Musicals zijn weer hip, meisjeskoren halen de hitparade, karaokebars lopen vol en op uw scherm zetten Idolen ongegeneerd de keel open : de nachtegaal in ons lijkt wakker geschoten. Een goede zaak, menen zangspecialisten. “Want zingen is ons beste antidepressivum.”

Luidkeels meekwelen met de autoradio om file-ergernis te ventileren, met opmerkelijke overtuiging en dreigender dan Johnny Rotten“I am an anarchist” blaffen na een mindere werkdag, of wentelend in zelfmedelijden Yesterday aanheffen. Het hoort bij het leven. Meer nog : zingen lijkt soms een even grote basisbehoefte als eten, drinken en slapen.

“Dat is het ook”, vindt David Davidse, all-roundartiest, zanger en zang- coach, onder meer van Hooverphonic girlGeike Arnaert. De man is klaar en duidelijk : “Niets is zo heilzaam als zingen. Een mens móet zingen. Waarom ? Om jezelf helemaal te uiten. Een melodie spreekt de taal van je gevoel, van je emoties. Terwijl woorden en zinnen alleen de taal van de rede spreken. Dat merk je ook in de dagelijkse omgang met mensen. Iemand die geëmotioneerd raakt, treedt automatisch buiten de vijf noten van zijn normale spreekpatroon. Dat gebeurt het duidelijkst wanneer we boos worden : we gaan hoger spreken en stoppen onbewust meer melodie in onze zinnen. Of luister maar naar de toonsprongen van een kirrend verliefd koppeltje, of van een moeder tegen haar baby. Dat is één brok emotie. Het heilzame effect van zingen schuilt hem bovendien in de ademhaling. Heel veel mensen ademen onrustig, verkapt. Zingen brengt je ademhaling automatisch in een evenwichtig ritme, en dat werkt sowieso bevrijdend. Het maakt je rustig. Als ik kwaad ben, dan zing ik, luid, een aria, liefst een stevige Duitse, van Wagner of Glück. Heel wat effectiever dan roepen en tieren, dat verzeker ik je.”

En er zijn wel meer professionals die dat helende effect onderschrijven. De Portugese fadoster Cristina Branco omschreef zingen ooit letterlijk als ‘een bevrijdende therapie’ : “Als ik zing, ebt de angst weg.” Dichter bij huis vinden we de Nederlandse popgod Marco Borsato, die zingen ervaart als ‘een manier om jezelf schoon te maken’ : “Je kunt de ellende van je af zingen.” En sinds enkele jaren laat het Amerikaanse seniorenkoor Young at Heart van zich horen : een groep nestors van boven de zeventig die swingend Dylan of The Stones te berde brengen en beweren zich daardoor young at heart te voelen. Dergelijke overtuigingen klinken ook aan de andere kant van het genrepalet : in de punk- of hardcorescene bijvoorbeeld, waar woede en frustraties schreeuwend, raspend en met dubbele basdrum uitgespuwd worden. Het mooiste voorbeeld daarvan zijn de zelfverklaarde straight edgers, die elke druppel alcohol afzweren en uitsluitend met behulp van snoeiharde gitaarmuziek de ellende van de voorbije week van zich afroepen.

Dat zingen omgekeerd ook emoties kan losweken, vindt Davidse niet meer dan normaal. Zelfs oude rot in het vak Koen Wauters kreeg het zowaar moeilijk toen hij op de voorstelling van de cd Vanbinnen het nummer Ik denk aan jou performde. Nee, het nummer gaat niet over zijn ex-vrouw Carolijn Lilipaly, wel over zijn hond Netse, die twee jaar geleden aan kanker stierf. “Ik zie in mijn lessen ook vaak huilbuien losbarsten”, zegt Davidse. “En dat hoeft daarom niet altijd iets te maken te hebben met wát die persoon zingt. Omdat je al zingend die andere taal spreekt, kan het iets losmaken wat al jaren vastzit. Het heeft in die zin soms iets magisch. De eerste keren dat zoiets gebeurde, voelde ik me vaak een leerling-tovenaar die de bezems liet dansen, maar dan zonder het hele toverboek te kennen. Ik heb me daarom bijgeschoold om gefundeerder en beter met die emotieaanvallen om te gaan. Zingen kan helpen om een jarenlang verdriet of opgekropte woede te verwerken, te verpulveren, en dat is goud waard. Het is als een reset-knop. Het zuivert je.”

