Woorden-schatten-jagers

Ze staan erbij en ze kijken ernaar. Zo voelen ze zich vaak,

de laaggeletterden. Te moeilijk om volgen : de media, de politiek,

de tv-debatten. Gouden Uil ? Literaire Lente ? Een andere planeet. Of hoe een massa stilletjes afhaakt. Maar hoe enkelen toch dapper bijbenen.

Letter voor letter, helemaal tot bij Gabriel García Márquez.

Als ik naar de beenhouwer ga,

probeer ik alle slaatjes te lezen.

Vroeger ging dat niet.

Ik kon alleen de toespijs kopen die ik kende.

Alle slaatjes zien er hetzelfde uit.

Twintig potten op een rij.

Ik kon er vroeger zelfs niet naar wijzen

want ik wist niet wat erin zat.

Nu is er een verschil tussen lentesla,

vleessla en krabsla.

Als ik begin te lezen,

krijg ik overal goesting in.

Dan zou ik de hele beenhouwerij leeg kopen.

Rudi

Beginnen we met een kleine inlevingsoefening. Nederlands is uw moedertaal ? U trekt zich aardig uit de slag in het Frans ? Tu te débrouilles, maar niet zo ontzettend veel meer dan dat ? Leest u dan volgende zin, willekeurig gekozen uit een Franstalig magazine. “Il serait si facile de brandir tel un talisman l’inusable formule qui élève – et réduit – l’État juif au rang de miracle inexplicable surgi d’une indicible barbarie.”

Ziedaar hoe een laaggeletterde zich voelt bij het gros van de teksten in zijn eigen taal. Opperste concentratie om hoogstens een vaag idee te hebben over de essentie. En jawel, sommige artikelen in bepaalde dagbladen zijn hapklaarder. Alleen jammer dat de inhoud dan vaak meteen net zo voorgekauwd is. Het is Adriana die me erop wijst, een van de ambitieuze cursisten aan het Centrum voor Basiseducatie in Gent. “Altijd over ongelukken en moorden lezen. Ik werd het beu. Ik wou ook wel eens iets méér. Het is niet omdat je het niet goed kúnt dat het je ook niet wilt.” En ik geloof haar, als ik ze wat later tijdens de les enthousiast uit Naema Tahirs Een moslima ontsluiert zie voorlezen.

Achthonderdduizend Vlamingen zijn laaggeletterd. Eén op de zes ! Laaggeletterd, níét analfabeet. Want tot enige tijd geleden bleef het nog bij dat zwart-witverhaal : je kunt lezen en schrijven of je kunt het niet. Intussen weten we beter en zijn de grijswaarden ingetreden. Het is uiteraard niet of/of. We hebben het over laaggeletterd. Of nog, zoals omschreven in het ambtenarees van de Vlaamse Overheid : “Te weinig kennis en vaardigheid hebben om via geschreven taal te communiceren en informatie te verwerken.”

“De ene laaggeletterde is de andere niet, maar voor sommigen gaan de gevolgen echt ver”, benadrukt Mie Swankaert, medewerkster aan het Centrum voor Basiseducatie in Gent. “Iets alledaags als de weg vragen bijvoorbeeld. Dat durven de meesten niet. Want stel nu eens dat ze in de straat staan die ze zoeken. ‘Dan weet die persoon meteen dat ik de straatnaam niet goed heb gelezen.’ Terwijl wij dat allemaal wel eens meemaken. Maar wij lachen er dan eens hartelijk om. Het is een goed voorbeeld voor die constante angst van laaggeletterden dat ze opvallen. Dat op hun voorhoofd geschreven staat dat ze anders zijn. Velen sluiten zich af. Durven niet naar verenigingen te gaan. Ze zouden weleens door de mand kunnen vallen.”

