WTC-commerce
Een hete zondagochtend in juli. Dichte drommen toeristen schuiven voetje voor voetje langs de rand van Ground Zero. Kinderen likken ijsjes. Gezinnen poseren voor de camera. Gidsen, aan vijftien dollar per persoon, leggen uit wat er niet meer te zien is. “Check it out”, roept een Chinese vrouw terwijl ze met een boekje zwaait met foto’s waarop de torens in brand staan. Een Afrikaan schudt een glazen bol waarin sneeuw neerdwarrelt over een miniatuur- WTC-ruïne. Een Amerikaan verkoopt wc-papier met de afbeelding van Osama Bin Laden aan zes dollar per rol. Ik heb het sterke vermoeden dat hij niet van hier is. “Ik ben van Washington”, antwoordt hij als ik het hem vraag. Hij heeft vier maanden geleden zijn werk opgezegd en is met zijn gezin naar New York afgezakt. Hij heeft al 4000 rollen verkocht, goed voor 24.000 dollar. “De verkoop blijft goed draaien”, zegt hij onbeschaamd. “Ik kijk al uit naar de verjaardag op 11 september.” Er is niets aan te doen. Terrorisme blijkt uiteindelijk nog niet zo slecht voor de toeristische commerce. Sinds 1 januari hebben al meer dan een miljoen niet-New Yorkers de ruïne bezocht. Als ze aan het huidige ritme blijven komen, zullen er tegen het einde van het jaar 3,6 miljoen langs zijn geweest. Dat is net twee keer zoveel bezoekers als het WTC er per jaar kreeg. Zijn fundering – want dat is alles wat er op dit ogenblik te zien is – is nu de derde belangrijkste trekpleister in New York na het Metropolitan Museum (dat dit jaar 4,6 miljoen toeristen over de vloer zou krijgen) en het Vrijheidsbeeld (dat 4,2 miljoen bezoekers verwacht).
Vandaag wordt er weer een hoofdstuk afgesloten op Ground Zero. Het zoeken naar menselijke resten wordt stopgezet. Van de 2823 doden heeft men er voorlopig 1229 geïdentificeerd. In een witte tent aan de dertigste straat en First Avenue staan zestien koelwagens te zoemen waarin nog 20.000 lichaamsdelen wachten op onderzoek. Een nieuw hoofdstuk begint en het gaat over de toekomst. Wat moet er in de plaats komen van de torens? Bijna elke NewYorker heeft er een opinie over. Sommigen hopen dat de torens in hun oorspronkelijke vorm herbouwd zullen worden, anderen willen dat er weinig meer komt dan een park en een monument ter herdenking van de slachtoffers, nog anderen dromen er zich een dag en nacht bruisend werk-, woon- en cultuurcomplex. Het zal bij dromen blijven. De werkelijkheid wordt iets veel commerciëlers. Er zijn voorlopig zes ontwerpen geselecteerd voor het project en ze zijn alle zes al bedolven onder een lawine van kritiek. Geen wonder: ze zijn ongeïnspireerd en gelijken allemaal op elkaar. Dat is niet toevallig. De plaats moet minstens evenveel geld opbrengen als voorheen en dus hadden de architecten de opdracht gekregen om minstens evenveel commerciële ruimte te voorzien als in het vroegere WTC-complex, dat 900.000 vierkante meter kantoorruimte, 40.000 vierkante meter winkelruimte en een hotel met 800 kamers omvatte. De architecten hebben zich daar plichtsbewust aan gehouden.
Op de dag van de aanslag choqueerde ik een Belgische collega door te zeggen dat de eigenaars van het WTC wellicht diezelfde avond nog zouden discussiëren over de toekomst van de kostbare lap grond. Misschien overdreef ik en deden ze het pas de volgende avond. Feit is dat de beslissing eigenlijk al tien weken eerder viel, toen het WTC geprivatiseerd werd. Voor 3,2 miljard dollar werd het complex voor 99 jaar verpacht aan Silverstein Properties en Westfield America. Die firma’s zijn eigendom van twee bevriende miljardairs, Larry Silverstein en Frank Lowy. De eerste, een New Yorkse makelaar, zou de kantoorruimte beheren. De tweede, een Australiër van Slowaakse afkomst die als kruidenier begon en nu de grootste keten van winkelcomplexen ter wereld bezit, zou de winkels voor zijn rekening nemen. Het leek een fantastische deal voor het altijd in geldnood verkerende New York. Met veel plezier ondertekenden de verantwoordelijken een contract waarin stond dat Silverstein en Lowy het recht hadden om het WTC te herbouwen en uit te breiden als het ooit vernietigd zou worden. Dat leek hoe dan ook een erg onwaarschijnlijk scenario maar zes weken later was het zover. De stad kan Silverstein en Lowy, die zich voorlopig strategisch op de achtergrond houden, dus eigenlijk geen strobreed in de weg leggen. Lowy wil in het nieuwe project zelfs nog meer winkelruimte dan in het vroegere WTC. De enige toegeving van de winkelbaas was dat twee van de vier straten die destijds door de bouw van het WTC abrupt waren afgesneden, weer verbonden mogen worden.
Zaterdag was er een officiële town hall meeting waar het publiek zijn mening kwijt kon over de voorgestelde ontwerpen. De reacties van de meer dan vijfduizend aanwezigen waren zo eensluidend negatief dat de definitieve beslissing over het project nog even wordt uitgesteld. “Er staat nog niets vast”, zo probeerde burgemeester-miljardair Mike Bloomberg de ontevredenen te sussen. Meent hij dat? Ik heb er mijn twijfels over.
Jacqueline Goossens, Vanuit New York
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier