelal.

Niet iedereen reist naar de ruimte. Sommigen gaan gewoon naar de Rivièra. Een los linnen pak, een hemd met bloembedrukking of een ruime trui, een panama. De klassiekere merken houden het bij een ontspannen en informeel beeld. Het ziet er ouderwets uit, wanneer de proporties te nonchalant worden zoals bij Byblos. Om de zaken erg duidelijk te maken, tonen zij hemden met het opschrift Côte d’Azur of Rivièra, voor degenen die het niet zouden hebben begrepen. Maar het strandbeeld zit juist als het kleurig en verfijnd wordt voorgesteld, in moderne proporties, zoals bij Dries Van Noten.

Van Noten was eregenodigde van de prestigieuze beurs voor mannenmode in Firenze, de Pitti Uomo. Hij had heel Firenze ter beschikking voor zijn defilé en koos de Piazzale Michelangelo : het plein op de berg waar de mooie David over de stad uitkijkt. Van Noten beschrijft de kollektie als een illustratie van een eenvoudige, onopvallende elegantie ; een beeld dat je ziet aan het strand of op de pier in een jachthaven. Wat opvalt, zijn de kleuren die perfekt harmoniëren : diskreet grijs of zwart met rood, geel, het perfekte lichtblauw, marine en wit. Ruime broeken worden gekombineerd met lange jasjes of korte blousons, onder een open hemd wordt een zakdoeksjaaltje in de hals geknoopt. Een trui met een anker gaat over een wijde bermuda. Van Noten heeft het rustieke en etnische beeld volledig achter zich gelaten. De algemene indruk is romantisch, maar aktueel en modern.

Giorgio Armani heeft voor dezelfde aanpak gekozen : losse, nonchalante outfits. Strakke T-shirts en wijde broeken, silhouetten herinnerend aan jonge matrozen, jaren dertig. De jasjes hebben brede, mannelijke schouders en de taille wordt geaksentueerd : met naden, of met een riempje achteraan. Broeken zijn wijd. Het is een net en zuiver beeld.

Een andere volgeling van de romantische richting is Yohji Yamamoto, die een voor zijn doen zeer licht en humoristisch beeld neerzet. Hij laat zijn pakken door erg jonge jongetjes dragen. De pakken zijn oversized, de jongetjes verlegen onhandig. Ze hebben geborduurde bloemen op hun hemd en schoenen, het lijkt bijwijlen wel een Kenzo-defilé. Lichtvoetig blijkt het allemaal niet te zijn. Yohji vertelt dat hij zich ernstige vragen stelt over de mode. “Moeten proporties juist zijn ? Moeten modellen mooi zijn ? Hebben we eigenlijk kleren nodig ? Hebben we mode nodig ? “

Comme des Garçons vermoedelijk afgeschrikt door de controversen rond het vorige defilé dat door sommigen als anti-joods werd geïnterpreteerd toont nette en korrekte pakken. Driedelig grijs, met een strikje. De modellen blijken naderhand Engelse kleermakers te zijn. Zo is er Charlie Allen uit Londen, met zijn vier broers en hun gepensioneerde vader. Passende mannequins voor deze traditionele pakken. Waarom Rei Kawakubo het nodig vindt sommige ervan met een fluorescerende plastic streep te versieren, is niet helemaal duidelijk. Het tema van de show is disconnected gentlemen.

Romeo Gigli toont zijn kollekties in een station en neemt de sfeer van het reizen als uitgangspunt. Het silhouet is mooi strak, maar de hemden van brokaat en vesten van damast lijken samen met de gebloemde dassen iets te veel van het goede. De etnische Indische aksenten lijken voorbijgestreefd.

Olivier Strelli kiest voor een bestemming in Zuid-Amerika. Niet alle silhouetten zijn even duidelijk, maar hij is op zijn best wanneer hij een nonchalante gentleman tekent. De finale met rijen pakken in subtiele kleurschakeringen toont hem op zijn best.

