Wonen is geen kunst
Modern design is hem te eng : te westers, te veel kunststof, te artistiekerig, te weinig organisch. Hedendaags betekent voor Didier Gomez vooral een ontspannen mix van culturen, tijdperken en materialen. In zijn Parijse flat tref je dan ook invloeden uit Afrika, de barok en de artisanale traditie.
Didier Gomez komt uit Andalusië en genoot een opleiding als pianist en klassiek zanger. “Maar al sinds mijn kindertijd ben ik geïnteresseerd in gebouwen en verzamelde ik allerlei objecten. Dus lag het voor de hand dat ik, eenmaal gestopt met muziek, onmiddellijk overschakelde op interieur en architectuur.” Het feit dat hij daar niet voor gestudeerd heeft en dat hij uit een andere artistieke discipline komt, laat hem toe gemakkelijk grenzen te overschrijden. Hij zweert immers niet bij één precieze stijl en houdt ervan vreemde elementen op te nemen in zijn interieurs. Bovendien grenst Zuid-Spanje aan Afrika, waardoor hij bijna een natuurlijke band heeft met de wijze waarop er in het zwarte continent aan vormgeving wordt gedaan.
De Parijse jetset geeft Didier Gomez veel boeiende opdrachten. Zo richtte hij winkels in voor Celine, Louis Vuitton en Lanvin, bedacht parfumflacons voor Jean Paul Gaultier, Yves Saint Laurent en Giorgio Armani. Hij ontwerpt ook meubilair voor Roset, Cinna, Moroso, Arthur Bonnet, Macé en Artelano, en geeft vorm aan privéwoningen over de hele wereld, tot in Azië en de States toe. Onder zijn opdrachtgevers vinden we bijvoorbeeld acteurs als Harrison Ford en Daniel Auteuil.
Gomez’ ruime appartement in de Parijse Marais is allesbehalve koel en afstandelijk van sfeer. Het is op een geheel persoonlijke manier hedendaags van stijl. “Velen associëren ‘modern’ met kunststofmaterialen of hightechsnufjes. Nogal wat designers en architecten pleiten voor puurheid en durven niet mengen. Ze nemen ook nooit elementen over uit vreemde culturen, nochtans is deze culturele symbiose juist een boeiend onderdeel van onze tijd. Dat mag je ook in de vormgeving merken. Maar voor mij hoeft modern design er niet altijd futuristisch uit te zien. Het kan veel meer zijn dan dat alleen. De designers die dat denken, sluiten zich op in hun westerse cultuur. Deze houding is eigenlijk niet ‘modern’.”
“Bovendien is design geen ideologie”, vervolgt Gomez. “Wel belangrijk is dat het ‘menselijk’ blijft. De functionaliteit is niet zo belangrijk, emotie en gevoel des te meer. Ook het tactiele, het moet aangenaam zijn om iets aan te raken. Ik ontwerp trouwens met het potlood. Bewust, want ik meen dat de computer de vorm al te zeer naar zijn hand zet. Te veel architectuur en design begint op elkaar te lijken. Je ziet geen verschil meer tussen bijvoorbeeld Japans en Australisch de-sign. We moeten juist de culturele verschillen blijven cultiveren, dat maakt de rijkdom uit van de mens.” Didier Gomez gebruikt graag artisanale technieken en vindt dat je ook daarmee hedendaags design kunt produceren. “Het is niet omdat je nieuwe materialen gebruikt dat het daarom modern is. Bovendien zoeken we het te ver. We maken van alles kunst, ook van interieurdesign en mode, maar eigenlijk gaat het om toegepaste kunst”, vult hij bescheiden aan.
Dit verklaart waarom hij zijn stijl durft aan te passen aan de opdracht. “Een casino of een restaurant moet er toch anders, leuker en speelser uitzien dan een woning waarin je jaren woont en waar het modieuze minder tastbaar is. Een woning moet persoonlijkheid uitstralen, in een restaurant of een theater moet er een magische en feestelijke sfeer hangen. Het zijn allemaal decors die de indruk moeten wekken dat je telkens een andere wereld binnenstapt. Veel vormgevers passen overal ongeveer dezelfde stijl en oplossingen toe. Dat is saai. Maar ook in huis mag dat decor iets extra’s hebben. Dat hebben we een beetje aan Starck te danken, die het ‘decor’ herintroduceerde. Heus, wat flamboyant is, is geen zonde. De mens heeft de twee in zich, een gevoel voor soberheid én overdrijving.”
Zijn woning is een stuk rustiger van architectuur en stijl dan de publieke ruimtes die hij ontwerpt. Het grondplan van dit appartement is bijna symmetrisch, met een paar hoge dubbele deuren die ervoor zorgen dat je steeds in verschillende vertrekken kunt binnenkijken. De kleuren zijn warm, voor privé-vertrekken verkiest Didier Gomez immers aardetinten. Sommige ruimtes hebben een donkerder en intiemer palet. Via de dubbele deuren is de tuin ook steeds aanwezig. De objecten en kunstwerken verraden zijn voorliefde voor etnische kunst en fotografie. Uiteraard heeft hij ook het meeste meubilair zelf ontworpen, waaronder de dagbedden in de bibliotheek. Een plek waar hij vermoedelijk zelf weinig komt, want met zijn drukke agenda en de talrijke buitenlandse reizen voor opdrachten over de gehele aardkluit, van Tokio tot Moskou, heeft hij daar gewoon de tijd niet voor. Maar ook dat is een reden waarom dit interieur juist zoveel rust uitstraalt. Hier kan hij zich na een drukke dag immers met vrienden terugtrekken.
Voor meer informatie : www.didiergomez.com.
Door Piet Swimberghe I Foto’s Jan Verlinde
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier