WONDERBOYS

Met hun label Proenza Schouler hebben ontwerpers Jack McCollough en Lazaro Hernandez (allebei 30) stilaan Amerika veroverd. Nu volgt Europa.

Amerika ging al door de knieën voor Proenza Schouler en nu loensen Jack McCollough en Lazaro Hernandez naar het oude continent. Eerder deze zomer reisden de jonge ontwerpers naar Italië. Waar ze, in het kader van de vakbeurs Pitti W, hun komende collectie kwamen presenteren. Bij de feestelijkheden hoorden een concert van The Voluptuous Horror of Karen Black, en een picknick van hamburgers, hotdogs, pizza en brownies – geserveerd in het uigestrekte park van een Florentijnse villa. (“We dachten : laat ons a slice of America meebrengen,” aldus de met lichte sterretjes getatoeëerde ontwerpers.)

McCollough en Hernandez begonnen Proenza Schouler in 2002. Hun verhaal gaat, in versneld tempo, ongeveer als volgt. Lazaro Hernandez, een kind van Cubaanse ouders, groeide op in Miami met vier broers en zussen. Zijn moeder had een beautysalon, waar hij Vogue en Harper’s Bazaar las en al doende de wondere wereld van de mode ontdekte (zijn vader had, tevergeefs, gehoopt op een korfbalkampioen). Hij studeerde twee jaar geneeskunde, voelde zich niet gelukkig, en trok naar New York.

Jack McCollough, enig kind, komt uit een streng, welgesteld gezin in Montclair, New Jersey (zijn vader was bankier in Wall Street). Hij had, zo beweert hij zelf, een moeilijke jeugd. Fan van The Grateful Dead. Opgepakt door de politie. Van zijn dure privéschool gestuurd. Hij kwam uiteindelijk op een internaat terecht met een behoorlijke kunstafdeling, en belandde vervolgens in New York.

Ze studeerden allebei aan de modeafdeling van Parsons, een gereputeerde kunstschool. Maar hun eerste ontmoeting dateert van vroeger. Ze leerden elkaar kennen op een feestje waar McCollough in meisjeskleren rondliep. Het duurde daarna nog een hele tijd voor ze een koppel werden. Maar daarna ging het snel. Lazaro liep stage bij Michael Kors, McCollough bij Marc Jacobs. In hun laatste jaar maakten ze samen één afstudeercollectie. Dat was in de geschiedenis van New York nooit eerder vertoond, maar het mocht. Waarop Barneys, de upscale warenhuisketen, de hele collectie aankocht. Jack McCollough en Lazaro Hernandez begonnen dan maar in zeven haasten hun modebedrijf, Proenza Schouler. Naar de meisjesnamen van hun moeders. Even later stonden ze in Vogue, en was hun naam gemaakt.

Intussen hebben McCollough en Hernandez een deel van hun bedrijf verkocht aan de Italiaanse groep die ook het huis van modelegende Valentino bezit. En de jongste, negende aflevering van het uit Antwerpen gedirigeerde modetijdschrift A Magazine (nu in de krantenwinkel) is door hen samengesteld – ze zijn de eerste Amerikaanse gasthoofdredacteuren van het blad. Chloé Sevigny, de voormalige It-girl en B-actrice, staat op de cover.

“We komen van twee zeer verschillende werelden”, zegt Lazaro. “We bekijken het leven elk vanuit ons eigen perspectief. Dat zie je ook aan de kleren die we maken. Je zult in onze collecties altijd contradicties zien. Die versmelting van visies geeft ons onze eigenheid.”

Hoe zou u elkaar beschrijven ?

Jack McCollough en Lazaro Hernandez : Allicht op dezelfde manier : hardwerkend, gepassioneerd en nieuwsgierig.

U heeft allebei gestudeerd aan de modeschool Parsons in New York. Wat heeft u naar de mode gedreven ?

Jack : Ik had als kind al een grote interesse voor kunst. Ik dacht dat ik schilder wou worden. Na enkele jaren in een conservatieve prep school, waar de focus lag op sport, wiskunde en wetenschap, ben ik op internaat terechtgekomen met een fantastische kunstafdeling. ’s Ochtends kregen we gewoon les, maar de middagen waren gereserveerd voor schilderen en beeldhouwen. Later ben ik naar het San Francisco Art Institute gegaan – ik wou toen glasblazer worden – en vandaar ben ik getransfereerd naar Parsons.

Lazaro : Tijdens mijn opleiding geneeskunde in Miami daagde het al snel dat ik niet gelukkig was met die keuze. Toen ben ik, als keuzevak, kunst beginnen volgen. Ik ging een vriend bezoeken in New York en ik vond het fantastisch daar. Terug in Miami heb ik beslist om een kandidatuur te sturen naar Parsons. Mijn vriend studeerde daar.

U bent een koppel. Hoe werkt u precies samen ? Wie doet wat ?

We delen niets op, we werken aan alles samen. Als de ene zwart denkt en de andere wit, dan kiezen we uiteindelijk voor grijs. Soms denken we dat onze meest succesvolle collecties diegene zijn waar we in verschillende richtingen dachten, zodat we wel een manier moesten vinden om onze visies te doen samensmelten en zo iets nieuws te creëren. We praten echt niet voortdurend over mode. Dat doen we alleen in de studio. Het gebeurt natuurlijk wel dat we ruzie maken. Maar zodra we de deur van de studio achter ons dichttrekken, ligt dat achter ons.

