:: Xavier Lust is op dit ogenblik een van de opvallendste Belgische meubeldesigners.

Werk van hem zal ook te zien zijn op de Interieurbeurs in de Kortrijkse hallen,

van 16 tot 24 oktober 2004 (zie ook verder in dit nummer).

Ik hou van het universele van design. Ik streef naar ontwerpen die voor allerlei soorten mensen relevant kunnen zijn. Mijn werkwijze is zoeken naar oplossingen via een omweg. Problemen vermijd ik liever. Of beter gezegd : ik benader ze vanuit een ander perspectief. Zo heb ik een techniek ontwikkeld waarmee je plaatijzer ingewikkelde vormen kunt geven.

Het technische aspect van design is voor mij erg belangrijk : het feit dat je gebonden bent aan een hele reeks parameters. Er is meer dan alleen vorm. Mijn aanpak is terzelfder tijd technisch en esthetisch.

Op een dag wou ik een stoel maken, een metalen stoel, die met beperkte middelen vervaardigd zou kunnen worden. Plotseling kreeg ik een inval, als in een flits. Tiens, dacht ik, als ik het eens zó zou proberen. Ik heb een prototype laten maken door een fabrikant met wie ik al samenwerkte. Enkele dagen later was het eerste exemplaar klaar. Om meubilair complexe, gebogen vormen te geven heb je doorgaans een matrijs nodig. Zo’n toestel kost erg veel geld. Ik leerde stoelen te maken zonder matrijzen. Dat betekende dat ik nauwelijks hoefde te investeren in werktuigen.

In 2000 ben ik naar de beurs van Milaan getrokken met mijn meubels. Dat was de samenvatting van tien jaar werk. Vlak ervoor heb ik nog snel een bank gemaakt. Hij was ontzettend snel klaar, het tweede prototype zat al goed. Le Banc is later opgenomen in het aanbod van MDF Italia. Hij verkoopt elk jaar beter. Dat is een goed teken. Je kunt ook een product maken dat snel boomt, en dan in het niets verdwijnt.

Ik wil graag onmiddellijk iets voelen. Werk dat snel afgeraakt, is achteraf beschouwd vaak het beste. Te lang werken aan een project wijst op complicaties, het is een teken dat je slecht vertrokken bent. De troef van eenvoud is evident. Soms moet je een hele uitleg aanhoren voor je iets kunt appreciëren. Daar hou ik niet van.

Ik werk voor het Italiaanse merk Driade. Dit jaar heb ik in Milaan een stoel en een tafel voorgesteld, de Extra en de Tetra. Ik kan nu met plastic werken, wat een heel ander materiaal is dan plaatijzer. Samengevat : ik heb een techniek bedacht waarmee je meubilair kunt maken dat lijkt of het uit een matrijs komt, en dankzij die techniek heb ik fabrikanten ontmoet die voor mijn ontwerpen investeren in matrijzen. Vandaag lanceert Driade mijn kandelaar, Turner. Die heb ik vanmorgen eindelijk in het echt gezien. Dat geeft een apart gevoel. Ik kan dat moeilijk uitleggen. Misschien is zo’n voorwerp een weerspiegeling van jezelf.

We bestaan alleen door de anderen. Ik praat, jij luistert. Ik ga niet tegen mezelf praten, of toch niet op dezelfde manier. Misschien geldt iets gelijkaardigs ook voor voorwerpen.

Erkenning is belangrijk en prijzen zijn dat ook. Vorige maand heb ik een Compasso d’Oro gekregen voor La Grande Table, mijn tafel voor MDF Italia. Zo’n prijs is leuk. Maar bovendien wordt je geloofwaardigheid er een stuk groter door. Zodat je meer kansen krijgt om te werken met fabrikanten van een zeker niveau.

Ik wil voor nog meer fabrikanten werken. Enerzijds om financiële redenen : je kunt als designer niet leven van een of twee modellen, tenzij er massaal veel exemplaren van worden verkocht. Anderzijds omdat ik met nieuwe fabrikanten nieuwe ervaringen kan opdoen. Ik heb met elke fabrikant een andere relatie. In Italië gebeurt alles erg vriendschappelijk. Ze raken je voortdurend aan. In het noorden blijft alles puur zakelijk.

Je kunt designer blijven tot het einde van je leven, zoals bijvoorbeeld Vico Magistretti. Een designer op leeftijd kan nog erg frisse dingen maken, maar dat geldt anderzijds ook voor een piepjonge ontwerper. Er zijn geen grenzen.

Tekst Jesse Brouns I Foto Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content