De klankkleur van je stem alleen al geldt volgens Davidse als een scan van je gemoedsgesteldheid, zelfs van je persoonlijkheid. “Uit een stem kun je ontzettend veel informatie puren. Ze liegt niet. Kan onmogelijk liegen. Iemand die opvallend luid spreekt, is bijvoorbeeld meestal diep vanbinnen een vrij angstig iemand. Die wil zich per se laten gelden, is bang om vergeten te worden. Of nog een typisch fenomeen : vrouwen die met een meisjesstem blijven spreken. Dat hoor ik meteen, en dan weet ik : daar is werk aan de winkel.”

In koor

Als specialisten zo euforisch doen over zingen, waarom komt het schaamrood ons dan nog altijd op de wangen wanneer we één noot voor publiek moeten aanheffen ? Of blijft het veilig én zelfs cool om jezelf als een verschrikkelijk slechte zanger weg te lachen ? Het is zoals met zo veel, zo blijkt : er schortte iets in onze kindertijd. “Zingen moet nog meer gestimuleerd worden van kleins af”, vindt zangpedagoge Lieve Suys. Zelf gaf ze dertig jaar les aan het Herman Teirlinck Instituut. Ze is intussen ook vijfentwintig jaar dirigent van het internationaal gerenommeerde jeugdkoor Scaldis Cantat en werkt als zangbegeleidster bij de musicalafdeling van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen en bij Studio 100. “Iedereen die kan spreken, kan ook zingen. Kinderen of ouderen die het tegendeel beweren, kampen meestal met enkele slechte herinneringen aan leerkrachten die zeiden : ‘Zwijg jij maar, je werkt storend voor de anderen !’ Of : ‘Playback jij misschien maar beter !’ Zulke kinderen nam ik gewoonlijk tien minuten voor de les even afzonderlijk. Met veel liefde, geduld, speciale technieken en uitsluitend opbouwende kritiek lukte het me om ze vroeg of laat hun eerste mooie, juiste klank te laten zingen. Dat was vaak een ontroerend moment. Elk kind wil zingen. Van nature. Ouders en leerkrachten moeten dat stimuleren. Er zijn mogelijkheden genoeg : muziekacademies, workshops, kinderkoren enzovoorts.”

Suys bevestigt volmondig het positieve effect van zingen. Iets wat ze niet alleen merkt bij haar leerlingen, ze spreekt uit eigen ervaring. “Zingen heeft me ooit nog uit een bijzonder moeilijke periode geholpen. Mijn zanglerares fungeerde toen in zekere zin als mijn therapeute, ook al spraken we het woord ’therapie’ nooit uit. Ik vertrok down en leeg naar de les, maar kwam stralend, vol energie, zwevend en relaxed buiten. De ontspanning dankzij de juiste ademhaling en techniek, de volle concentratie op je stem, het genot van een zuivere klank, dat alles samen bezorgt je een gevoel van intens geluk.”

Of samen zingen, in een koor bijvoorbeeld, extra’s biedt in vergelijking met alleen zingen ? “Absoluut”, zegt Suys. “In mijn koor leren kinderen rustig hun stem goed te gebruiken, te genieten van de samenklank, te luisteren naar elkaar en samen naar één sound toe te groeien. Ze kunnen ook geleidelijk bouwen aan lef en zekerheid om solo te zingen.” Als het op koren aankomt, is de pr-verdienste van het Aarschotse meisjeskoor Scala uiteraard niet te onderschatten. De jonge sirenen onder leiding van de Kolacny-gebroeders Steven en Stijn maakten twee jaar geleden met- een furore met hun cd Scala on the rocks : rocksongs in meisjeskoorversie. Hetzelfde jaar nog stond Scala al op nummer één in De Afrekening van Studio Brussel, en iets later voerde het opnieuw de hitlijst aan, dit keer met versterking van Arid-frontman en publiekslieveling Jasper Steverlinck. Kortom, het woord meisjeskoor klonk ineens heel wat minder muf. Intussen richtte zus Kolacny, Krista, het kinderkoor Scaletta op, voor kinderen van negen tot twaalf, onder meer als kweekpoel voor de Scala-vijver. Een gouden sensibiliseringscampagne voor jonge potentiële koorzangers, vindt ook Suys. “Al hoop ik wel dat er meer subsidies vrijkomen voor nog meer degelijke opleidingen, én voor werkgelegenheid voor getalenteerde zangers.”