Proenza Schouler kreeg snel veel media-aandacht, vooral in de Amerikaanse Vogue. Hielp dat ?

Ons eerste credit in Vogue heeft ons enorm aangemoedigd. We hadden onze hele afstudeercollectie naar de kantoren van Vogue gebracht en een maand later stond er een foto in het blad met onze kleren. Die eerste jaren was alles totaal nieuw voor ons, en dat maakte het ook zo opwindend. We kwamen ons atelier niet uit, we hadden het ontzettend druk.

U bent dit seizoen gasthoofdredacteurs van A Magazine. Een groot gedeelte van het tijdschrift is gewijd aan Amerikaanse land art. Wat hebt u geleerd van uw reizen door de VS ?

We hebben geleerd dat de stereotypes die over ons land bestaan niet altijd kloppen. Ons landschap is niet alleen enorm, het heeft ook vele facetten. Er is zoveel te zien. Veel belangrijke kunstwerken uit de jaren zestig en zeventig zijn plaatsgebonden, en meestal bevindt die plaats zich in het midden van nergens. Het leek ons interessant om een soort bedevaart te maken. Om kunstwerken die we tevoren alleen op prentjes hadden gezien in het echt te ervaren. Het was een ongelooflijk verhelderende, leerrijke ervaring en de beslissing om er iets mee te doen in het magazine was dan ook snel genomen.

Wat is uw favoriete landschap ?

We zijn gek op de aardse, vibrante kleuren van de beeldhouwwerken van Donald Judd in de vlaktes van Texas, in Marfa. Dat werk was trouwens een bron van inspiratie voor onze wintercollectie van 2008.

U was deze zomer eregast van de modebeurs Pitti W in Firenze. U hebt daar geen catwalkshow op het getouw gezet, maar wel met kunstenaars samengewerkt. Waarom ?

Het was voor ons een eer om een collectie in Firenze te kunnen tonen. We wilden graag iets nieuws doen, en daarom hebben we gezocht naar een manier om de collectie te presenteren waarbij we zeer verschillende elementen uit het universum van Proenza Schouler konden samenbrengen. We wilden tegelijk van de gelegenheid gebruik maken om een stukje americana te exporteren naar Europa.

Het optreden van The Voluptuous Horror of Karen Black, tijdens uw evenement, was verrassend. Naar wie luistert u nog ?

Op dit moment luisteren we naar The Cure. Andere bands die we graag horen zijn Brian Eno, OMD, Morrisey, Artery, Legendary Pink Dots, Joy Division, Magnetic Fields. En zo verder, en zo verder… Muziek is voor ons een belangrijk onderdeel van het creatieve proces.

Beschouwt u zichzelf als typisch Amerikaanse ontwerpers ?

Niet echt. Onze inspiratie komt van de hele wereld, en ook onze ervaringen zijn internationaal. We zijn natuurlijk in Amerika geboren en getogen, maar dat neemt niet weg dat we onszelf toch beschouwen als pretty international.

U belichaamt elk een heel ander soort Amerika.

We zijn opgegroeid in verschillende delen van het land, en onze achtergrond is heel anders. In een ander tijdperk – tien jaar geleden, bijvoorbeeld – waren we misschien niet eens vrienden geworden. New York is een plek waar heel andere mensen zich op een bepaalde manier kunnen vinden. En, in ons geval, samen een bedrijf beginnen.

Hoe is volgens u de Amerikaanse mode de voorbije vijftien jaar geëvolueerd ?

Er is een nieuwe generatie van ontwerpers opgestaan. New York staat, veel meer dan vroeger, open voor jong talent. Het is echt een uitstekende lanceerbasis voor een jong iemand die het wil gaan maken in de mode. Zelf hebben we ongelooflijk veel geluk gehad dat we op het perfecte moment in New York zijn beland.

Kunt u zich voorstellen dat Proenza Schouler ooit een megamerk wordt, als Ralph Lauren of Tommy Hilfiger ?

Dat is nooit echt de bedoeling geweest. Bovendien is dat tijdperk voorbij. De nieuwe realiteit is heel anders.

Vijfenveertig procent van uw bedrijf is sinds kort eigendom van de Valentino Fashion Group. Wat zijn de gevolgen daarvan geweest, en hoe ziet u de toekomst van Proenza Schoulder ?

Het was voor ons een grote stap, maar het overgangsproces is erg goed verlopen. Blijven groeien en een zeker gevoel van vrijheid bewaren in de komende jaren, dat is voor ons erg belangrijk.

Proenza Schouler wordt in België verkocht bij Sien in Antwerpen.

Info : Sien, Nationalestraat 91, Antwerpen, 03 231 26 66, www.sien-antwerp.be.

Door Jesse Brouns

“Het was voor ons een eer om een collectie in Firenze te kunnen tonen. We wilden tegelijk van de gelegenheid gebruikmaken om een stukje americana te exporteren naar Europa.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content