Woordvoerder federale politie

© FOTO JIMMY KETS

Het is onvermijdelijk dat je seksueel kindermisbruik wat technischer gaat benaderen als je er zo lang mee bezig bent. Ik wou het niet zo ver laten komen dat ik bij het bekijken van kinderporno lichamen als voorwerpen zou gaan beschouwen, zoals een wetsdokter doet bij een lijkschouwing. Dus het idee om iets anders te gaan doen, was al een tijdje aan het broeden.

Ik had de mooiste job ter wereld : kinderen redden. Om dat doel te bereiken, moet je er evenwel veel shit bijnemen. Het is niet abnormaal dat je als speurder in deze materie psychologisch in de knoei geraakt, maar als je er mentaal niet onder gaat lijden, ervaar je dat evengoed als een probleem. Na vijf uur de goorste kinderporno te hebben gezien zomaar de knop omdraaien en naar een verjaardagsfeestje van een vriend rijden : kan dat wel ?

Directe collega’s reageerden met ongeloof op mijn carrièreswitch. In hun ogen was het alsof ik een kilometer voor de finish uit een marathon was gestapt. Zelf had ik het idee dat ik die marathon eindeloos aan het herhalen was. Het was tijd om uit die vicieuze cirkel te breken.

Ik heb iets opgebouwd. Dat achterlaten, was niet simpel. Enkele dagen voor ik aan mijn nieuwe job als woordvoerder begon, sprak ik voor bijna 400 collega’s over de fouten die je kunt maken bij het verhoren van seksueel delinquenten. Dat deed ik met zoveel vuur dat ik even dacht : heb ik wel de juiste beslissing genomen door van functie te veranderen ? Anderzijds : toen ik pas nog even langs mijn oude – nog steeds lege – bureau passeerde, werd er net een verdachte binnengebracht. Tot mijn verwondering voelde ik geen enkele aandrang om die man aan de tand te gaan voelen.

Iedereen die aan een nieuwe carrièrewending denkt, raad ik aan die stap effectief te zetten. Ik krijg weer zuurstof in mijn hoofd. De functie van woordvoerder is niet alleen totaal nieuw voor mij, het is er ook één met een grote verantwoordelijkheid. Doe ik verkeerde uitspraken, dan heeft dat grotere gevolgen dan een verspreking tijdens het verhoor van een verdachte. Nu hoort heel het land het en kan ik mijn chef én de voogdijminister ermee in verlegenheid brengen. Uiteraard was die grote verantwoordelijkheid ook een argument om de job te aanvaarden. Hadden ze me een anonieme baan aangeboden, dan had ik niet toegehapt. Veranderen om te veranderen, was geen optie.

Als je een zogenoemde expert bent, heb je niemand meer die je corrigeert. Krijg ik nu, als woordvoerder, een vraag over cijfers van het wapengebruik door politiemensen, dan moet ik eerst dat cijfermateriaal checken en met collega’s bekijken hoe we de boodschap best brengen. In mijn vorige baan was dat overleg er niet.

“Beloof me dat je nooit zult liegen”, zei mijn baas, commissaris-generaal Catherine De Bolle, bij de start. Een bewijs van haar eerlijkheid, een bevestiging ook dat mijn keuze goed was. Laat ons wel wezen : politiemensen komen daar waar crisissituaties zijn. Binnen de paar seconden moeten ze beslissen wat ze doen. Een foute inschatting kan al eens gebeuren. Daar moet je open over kunnen communiceren.

Woordvoerder ben je 24 uur op 24. Als er in Schotland een politiehelikopter crasht, denk ik meteen : moeten wij nu niet communiceren over hoe wij onze helikopters onderhouden ? Mijn vorige job was emotioneel heel erg geladen, maar deze is op een andere manier nóg intenser. Ik heb de zwaarte van deze functie immens onderschat.

Dat is het mooie aan de politie : de variatie. Ik heb werkelijk al alles gedaan binnen de federale politie : ambassades bewaken, betogingen in Anderlecht in goede banen leiden, verkeersongevallen vaststellen, moorden onderzoeken…

De school en ik, dat was geen goed huwelijk. Een vriend van me was bij de rijkswacht. Hij vertelde fascinerende verhalen over de opdrachten die hij kreeg. Gevolg : ik tekende ook een contract. Het toenmalige militaire systeem deed me wel slikken. Het ochtendritueel : om zes uur opstaan, je bed rimpelloos opmaken, in weer en wind de Belgische vlag gaan groeten, en sporten. Een weg terug bestond er niet, want die stond gelijk aan desertie. Na de demilitarisering werd agent gelukkig een van de meest sociale beroepen die er zijn.

Peter De Waele (50) is sinds voorbije zomer woordvoerder van de federale politie. Voordien werkte hij zeventien jaar lang bij de Pedofiliecel, die hij sinds 2005 leidde. Twee jaar geleden schreef hij over zijn ervaringen als pedofiliespeurder het boek ‘Kan je een geheim bewaren ?’.

DOOR PETER VAN DYCK & FOTO JIMMY KETS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content