Selfbank-angst

En in deze digitale tijden wordt het er uiteraard niet makkelijker op. De digitale vloedgolf alleen al. Informatie komt en gaat niet alleen sneller, ze wordt ook steeds vaker in het Engels verpakt. En dus komt het eropaan je kennis te updaten, continu. “Als je al moeite hebt om de tastbare stroom aan informatie te volgen en te verwerken, wat voor hindernissen veroorzaakt die digitale revolutie dan niet ? Selfbanking bijvoorbeeld – ik heb het nog niet eens over pc-banking. Selfbanking is voor velen al een te grote uitdaging. Want als ze de tekst op de schermpjes niet snel genoeg kunnen lezen, begint alles te piepen. Dus doen ze de verrichtingen maar liever aan het loket, waarvoor ze extra moeten betalen. De kloof tussen rijk en arm ? Ik denk dat die in werkelijkheid steeds vaker neerkomt op de kloof tussen hoog- en laagopgeleiden. De maatschappij snelt in een razend tempo vooruit, op maat van dat selecte groepje hoogopgeleiden. Voor een grote groep mensen is het almaar harder trappelen om het hoofd boven water te houden.”

Maar het gaat verder dan dat. Want in deze tijden van Gedichtendagen en overbevolkte boekenbeurzen staan laaggeletterden ook al beteuterd aan de kant. De minnestrelen van Saint Amour rondden net nog hun reis af. De Gouden-Uilkoorts stijgt. En weldra ontknopt een nieuwe Literaire Lente. Voor laaggeletterden is dat een verre, vreemde wereld. Uiteraard moeten ze eerst en vooral geholpen worden zodat ze niet verdrinken in de maatschappelijke snelstroom. Maar ook veel laaggeletterden, dat benadrukken ze zelf, hebben nood aan boeken. Aan kunst. Aan goede media.

Knack is géén boekske

En het kán : bijbenen, na een valse start. Dat lijdt geen twijfel, die dinsdagmiddag tijdens de cursus ‘Met plezier lezen en schrijven’. Het koninginnenstuk van de Gentse Basiseducatieopleidingen, zeg maar. Hier zitten de gevorderden. Mensen die er al een hele reeks cursussen hebben opzitten. Enthousiast plukken ze nu de vruchten en proeven ze met gretige happen van Cultuur met hoofdletter C.

We verzamelen voor de les in de cafetaria en ik wijs naar de vele boekskes op de tafels hier – er ligt een indrukwekkende stapel met vooral Knacks. ” Boekskes ? Noem de Knack geen boekske, hé ! Alstublieft. Story, dát is een boekske.” Ik wou duidelijk iets te joviaal het ijs breken. Knack hier een boekske noemen is ontzettend misplaatst. Meteen word ik vriendelijk, maar kordaat terechtgewezen. Dat gebeurt ook het eerste kwartier van de les. Naar aanleiding van dit artikel wordt op voorzet van lesgeefster An Bistmans even gemijmerd over het woord ‘laaggeletterd’. “Zijn wij dat dan ?” vraagt Christiana licht verontwaardigd. “Dat klinkt zo slecht. Wij zijn toch geen sukkelaars ?” “Daarom juist dat het goed is dat we dat eens kunnen zeggen”, reageert Jacqueline. “Bij ‘laaggeletterden’ denken mensen aan analfabeten. Terwijl wij wél lezen en schrijven, maar dat willen verbeteren.”

“Ik had zoveel zin in méér”

“Ik ben laaggeletterd. En ik ben niet bang om dat toe te geven”, had Mariette me voor de les gezegd. Ze wou me uitgebreid haar verhaal doen. Ze zag er wel tegenop, want eigenlijk is ze geen babbelaar. Maar ze wou het wel doen. “Om mensen als ik over de schreef te trekken.” 66 is ze, moeder van zeven kinderen. “Vorig jaar is een van mijn zonen gestorven. Het verdriet is ontzettend. Ik ben enkele maanden niet naar school gekomen. Maar ik voel dat ik de lessen hier nodig heb, ze geven me kracht.”

“Ik ging bijzonder graag naar school. In Lokeren, was dat. Na de lagere school zijn ze thuis komen vragen of ik verder mocht studeren. ‘Nog één jaartje’, zei mijn vader. Maar dat eerste jaar middelbaar had ik zo goed gedaan dat ze het nog eens kwamen vragen. Ik weet nog goed wat hij toen zei, mijn vader. ‘Mocht het nu een jongen zijn. Maar een meisje ? Nee. Dat heeft geen zin.’ Nachten heb ik gehuild. Ik was veertien en had het gevoel dat alles ophield. Negen jaar heb ik daarna in de fabriek gewerkt. Zodra mijn eerste dochter geboren was, bleef ik thuis.”

