Stéphanie D’Olieslager (24), zeven jaar geleden vrouwelijke pionier in het danswereldje en vaste dj in de Fill Collins club in Antwerpen, bracht zopas haar debuut-EP uit. Ze is fragiel, makkelijk ontroerd en heeft een zwak voor ronde seventies-spullen.

Wat is het leukste aan dj’en?

Het op zoek gaan naar goeie platen. Eentje vinden dat anderen niet hebben en zien dat de mensen daarop uit hun bol gaan.

Wat zijn de absolute lievelingen uit je platencollectie?

Een album van reggaezanger Ini Kamoze uit ’83, geproduceerd door Sly & Robbie, en Who’s The Bad Man van Dee Patten.

Wat heb je altijd bij je?

Geld, mijn SIS-kaart en mijn identiteitskaart. Vroeger ging ik nooit buiten zonder walkman, maar tegenwoordig gun ik mijn oren wat meer rust.

Wat is de laatste film waarvan je genoten hebt?

De Oscarwinnende All About My Mother van Pedro Almodóvar.

Wat lees je graag?

Geen boeken, wegens te snel afgeleid. Liever pretentieloze magazines. Vrouwenbladen, maar ook Wax, het enige muziektijdschrift dat zich geen hypes laat opdringen.

Aan welk voorwerp in huis ben je gehecht?

Aan mijn oude teddybeer. Een stukje roots.

Wat is je fijnste jeugdherinnering?

Ik mocht, als jong meisje, op een feestje voor mijn grootmoeder van de dj een plaat kiezen. Het werd I Want Your Sex van George Michael. Dat had iets provocerends, omdat ik toen op een streng katholieke school zat.

Wat verzamel je?

Seventies-spullen, liefst met ronde vormen. Daar zit meer fantasie en durf in dan in hedendaags design.

Hoe ziet je ideale dag eruit?

Lang uitslapen, een terrasje doen, in een platenwinkel rondneuzen en ’s avonds draaien.

Wat kan je ontroeren?

Muziek, een goed gesprek, een gelukkig koppeltje op straat. Alle mooie dingen eigenlijk.

Als je een dag onzichtbaar kon zijn, wat zou je dan doen?

Mensen bespieden die ik bewonder, zoals technoproducer Kevin Saunderson of grote funkgasten als George Clinton en Herbie Hancock.

Wat is je grootste angst?

Dat mijn lichaam het opgeeft en ik het draaien fysiek niet meer aankan.

Hoe zou je jezelf typeren?

Eigenwijs, maar toch ook open.

Wat is de beste raad die iemand je ooit heeft gegeven?

Toen ik 16 was, begon te dj’en en het nogal moeilijk had met mezelf, zei iemand me: als je in iets gelooft, lukt het wel. Wat ik van mijn moeder heb geleerd, is: geniet van het leven.

Wat is de meest hachelijke situatie waarin je ooit verzeild bent geraakt?

Toen een winkel waar ik boven woonde in lichterlaaie stond en de brandweer mij moest komen redden. Alles zag zwart. Ik dacht: mijn uur is geslagen. Ik ben lang niet goed geweest van het besef dat het vuur aangestoken was en dat je toch niet alles onder controle hebt.

Wat is je favoriete keuken?

Thais, Chinees en Vietnamees. Al lust ik ook biefstuk met friet.

Breng je souvenirs mee van je reizen?

Altijd. Uit Afrika bracht ik een beeldje mee. Ik heb op de markt drie uur staan discussiëren met onze gids, omdat hij vond dat ik er te veel voor betaalde.

Wat zou je aan jezelf willen veranderen?

Ik zou graag een steviger lichaam hebben. Ik ben te fragiel.

Welke droom zou je nog willen realiseren?

Vaker in het buitenland werken. Als het even kan in Londen, het mekka van alle dj’s.

Peter Van Dyck / Foto’s Lies Willaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content