Tussen strand en sterren liggen So, Gucci, Dolce & Gabbana, Bikkembergs, Hugo en Paul Smith. Klassieke vormen in aktuele stoffen. Moderne proporties. Het drieknoops-colbert met een strakke, platte broek. Smalle revers en een licht geaksentueerde taille, wat optisch gezien voor een mooi figuur zorgt. Een smalle das. Mod-allure. Het zandlopersilhouet voor mannen. Lichaamsbewust en sexy.

In overeenkomst met de terugkeer van etiquette zien Dolce & Gabbana drie stijlen voor drie verschillende momenten in het leven van een man : formeel, vrijdags ontspannen en modieus. Het duo toont klassieke pakken in krijtstreep, hanepoot of prins-van-Walesruit. Zij herintroduceren het tweeknoops jasje en zelfs de ene knoop. Terwijl de rest van de wereld net went aan hooggesloten blazers gaan zij alweer de andere richting uit.

Tom Ford, ontwerper voor Gucci, heeft het over een eclecticisme, typisch voor het eind van deze eeuw. Hij ontleent retro-elementen aan de jaren vijftig, zestig en zeventig om er een nieuw beeld mee te maken. Heupbroeken herinneren aan Mick Jagger. Jasjes en kapsels aan de Beatles. Zelf geeft hij andere referenties op : Dirk Bogarde in “Darling”, Jean-Louis Trintignant in “Les Biches”, Richard Chamberlain in “Petulia” en Richard Gere in “American Gigolo”. Hij toont skinny suits met platte broeken, net iets te kort, en getailleerde jasjes met scherpe schouders en felgekleurde mocassins. Hip Italiaans. Mijlenver verwijderd van het klassieke Gucci-beeld van de laatste seizoenen, maar dichtbij het punt waar Gucci in zijn hoogdagen stond : laat jaren zestig.

Ook Hugo verwijst naar die periode en tekent een stadscowboy vol lef en levenslust. Sportswear wordt gemengd met zakelijke elementen. Er zijn mod-pakken in leer en zwart satijnen pakken. De show heeft meer ritme dan vorige keer en zit vol draagbare en moderne kleding.

Alexander Van Slobbe heeft voor SO haarscherpe kostuums gemaakt, zoals we dat van hem gewend zijn. In een van de mooiste decors die we in de modeweek hebben gezien : een pier-achtig podium, waarop afwisselend geel en blauw licht schijnt. Querelle in een smoking, in een neopreen jasje of een glanzend pak. “Mijn uitgangspunt was een onderzoek van het lichaam”, zegt Van Slobbe. “Niet een opgepompt lichaam, gekweekt in de gymzaal. Maar een sensueel lichaam, dat net als dat van een vrouw als een verzameling onderdelen wordt gezien. “

Bikkembergs laat ons achter in lichte verwarring. De krachtige vormen zijn er, net als de perfekt gesneden pakken in de strakke lijn. Maar hij toont net iets te veel gimmicks : geperforeerde jasjes en T-shirts, truitjes met riemen onderaan. En twee T-shirts : een met het opschrift “Herald” en het andere met “Tribune. “

Helemaal zuiver en kompleet kompromisloos is Paul Smith, met een reeks pakken in slechts enkele goed uitgekozen kleuren waaronder een prachtig blauw, helder en glanzend. Het woord cool dringt zich op.

“Dit is wat jazz-muzikanten vandaag zouden dragen”, zegt Paul Smith en het is de korrekte omschrijving. Je krijgt de indruk dat dit net is wat mannen willen.

Kiss the future, en hou er een blauwe wang aan over, W & L.T.

Van boven naar onder : de Armani-matrozen ; ontspannen, als aan het strand, van Dries Van Noten ; het zandlopersilhouet van Dolce & Gabbana.

De Yamamoto-jongetjes.

V.l.n.r. : Zuidamerikaanse heer van Olivier Strelli ; Romeo Gigli in een diskrete bui ; Disconnected gentleman, met een fluostreep, van Comme des Garçons.

Lichaamsbewust pak van Bikkembergs.

Van boven naar onder : mod-proporties van Hugo, het Yves-Kleinblauw van Paul Smith ; de skinny suits van Gucci.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content