TRUI MOERKERKE

FOTO’S : FRÉDÉRIQUE DEBRAS

De Belgische fotografe Frédérique Debras won “The European Gold Award”

van Kodak. Ze houdt van zwart-wit, van werken in de studio,

van portretten en zelfportretten. “Natuurlijk ben ik ijdel, maar tegelijk ben ik verlegen voor de camera. Dat veroorzaakt een interessante spanning. “

Aan het einde van het gesprek zegt ze : “Schrijf het maar : tegen m’n dertigste wil ik de cover van Vogue halen. ” Het klinkt niet eens arrogant. Frédérique Debras is gedreven en ambitieus. Maar ook relativerend en gevoelig. Met een portret van haar vader won ze dit jaar “The European Gold Award” voor portret- en huwelijksfotografie van Kodak. Ze werd eerst Belgisch laureate en haalde het daarna op Europees niveau. “Ik ben nu eigenaar van een gouden Hasselblad. Nee, niet om in een kast te zetten, ik gebruik hem echt. “

Frédérique is 26 en net afgestudeerd aan Sint-Lukas in Brussel. “Meester in de beeldende kunsten, dat klinkt goed, niet ? ” Ze moet nu werk zoeken, het liefst wat ze vrij werk noemt. “Ik wil vooral m’n zin doen. ” Op haar verlanglijst staat ook een ontmoeting met topfotograaf Richard Avedon. “Een keigrote fotograaf. Hij begrijpt het leven. Daar ligt het grote verschil”, denk ik. “Oké, je moet de techniek beheersen. Maar uiteindelijk is fotografie een kwestie van diafragma en sluitertijd. Meer niet. En toch : als je je leven niet beleeft, kan je je niet uitdrukken in wat je doet. “

Frédérique zou apoteker worden, absoluut zeker weten, en dat veranderde pas in het laatste jaar van de humaniora. “Toen wilde ik een artistieke richting volgen, in Brussel. Ik ben film begonnen aan het Hitcs, het vroegere Ritcs. Daar heb ik niets van gebakken. De stad had ik ondertussen wel goed verkend. ” Ze bleef in Brussel en trok naar het Narafi, hoger technisch onderwijs, voor de opleiding film-video-foto. “Een zeer schools systeem, met een studiemeester die een oogje in het zeil hield. Tegen de verwachtingen in bleek de formule kombinatie van teorie en praktijk me te liggen. Ik ben zonder problemen afgestudeerd. ” Om haar zwart-witfotografie bij te schaven, besloot ze nog één jaar Sint-Lukas te doen. Ze is langer blijven hangen en heeft die studies helemaal afgemaakt.

“Ik werk het liefst in zwart-wit. Dat gaat tot de essentie, je wordt niet afgeleid door kleuren. Ik beland als vanzelf meer bij zwart-wit. Ik maak foto’s eerst in m’n hoofd. Ik zie de beelden of in kleur, of in zwart-wit en dat is dan het vertrekpunt. “

Graag zwart-wit, graag in de studio, graag portretten. “Ik ben nogal lui van nature. Een studio is praktischer, moet je niet op pad. De studio op school was fantastisch : een simpele, grote ruimte die echt een effekt op mij had. “

Portretten moeten iets zeggen over mensen. “Of je ze nu kent of niet, je hebt altijd een soort kommunikatie met de personen voor je camera. Soms ben ik een tikje grof, dat zeg ik hen op voorhand. Maar ik wil absoluut laten zien wat er bij hen inzit. “

Frédérique begon toevallig met zelfportretten. “Voor een schoolopdracht moest ik schoenen fotograferen. Het lukte me niet, ik vond het resultaat slecht. Ik voelde me trouwens niet goed. Samen met een vriendin heb ik dan geposeerd : we hebben de schoenen zelf aangetrokken. Ik schrok toen de reeks werd afgedrukt : zonder dat te willen, had ik zoveel van mezelf getoond. En ik hou van die eerlijkheid, van die vorm van kommunikatie. “

Omdat het haar beviel, maakte Frédérique elk jaar zelfportretten als eindwerk. “Ik ben ijdel, dat ontken ik niet. Tegelijk en dat veroorzaakt een spanning op de set ben ik verlegen voor die camera. Toen ik de zelfportretten in Versace fotografeerde, had ik mijn zus meegenomen. Ik kon die dure kleren immers niet laten rondslingeren in de vuile studio. Tijdens het fotograferen mocht ze niet kijken. Het klinkt tegenstrijdig, maar daar ben ik dan weer te verlegen voor. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content