Vreemdelingen verschillen nauwelijks van Vlamingen. We bekijken elkaar op exact dezelfde manier : als racisten.

Als allochtone artiest heb ik méér impact dan een politicus. Als ik in een café moet optreden waar nog nooit een Marokkaan is binnengestapt, krijg ik achteraf te horen : “Jij bent een goeie Marokkaan”. “Ik ben heus niet de enige”, vertel ik die mensen dan. Op basis van wat de tv hen voorschotelt, krijgen ze het idee dat wij een bedreiging vormen. Politici zullen dat beeld nooit kunnen bijstellen, welke campagne ze daar ook voor verzinnen.

De shows van Geert Hoste gaven mij een kick. Dat iemand die alleen op een podium stond honderden lachers op zijn hand kreeg, fascineerde mij. Dat podium lonkte. Ik moést erop, maar durfde het eerst niet. Ik twijfelde, tot ik eens met Nigel Williams meereisde naar een voorstelling. Een van de jongens die zijn voorprogramma verzorgden, vond ik absoluut niet grappig. Toch lachte de hele zaal. Had Nigel me toen niet gepusht door te zeggen : “Het is nu of nooit”, dan had ik misschien nooit de stap gezet.

Mijn openingsgrap was meteen raak. Bijna onbewust flapte ik eruit : “Ik ben een Marokkaan en ben het niet gewend dat de mensen naar me kijken als ik aan het werk ben.” Meteen legde iedereen de link met criminaliteit. Die eerste zin is cruciaal : zit die goed, dan speel je met vertrouwen. Ik ben tot nu toe nog geen enkele keer afgegaan. Het voelt alsof ik al jaren in het vak zit. Het podium werkt verslavend. Na een week zonder optredens zit ik niet lekker in mijn vel. Zoals een junkie die niet zonder zijn shot kan.

Als receptionist in een hotel deed ik veel mensenkennis op. Logisch : je wordt daar met alle nationaliteiten geconfronteerd. Dat komt me als stand-upcomedian nu van pas. Ik observeer graag. Een komiek moet véél weten. Hij merkt details op die anderen niet zien.

Ik hoop dat ik nóg Marokkanen stimuleer om cabaretier te worden. Ik wil deuren openen, tonen dat er nog zoveel wegen open liggen. Het verheugt me dat steeds meer Marokkanen de weg naar mijn optredens vinden. Ik breng hen voor het eerst met theater in contact.

Het is soms verwarrend om als Belg én Marokkaan én moslim te denken. Mijn religie laat cultuur toe, zolang je niet over de schreef gaat. Een Marokkaans meisje dat meespeelde in de Vlaamse film Kassablanka werd aangerand omdat ze halfnaakt in beeld verscheen. Als Marokkaan zou je kunnen redeneren : “Het is máár fictie, til daar niet te zwaar aan.” Maar als islamiet kun je zo’n rol niet goedkeuren.

Ik was bang dat mijn eigen gemeenschap mijn act zou afkeuren, omdat ik zelf met de Marokkanen lach. Maar nee, zelfs islamitische leraars steunen me.

Ik was vijf toen mijn vader overleed. Moeder moest haar plan zien te trekken : ze sprak geen Nederlands en stond alleen voor de taak om vier kinderen op te voeden. Er bestonden toen nog geen centra waar ze voor opvang terechtkon. We doorworstelden moeilijke tijden, maar kregen hulp van onze Vlaamse buren. Toen heb ik ondervonden : als je zelf van goede wil bent, springen anderen voor je in de bres.

Het is best moeilijk om ons aan deze maatschappij aan te passen. Thuis spreken we Marokkaans en leven we volgens de islam. Eens de deur uit komen we in een totaal andere wereld terecht. Mocht er meer begrip zijn voor onze situatie, de sfeer zou veel minder grimmig zijn. Ik geloof heel sterk dat het voor de komende generaties eenvoudiger zal zijn. De samenlevingsproblemen hebben tijd nodig. Forceren heeft geen enkele zin.

België is een klein landje, maar er loopt zoveel mis. Na die RTBF-reportage over de splitsing van België kreeg ik telefoon van een neef uit Frankrijk. Hij was geschrokken : “Wat is er toch aan de hand bij jullie ?” Hij vroeg me wat er nog positief is aan België. “Dat hier zoveel grapjassen rondlopen”, antwoordde ik.

Youssef El Mousaoui debuteerde in maart 2006. Hij was al in De Rechtvaardige Rechters en De Show Van Het Jaar te zien, en binnenkort ook in De Bovenste Plank. Zijn eerste eigen voorstelling, 100 % Legaal, gaat op 5 januari in het Fakkelteater in Antwerpen in première. Info : www.3pees.be.

Door Peter Van Dyck / Foto Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content