Martine Van Hoof is zangeres van de nieuwe, hitgevoelige popgroep Angelico. Ze houdt van Londen en van Debbie Harry, die haar leven veranderde.

Droom er maar op los: met wie zou je eens op het podium willen staan?

Met Elvis Presley en Hank Williams, vanwege hun pakkende eenvoud. En met PJ Harvey, wat een vrouw.

Welk liedje moet er op je begrafenis gespeeld worden?

Liever iets mafs dan iets triestigs. Freak you out van Angelico misschien?

Welke plaat heeft je leven veranderd?

Parallel lines van Blondie. Ik was tien en ontdekte plots die sterke vrouw Debbie Harry.

Welke boeken red je uit een brand?

Een bundel liedjesteksten van Hank Williams en alle boeken van Douglas Coupland, die heel herkenbaar onze generatie en de wegwerpcultuur schetst.

Wat verzamel je?

Niets meer. Vroeger spullen uit de fifties en sixties, maar die heb ik weggegeven toen ik ze beu was. Mijn collectie Blondie-singles hou ik wél nog bij.

Wat is je vroegste herinnering?

Mijn middagdutjes in de hondenmand, tussen de poten van onze Deense dog.

Wat bewaar je uit je kindertijd?

Mijn twintig jaar oude teddybeer. Als mijn vriend Ruben niet thuis is, neem ik hem nog wel eens mee in bed.

Wie was je jeugdheld?

Debbie Harry. Ik bewonder haar trouwens nog altijd. Wie beweert dat ze nu te oud en te papperig is, heeft het schitterende concert van Blondie anderhalf jaar geleden in de Ancienne Belgique niet gezien.

Aan welk voorwerp in huis ben je het meest gehecht?

Onze platenkast.

Wat heb je altijd op zak?

Mijn organizer, met agenda en schrijfblok. Sleur ik overal mee naartoe, op de tram krijg ik doorgaans de beste ideeën voor teksten.

Hoe ziet je ideale dag eruit?

Om elf uur opstaan, wat eten, na de middag repeteren, ’s avonds optreden voor een grote, uitverkochte zaal en bij thuiskomst met mijn katten op de sofa tot rust komen.

Met wie zou je een week willen ruilen?

Met Madonna, meedraaien in zo’n circus, het moet te gek zijn voor woorden. Ik zou het even willen meemaken, om dan waarschijnlijk tot de conclusie te komen dat het niets voor mij is.

Waar shop je het liefst?

In Antwerpen of Londen. Vaste adressen heb ik niet. Ik koop zowel op een rommelmarkt als bij Ann Demeulemeester.

Wat maakt je kwaad?

Hypocriete mensen.

Wat is de grootste kick die je al beleefd hebt?

Toen we, als voorprogramma van K’s Choice, opkwamen in Vorst-Nationaal. Het licht ging uit en achtduizend mensen zetten hun keel open. Een tinteling ging door mijn lijf.

Wat maakt een man mooi?

Ik val niet voor een bepaald type. Ik vind zowel George Clooney– als David Bowie-achtige mannen mooi. Maar als uit hun mond alleen bullshit komt, knap ik er meteen op af.

Welke stad maakte de diepste indruk?

In Londen voel ik mij thuis. Het gros van mijn garderobe komt vandaar.

Hoe lang sta je ’s morgens voor de spiegel?

Op een gewone, doordeweekse dag: vijf minuten om mijn gezicht te wassen en mijn tanden te poetsen. Heb ik een optreden, dan trek ik een uur uit om me op te maken.

Wat zou je aan jezelf willen veranderen?

Mijn lengte. Ik ben 1,5 meter. Als ik een rok of een broek wil kopen, is dat steevast een probleem. Al vond ik het vroeger erger dan nu. Ik heb er vrede mee genomen.

Wat is je grootste kracht?

Als ik iets wil, ga ik er helemaal voor en moet alles wijken.

Peter Van Dyck / Foto’s Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content