Een recente enquête in opdracht van de Britse hotelketen Travelodge bracht aan het licht dat veel Britten liegen over hun weekendactiviteiten. Een kwart van de respondenten ging uit op zaterdag, had een romantisch etentje of een diner bij vrienden. Enfin, dat is toch wat ze op maandagochtend vertelden tegen de collega’s, terwijl ze in werkelijkheid gewoon thuisbleven.

De resultaten van de rondvraag werkten danig op de lachspieren van Sunday Times-columniste India Knight. Kinderen liegen tenminste nog over meeslepende avonturen met monsters, aldus Knight, volwassenen verzinnen alleen nog pathetisch bescheiden leugens. Waarop ze een lans breekt om in het weekend gewoon thuis rond te hangen, al dan niet languit in de zetel, en verder niets te doen en vooral weg te blijven van elke interessante drukte. Maar er wel trots voor uit te komen.

Er valt iets voor te zeggen. Ik heb het ook wel voor zo’n onledig weekend dat op een langgerekte pyjamaparty lijkt en waarin het hele gezin pendelt tussen keuken en sofa en omgekeerd. Ik hoef zelfs geen monsters te verzinnen, ze dwalen door het huis met imaginaire laserzwaarden, maar kunnen zich in no time omturnen tot een liefelijk prins- en prinsessenpaar. “We gaan toch nergens naartoe, het is toch zondag ?” vraagt de jongste. “Lekker relaxen”, vult de oudste aan.

Toen ik onlangs wél eens een weekend het huis uitkwam – voor de heerlijke creatieve beurs de Invasie – praatte ik met trendonderzoeker Herman Konings. Over huiselijkheid en over onze thuis. “Zijn we terug aan het cocoonen ?” vraag ik hem, naar het door Faith Popcorn gelanceerde trendwoord uit eind jaren tachtig, begin jaren negentig van de vorige eeuw. Hij relativeert. Volgens hem kwam het begrip voort uit een verkeerd begrepen demografisch gegeven. Een grote groep mensen die tevoren de sociale scène bevolkte en vaak uitging, kreeg in die periode kinderen en bleef meer thuis. “Maar cocooning was een catchy begrip en werd gretig opgepikt in de media.” Achteraf beschouwd was het een vrij duistere en ook zeer commerciële trend : we zouden ons in onze huizen – centra van state of the art technologie – verschansen, afgesloten van de boze buitenwereld.

Als we nu graag thuisblijven, is dat geen asociale daad. De cabrioversie van cocoonen, aldus Herman Konings, nooit verlegen om een mooie beeldspraak. “Het is een openthuisbeleving. Om allerlei redenen, zeker ook budgettaire, eten we thuis of kijken we naar een dvd, maar we doen dat met vrienden.”

Hoe we onze thuis inrichten, beleven, als een work in progress steeds aanvullen, daar gaat het in deze Black02 Wonen over. Nee, het gaat zeker niet om afgelijnde en opgelegde regels. Het perfecte minimalistische interieur dat heel lang de rigueur was, wordt al een tijdje bedreigd door huizen en tuinen waar ruimte is voor het alledaagse.

Een banale kamerplant lijkt wel het symbool van die verandering. Je ziet ze almaar vaker in interieurreportages opduiken en dan heb ik het niet over de sanseveria die enige tijd als hip gold, of over een kunstig boeket bloemen. Nee, een doodgewone bananenplant, ficus of palm, met hier en daar een verdord blad. De plantenbak mag zelfs op zo’n wieltjesonderstel van de Brico staan (zie ook pagina 115), zodat ie geen ringen maakt op de vloer.

“Wonen zoals het is”, dat hadden we voor ogen bij het maken van deze Black02 Wonen. Naast al het nieuws uit de design- en interieurwereld, bekijken we hoe we anno 2011 ons interieur naar eigen hand zetten. En misschien kunt u volgend weekend rustig thuisblijven. ” Black Wonen gelezen”, is geen slecht antwoord op de vraag wat u op zondag deed.

Laat ons weten wat u van de nieuwe formule vindt op black@knack.be.

trui.moerkerke@knack.be

Trui Moerkerke

“EEN BANALE KAMERPLANT IS HET SYMBOOL VAN VERANDERING.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content