“Dat ik laagopgeleid ben, dat idee, daar had ik het ontzettend lastig mee. Ik ging zelden ergens naartoe. Ik durfde geen vreemden aan te spreken. Zeker mensen die er, hoe zou ik zeggen, gestudeerder uitzagen dan ik. ‘Wat kon ik nu zeggen dat die mensen zou interesseren ?’ En tegelijkertijd was ik de gesprekken die ik wél durfde te voeren, met de vrouwen uit de wijk, zo beu. ‘Heb je het al gehoord van dingske ?’ En ‘Goh, hoe zij er vandaag uitzag’. ”

Mariette haalt de schouders op. “Dat was ‘ik’ niet. Ik kijk niet neer op die mensen. Maar ik bén zo niet. Ik zat tussen twee werelden. Ik had zoveel zin in meer, maar dat leek zo onbereikbaar.”

“Ik weet niet meer waar en hoe ik de folder van Basiseducatie ontdekt heb. Maar ik wist : ‘Dit is mijn tweede kans.’ Vijftien jaar geleden was dat. Intussen heb ik bijna het volledige aanbod doorlopen : van taal over geschiedenis tot rekenen. De huidige cursus, ‘Met plezier lezen en schrijven’, is een echt cultuurbad. We volgen alle boekenuitgaven. We gaan naar de Uitgelezen-avonden in de Vooruit. Naar tentoonstellingen. Ik kan opzoeken op Google. Ik lees elke dag De Morgen. Alsof ik eindelijk mee ben met de wereld daarbuiten. Mijn lievelingsschrijver ? Gabriel García Marquéz. Honderd jaar eenzaamheid. Ik heb er wel een spiekboekje bij moeten maken, met een korte beschrijving van alle personages. Het zijn er dan ook zo véél.”

Of iemand die zich intussen door Honderd jaar eenzaamheid worstelt, zich dan nog wel laaggeletterd wil noemen ? “Ja, maar dat bén ik nu eenmaal. Intussen heb ik al veel bijgeleerd. Maar er zal altijd nog een groot verschil zijn met mensen die een diploma behaalden. In woordenschat. In de snelheid om teksten te begrijpen. Op zoveel vlakken.”

“Ik was zeventien en getrouwd”

Adriana, een leeftijdsgenote van Mariette, vertelt over de vreemde reacties die ze soms krijgt op haar lessen bij Basiseducatie. “‘Er zijn toch zoveel mensen van jouw generatie die laagopgeleid zijn. Waarom maak je daar een probleem van ?’ Daar word ik kwaad van. Hebben wij dan geen recht op een vol leven? Op iets meer ? Omdat onze problemen niet sensationeel zijn ?” Hoe zij haar ‘laaggeletterdheid’ aanvoelt ? “Ik trek mijn plan, maar ik voel wel nog dat ik een achterstand heb. Moeilijke woorden, bijvoorbeeld. Vaak weet ik wat ze betekenen door de zin waarin ze gebruikt worden. Maar ik zou ze nooit zelf kunnen gebruiken. Ook ondertiteling op televisie. Soms gaat het voor mij veel te rap.”

Livina is de jongste cursiste, 46. Ze was zestien toen ze de school voor bekeken hield. “Op mijn zeventiende ben ik getrouwd. Ik was jong en verliefd. Een overhaaste beslissing, en al snel had ik spijt dat ik van school af was. Jammer genoeg wou mijn man niet dat ik weer les zou volgen. Later ben ik gescheiden. Zodra mijn jongste zoon naar het middelbaar ging, heb ik mij hier ingeschreven. Nu werk ik deeltijds om les te kunnen volgen.” Jacqueline : “Ook ik begon les te volgen toen mijn kinderen ouder werden en ik ze niet genoeg kon helpen. Ik voelde me daar niet goed bij.”