Levenslied

Dat zingen een sterke invloed heeft op de mens, bevestigt ook muziektherapeut Jos De Backer. Hij werkt in het Universitair Centrum van Kortenberg en is docent aan het Leuvense Lemmensinstituut. Dat startte elf jaar geleden met een opleiding muziektherapie : de behandeling van psychiatrische patiënten met behulp van muziek. “In onze sessies wordt vrij veel gezongen. Veel mensen in de psychiatrie zijn het zingen verleerd, dúrven niet meer zingen. Wij gaan op zoek naar de oorzaak van die remmingen. In de muziektherapie moet zingen helemaal niet esthetisch klinken. Patiënten mogen brommen of neuriën, het maakt niet uit. Zingen is puur jezelf uiten. Bovendien is het de expressie van de ademhaling : inademen is inspiratie, uitademen expressie en dan is er nog de adempauze. Depressieve patiënten bij wie het eigen ritme verstoord is, geraken door die structuur weer in beweging en herontdekken een evenwichtig ritme. De combinatie van expressie, ritme en het gevoel van geborgenheid door de begeleiding of medezangers, werkt enorm positief. Zingen is echt het beste antidepressivum.”

De Backer betreurt dat zoveel mensen beschaamd of bang zijn om vrij te zingen. “Een typisch gevolg van onze westerse, neurotische maatschappij. Zingen is jezelf tonen, en dat mag niet. Alles wat van binnenuit komt, is verboden : je mag geen boertjes laten, niet luid niezen en al evenmin luid lachen. We moeten onszelf controleren. Wil je zingen ? Doe dat dan onder de vorm van een verheven kunstvorm. Want vrij zingen, dat vinden we toch belachelijk. Ouders spelen daarin een grote rol. Zij moeten hun kinderen tonen dat het wél kan. In de eerste plaats door zelf veel te zingen. Geboortecentra organiseren meer en meer zanglessen om moeders weer te leren zingen. Prima vind ik dat. Het is belangrijk dat een moeder zingt voor haar kind. De moeder wordt er rustig van, en dus ook het kind. Ook tijdens de zwangerschap moet ze zingen : de foetus hoort al vanaf de 24ste zwangerschapsweek.”

Wie ten slotte een gulden middenweg zoekt tussen de douche en het echte po- dium, kan terecht in een karaokebar. En in deze Idool-tijden wrijven karoakezaakvoerders uiteraard tevreden in de handen. Maar dat is niet alleen voor hen een goede zaak, zo blijkt. “Want karaoke is goed voor ons”, zegt Alain Anciaux, antropoloog en professor in de gezondheidswetenschappen aan de Brusselse universiteit ULB. De man schreef er zelfs een boek over : Karaoké. “Een kwartiertje op het podium van een karaokebar is zo gezond als een kwartier sporten. Het ontstrest én is goed voor je zelfbeeld : je krijgt applaus, ook al was je prestatie iets minder. In Singapore en Japan gebruiken ze het zelfs in therapiesessies met autistische kinderen. Ik meen het : een dipje ? Plan een avondje karaoke.” n

Tekst Guinevere Claeys

David Davidse : “Zingen kan helpen om een jarenlang verdriet of opgekropte woede te verwerken, en dat is goud waard. Het is als een reset-knop. Het zuivert je.”

Alain Anciaux : “Een kwartiertje op het podium van een karaokebar is zo gezond als een kwartier sporten. Het ontstrest én is goed voor je zelfbeeld : je krijgt applaus, ook al was je prestatie iets minder.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content