Zilver in de vingers
Al zes generaties lang perfectioneert Christofle zich in ?Les Arts de la Table?. Ook vandaag nog maakt het oude zilverhuis handwerk op maat. Sabine Lamiroy
Geen bandwerk, geen flitsende en ratelende machines. In de Ateliers de Haute Orfèvrerie van het bijna 170 jaar oude zilverhuis Christofle in Parijs, wordt nog gewerkt zoals vroeger : stuk voor stuk, met eindeloos geduld en een onwaarschijnlijke precisie. Dagen vraagt het om van een blad metaal een glanzend kunststuk te maken : een art-decokan, een remake van een historisch theeservies of een modern gestileerd zeilschip, zoals dat wat nu te bewonderen staat in het Pavillon Christofle in de rue Royale. ?De meeste mensen zijn wel vertrouwd met de collecties, de couverts, het tafelgerei en nu ook het porselein, het tafellinnen en het kristal, maar weinigen weten nog dat wij ook werken op bestelling. Sommigen komen hier met een foto of een schets van een geliefd voorwerp of een familiestuk dat ze willen laten namaken. Of iemand heeft op de rommelmarkt een prachtige oude theepot gevonden en wil de rest van het servies. Nog anderen hebben zelf een ontwerp bedacht. Dat kan hier in principe allemaal. Maar natuurlijk zal dat maatwerk iets meer kosten dan de collecties die wij aanbieden in de catologus.? Met verve vertelt Monsieur Drolon, directeur van de Christofle-fabriek in Parijs, over wat hij de haute couture van de edelsmeedkunst noemt.
Het verhaal begint in 1830, toen de jonge en ambitieuze Charles Christofle de juwelenzaak van zijn oom Isidore overnam. Met schoonbroer Joseph Bouilhet richt hij de Bijouterie Charles Christofle et Compagnie op en in 1842 nemen ze, als eerste in de geschiedenis, een patent op het vergulden en verzilveren via elektrolyse. Een historische gebeurtenis, want door die techniek werd het mogelijk om voorwerpen in gewoon metaal te bedekken met een dun laagje zilver of goud. Het nieuwe procédé was niet alleen aanzienlijk goedkoper dan het oude dat werkte met kwik, maar ook sneller en minder gevaarlijk. Vier jaar later opende Christofle in Parijs de eerste zilverwerkfabriek ter wereld. De producten vielen meteen in de smaak bij de opkomende burgerij, die zich nu ook de praal en pronk kon permitteren die vroeger een privilegie was van de rijke oude garde. Al gauw bevestigden prestigieuze bestellingen de faam van Christofle. Het huis werd officiële leverancier van koning Louis Philippe en van de familie d’Orléans, en later ook van Napoleon III. Hij liet Christofle onder meer de tafels aankleden van het Palais des Tuileries, en bestelde als huwelijksgeschenk voor Maximiliaan van Mexico en Charlotte van België een servies van niet minder dan 250 couverts. Andere prestigieuze dynastieën volgden, waaronder die van de keizer van Duitsland, de tsaren van Rusland en de Oostenrijks-Hongaarse vorsten.
Toen Charles Christofle na zijn dood in 1863 opgevolgd werd door zijn neef en ingenieur Henri Bouilhet, nam het bedrijf een internationale vlucht. Dankzij een nieuw procédé, galvanoplastiek, kon op industriële schaal gewerkt worden. Uit die glorietijd dateren ook enkele uitzonderlijke opdrachten zoals de enorme beeldhouwwerken op het dak van de Parijse opera en het tien meter hoge beeld van de Notre Dame de la Garde in Marseille. Maar de meest excentrieke bestelling was ongetwijfeld het bed voor een Indische maharadja, met op elke hoek een levensgroot, vleeskleurig bronzen beeld van een vrouwelijk naakt. Zo vestigde het bedrijf zijn reputatie van internationaal luxemerk, met verkooppunten tot in Australië, Chili en Canada. Ook in de art-decotijd met de opkomst van de luxetreinen, de grote oceaanstomers en weelderige salons, ging het Christofle voor de wind. Grote namen werkten mee aan de creaties, onder wie de Italiaanse architect Gío Ponti zijn Flèche-kandelaar is nog in productie -, schilder Jean-Michel Folon die de befaamde aansteker Bolide de Course ontwierp, en zelfs schrijver/schilder/cineast Jean Cocteau. In tegenstelling met andere luxegoederen, bleven de Christofle-collecties het goed doen tot in de jaren ’70. Toen brak een moeilijke tijd aan. Tot in 1993 de jonge econoom Maurizio Borletti (verwant aan de Bouilhets) de touwtjes in handen kreeg en het bedrijf op korte tijd een volledig nieuw elan gaf.