De les zelf is er zo een waarvoor elke leraar zijn ziel zou verkopen. Enthousiaster kunnen leerlingen niet zijn. Er wordt gediscussieerd, heen en weer getipt over die voorstelling en dat programma. Er wordt gretig gelezen in Een moslima ontsluiert en naarstig gezocht op Google. Of dit geen mensen zijn die intussen in een Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO) thuishoren? “Uiteraard helpen we cursisten de stap te zetten als ze daar zin in hebben, maar er is toch nog een groot verschil”, zegt An. “In de CVO’s is Nederlands als moedertaal bijvoorbeeld geen vak. En hier werk ik echt op maat. Tegelijk kan ik hun zelfvertrouwen blijven versterken en hun horizon verbreden. Het klopt dat deze cursisten gevorderd zijn. Maar dat is het resultaat van jaren inspanning. En er blijft werk aan de winkel. Vooral met schrijven zijn er problemen. En bepaalde kwaliteitsmedia zullen wellicht altijd onleesbaar blijven.”

De krant op maat van laaggeletterden is uiteraard Wablieft, dat wekelijks in bijzonder heldere stijl een knap nieuwsoverzicht geeft. Een fragment. “Sarkozy is 52 jaar. Eind vorig jaar scheidde hij van zijn vrouw Cécilia. Sinds kort heeft hij een nieuwe liefde. Hij ontmoette haar vorig jaar op een feestje. Haar naam is Carla Bruni.” De vuistregels zijn duidelijk. Korte zinnen – elf woorden volstaan. Geen stilistische buitelingen. Tegenwoordige tijd. Actieve werkwoordsvormen. Geen jargon. Vorm moet inhoud zijn, kortom. “Gebruik eenvoudige taal”, zegt hoofdredactrice Karine Nicolay. “Dat vragen we met aandrang aan alle diensten en overheden : verpak informatie zo helder mogelijk. Sinds enige tijd herschrijft onze redactie op vraag ook externe teksten. Het gaat in de goede richting, maar er is nog veel te doen. Onlangs had ik een verkeerde code ingetikt tijdens pc-banking en meldde mijn computer me dat mijn kaart bij een nieuwe verkeerde poging ‘gerevoceerd’ zou worden. Ge-re-vo-ceerd !”

Honger naar cultuur

Maar het stopt niet bij het praktische verhaal. Zoals Mariette en de anderen bewijzen : ook laaggeletterden hongeren naar cultuur. Dat weten ze bij Wablieft. En dus hebben ze ervoor gezorgd, met de hulp van minister Anciaux, dat vanaf dit jaar ook boeken in Wablieft-stijl op de markt komen. Naar het voorbeeld van de waanzinnig populaire reeks Quick Reads in het Verenigd Koninkrijk. “Dat kunnen nieuwe boeken zijn van Vlaamse bestsellerauteurs. Maar ook alternatieve versies van boeken die op dat moment sowieso verschijnen.” Cultuurparticipatie ? Een concretere invulling kan het niet krijgen.

Dat ze de tekst samen uitgebreid wilden bespreken in de les, hadden ze me gezegd. Of ik hem dus zeker op tijd zou opsturen. Ze zouden er speciaal voor samenkomen in de krokusvakantie. Dat doe ik. Na snel nog even, en volkomen onbewust, stijl en woordenschat te hebben gefilterd. Onterecht. Ik onderschat ze voor geen millimeter. Integendeel : ik verwacht (en krijg) een gepeperd verslag. Meer nog. Ik laat ze graag het laatste woord, dat ze samen hebben opgesteld en me na de bespreking hebben gemaild. “Wij willen zoveel mogelijk mensen aanmoedigen om opnieuw te gaan leren. Het maakt je sterker, je voelt je zoveel beter. Zeker ook jonge mensen die schoolmoe werden. Hier ondervind je dat leren ook anders en volwassen kan. Als je iets wilt bereiken, dan kan de Basiseducatie je echt helpen. Het is een eerste goede stap.”

21 februari is de Internationale dag van de Moedertaal. Info: www.wablieft.be ; www.basiseducatie.be

Door Guinevere Claeys I Illustratie Daan Rosseel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content