“Jij moet weer wat vaker onder de mensen komen”, zegt mijn makker met de koortsige ogen. Hij heeft dat misprijzen van de rustelozen voor alles wat baanvast is en ingetogen.

“Vroeger schreef jij over de verzengende liefde”, gaat hij door. “En nu ? Over vulpennen en klokken op schoorsteenmantels ! Wat is er met jou gebeurd, man ?”

We zitten in de ondergrondse bar waar ze de sfeer van de Grote Drooglegging oproepen door je alleen op afspraak binnen te laten, na de juiste roffel op de voordeur en preveling van het wachtwoord. Mijn kameraad is wat verdwaald in zijn emoties. Na vijftien jaar als goede huisvader heeft een woede tegen het doven van het licht bij hem toegeslagen. Die manifesteert zich in avondlessen cocktailshaken, sjaaltjes in modieuze kleuren en het nerveus intokkelen van berichten aan te jonge vrouwen. Een midlifecrisis, zouden sommigen oordelen. Ik hou niet van dat woord want is niet ons hele leven een crisis, een vastklampen aan borsten en bicepsen, vechtend om niet weg te glijden in diezelfde oorden waar wij zonder herinnering vandaan zijn gekomen ?

Mijn kameraad wenkt de kelner en vraagt iets over de samenstelling van zijn daiquiri. Hij is wat je noemt een meerwaardezoeker, in het bijzonder betoverd door het exotische. “Je zal mij niet horen beweren dat ik alles super vind aan de multiculturele samenleving”, zegt hij. “Maar mulatjes vind ik heerlijk. Zij zijn voor mij de mooiste vrouwen.”

Op zijn smartphone toont hij mij een foto van een meisje dat een beetje zwemmerig in de lens kijkt en een jongere zus lijkt van Neneh Cherry. “Is ze niet prachtig ?”, vraagt hij schaapachtig. “Tot voor kort voelde ik mij zo gefrustreerd als een zeepaard op het droge. In mijn jeugd ervaring genoeg opgedaan, daar niet van, maar allemaal met hetzelfde slag bleke meisjes die van onder de kerktoren van Zillebeke kwamen en boeken van Kristien Hemmerechts lazen. Intussen zag ik die zacht glimmende droomwezens in het straatbeeld verschijnen. Ranke antilopes uit Ivoorkust of Ethiopië. Ik ben te vroeg geboren, dacht ik steeds vaker. Hoe kan een man zich verzoenen met de gedachte nooit de fluwelen lippen te zullen proeven van een gazelle uit donker Afrika ?”

Vreemd genoeg doet het woord ‘gazelle’ mij, vóór vrouwelijk schoon of het zoogdier uit de orde der herkauwers, in de eerste plaats aan het gelijknamige merk van rijwielen denken. Mijn kameraad is wat verhit geraakt, zijn testosteronspiegel benadert die van Wauters vs Waes. “Ik zie Claire ook nog graag”, zegt hij, met ogen die al even gepijnigd kijken als ons bordje ontpitte olijven. “Maar ik denk dat we toch uit elkaar moeten.” “Uit respect voor de liefde”, voegt hij eraan toe – de woorden weerkaatsend die welke ik onlangs van een bekende schrijver op de radio hoorde.

“Jaja, de liefde”, zeg ik. Ik heb daar veel onheil van zien komen, in telkens nieuwe variaties op dezelfde twee of drie verwoestende patronen. Maar dat zeg ik niet, natuurlijk. Ik ben geen spelbreker. Ik bestel nog een Kremlin colonel, wat lekkerder bekt dan een margarita. Hij neemt een martini. “Cincin !” We klinken. “Op het verzengende”, zeg ik, en mijn gedachten dwalen af naar de liftster die ik onlangs zag aan de oprit van de autostrade. Hoe verleidelijk ze dat bordje ‘PARIS’ opstak, zodat ik recht in haar okselholte kon kijken, wat ik een tamelijk opwindend lichaamsdeel vind bij fris geschoren vrouwen. Jeans, net iets te veel oogschaduw, ze geurde ongetwijfeld naar het zilt van uitheemse baaien. Sexy tot in dat opgestoken duimpje.

Ik heb mijn pinkers aangezet en ben afgeslagen richting Zaffelare. Dit dus is er veranderd : vroeger dacht ik aan de heldendaden die je met zo’n meisje kon verrichten in schaars verlichte ruimtes, achter jaloezieën en op voutekamers. Nu denk ik aan mijn dochters, en of die wel veilig gehecht zullen uitkijken later.

JP.MULDERS@SKYNET.BE

DOOR JEAN-PAUL MULDERS

“Hoe kan een man zich verzoenen met de gedachte nooit de fluwelen lippen te zullen proeven van een gazelle uit donker Afrika ?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content