Enkele jaren geleden werden de ambachtslui van het huis, die van generatie op generatie hun vakkennis hebben meegekregen, bijeengebracht in een nieuw departement in de historische vestigingsplaats in Saint-Denis. De donkerrood geschilderde en met klimop begroeide gebouwen dateren van 1876 en vormen een verrassend contrast met het immense, hypermoderne voetbalstadion dat vlakbij wordt opgetrokken voor de wereldkampioenschappen van volgend jaar.
In de oude ateliers wordt niet alleen zilverkunst op maat gemaakt. Christofle ontwikkelt ook een verzameling eigen creaties die eenmalig of in beperkte en genummerde series worden uitgegeven. Verder worden er oude stukken gerestaureerd en worden historische exemplaren gereproduceerd, die te bewonderen zijn in het Musée Christofle (ook in Saint-Denis). Elk van deze specialiteiten vergt minutieus werk dat heel wat tijd in beslag neemt, want zoals bij haute couture gaat het bij haute orfèvrerie om het realiseren van unieke stukken. Hiervoor worden nog aloude technieken gebruikt, zoals het ciseleren, het planeren, het draaien en het graveren. Indrukwekkend bijvoorbeeld is het om de draaier-drijver aan het werk te zien. Monsieur Gay, vereerd met de titel van beste vakman van Frankrijk, heeft net zijn 40ste verjaardag in het bedrijf gevierd. Zwierend als een trapezist in de brede leren riem die bevestigd is aan de draaitafel, gebruikt hij de kracht van zijn hele lichaam om het metaal in de juiste vorm te krijgen. Een delicaat werk dat jaren ervaring en uiterste precisie vergt en dat ook in verschillende etappes moet gebeuren om te vermijden dat het metaal scheurt. Maar vooraleer hij aan dat werk kan beginnen, moet de vakman eerst zijn gereedschap maken houten drevels ( mandrins) van verschillend formaat, waarop de vormen gedraaid worden.
Is dat allemaal nog van deze tijd ? Worden nog zulke excentrieke bestellingen geplaatst als een hemelbed met naakte vrouwen, of de inrichting van een hele treinwagon ? ?Vandaag ligt het wel iets anders?, lacht monsieur Drolon. ?Honderd jaar geleden waren de prioriteiten en de mogelijkheden niet dezelfde. Toen gaf men ook nog geen geld uit aan dure auto’s en ander modern speelgoed. Maar er zullen altijd mensen zijn die houden van mooie dingen die blijven.? Een van de krachten van Christofle is dat het huis van bij zijn ontstaan, en ook vandaag de dag, heeft ingespeeld op de artistieke en maatschappelijke stromingen van de tijd. Zo bracht Christofle deze zomer, ter gelegenheid van de terugkeer van Hongkong naar China, Hand in Hand uit. Een prachtige sculptuur in massief zilver van twee verstrengelde handen, die de ontmoeting tussen twee verschillende werelden symboliseert. En met onverholen fierheid voegt monsieur Drolon eraan toe : ?U weet toch dat ook de kelk, de ciborie en de pateen die de paus heeft gebruikt tijdens de recente Werelddagen voor de Jeugd, bij ons zijn gemaakt ??
Wilt u met een kleine groep Weekend Knack-lezers op bezoek bij het huis Christofle in Parijs, kijk dan op pag. 117.
Ook voor moderne creaties zoals de kandelaar Bastille, de sculptuur Hand in Hand of de majestueuze zeilboot worden aloude technieken gebruikt. Op de foto in het midden ziet u de draaier-drijver aan het werk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier