Wolk-walking
“Geen enkele schoen is helemaal perfect”, zegt Andrea Tomat, stichter, bestuurder en sinds vorige maand ook eigenaar van Stonefly, de Italiaanse marktleider voor comfortshoes. Maar voorbij is in ieder geval de tijd dat we ons bij een volmaakt gezonde schoen een orthopedisch gevaarte of een andersoortig blok aan het been moesten voorstellen. Stonefly heeft ons het wandelen op wolkjes gegeven.
Wie goed luistert, hoort in het landhuis het ruisen van gruis dat uit spleten valt, op het plavuis. Nu en dan wordt de wakke stilte ook nog verstoord door een overrijpe pruim die in de tuin te pletter stuikt. En door het kletteren van bestek en borden, veel verder, op een overvol terras. Maar geen mens, zelfs de bewakers niet, indien het Museo dello Scarpone die ooit al mocht hebben gehad, blijkt zich op deze zwoele herfstdag zorgen te maken om de wonderen van Montebelluna, die aan het eind van een dreef, en hoog op een heuvel, in de ruïne van een zestiende-eeuwse Venetiaanse villa werden samengebracht. Een juffrouw voert me in een verschroeiend tempo en met een stem die akelig blijft zwijgen langsheen de drie verdiepingen en vijftien kamers, naar een laars met knielap uit 1410, die nog bij een riddertoernooi gediend zou hebben, voorbij een achttiende-eeuwse rijlaars, en vandaar weer naar een laars waarmee het Italiaanse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog de wacht moest optrekken. Maar bovenal staan in de Villa Zuccareda Binetti natuurlijk die talloze bergschoenen en skibottines achter glas die de voorbije eeuw de faam van Montebelluna hebben gemaakt, zozeer zelfs dat ook vandaag nog driekwart van de Europese skischoenen in deze regio worden gemaakt.
De streek tekent vandaag onder meer voor viervijfden van de motorboots die in Europa worden gemaakt, neemt daarnaast ook 80 procent van de Italiaanse voetbalschoenen en ijs- en rolschaatsen voor haar rekening, en tekent respectievelijk ook nog voor 45 en 40 procent van de baskets en tennisschoenen die in Italië worden opgeleverd.
A driano Sartor is een kind van de streek. Grootvader was schoenmaker, vader was schoenmaker. En zijn eerste herinnering gaat terug naar de schoenendoos waarin hij werd gelegd toen hij geboren werd. Een vijftal jaar terug had hij in de verzameling van het Museo dello Scarpone zijn oog op een skischoen van nu al meer dan veertig jaar oud laten vallen. Hij had ter hoogte van de enkel een luchtkussentje ingebouwd, dat moest dienen voor het vastzetten van de hak. Sartor besloot het luchtkussentje te verplaatsen naar de hak, zodat het bij het lopen als schokdemper kon dienen. En tegelijk werd het van een pompje voorzien, zodat de lucht in de schoen voortdurend ververst kon worden, en zo onder meer het probleem van zweetvoeten uit de wereld kon helpen. De Shock Air was geboren. Het pompje in de zool zuigt via gaatjes in de binnenzool de vochtige en verhitte lucht uit de schoen, en leidt die vervolgens via een kleppensysteem naar buiten. In de hak is ook een knop verwerkt, die bij aanraking met de grond het pompje in werking stelt, en bovendien ook als schokdemper dient. Testen hebben intussen bevestigd dat 51 stappen of 27 seconden volstaan om de lucht in een Shock Air voor de volle honderd procent te verversen.
Shock Air is ook vandaag nog het paradepaardje van Stonefly, een merk dat in 1993 met kapitaal van Lotto, vooral om zijn voetbalschoenen bekend, nieuw leven werd ingeblazen, en vorige maand door Sartor en zijn medebestuurder Andrea Tomat overgekocht werd. Tomat meende een gat in de markt te hebben ontdekt: “Wij geloven in ons product omdat je er heel flexibel van de ene situatie in de andere kan mee stappen. Je kan er mee sporten, en een uurtje later mee naar een zakenrelatie, zonder dat je eruitziet als iemand die zonet van het tennisveld is gestapt.
We hebben ook willen inspelen op een wijzigende trend op de consumentenmarkt. Door de vergrijzing ligt onze belangrijkste klantengroep nu in de leeftijdscategorie tussen dertig en zestig jaar. Dat is een trouw publiek, met oog voor kwaliteit, dat zelfs van een vrijetijdsschoen standing vraagt. En anderzijds verlangt het ook van een gewone stadsschoen dat hij ultracomfortabel is, zonder dat hij daarbij als die ouderwetse orthopedische blokken oogt. Ons product weet volmaakt in te spelen op dat lijstje met eisen.”
Tomat zwaait met de resultaten van een enquête. Daaruit moet blijken dat zijn doelgroep comfort in de eerste plaats vereenzelvigt met een schoen met een goede warmte- en vochtregeling, waterdichtheid en schokbestendigheid. “En natuurlijk is geen enkele schoen perfect,” zegt Thomat, “ook de Shock Air niet. Die werkt uitstekend op het vlak van warmte- en vochtregeling en schokbestendigheid, maar is in extreme omstandigheden niet voor de volle honderd procent betrouwbaar inzake waterdichtheid. Daarom hebben we in samenspraak met Gore Associates een andere reeks ontwikkeld die bekleed is met een voering in Gore-tex, dat befaamde microporeuze membraan, met gaatjes zo fijn dat zelfs de kleinste waterdruppel er niet doorkan, terwijl anderzijds de moleculen van de waterdamp, afkomstig van de natuurlijke transpiratie van de voet, probleemloos kunnen ontsnappen. Het heeft ons een volmaakt waterdichte schoen opgeleverd, die ook voorzien is van een schokdemper. Maar om allerlei technische redenen viel die dan weer niet met het systeem van de Shock Air te combineren. Want je kan twee luchtverversingssystemen nu eenmaal niet tegelijk laten functioneren.
Met al die spitstechnologie is het natuurlijk niet mogelijk om een ultralichte schoen te creëren. Daarom hebben we nog een derde type ontwikkeld, de A.R.C.S., waarbij het bovenleer rechtstreeks op de zool gestikt wordt, zonder de steun van een binnenzool. Het resultaat is een vederlichte schoen, soepel en zacht, die zich uiterst ergonomisch als een handschoen om de voet wikkelt.”
Een vreemdsoortig theater speelt zich af in de laboratoria van Stonefly. Een schoen wordt door een machine open- en dichtgeklapt. Een teller meldt 9945, maar het moet in totaal wel een half miljoen keer, zonder dat de schoen een krimp mag geven. Elders gaat een gewicht aan een veter onvermoeibaar op en neer. En veegt een borsteltje onvermoeibaar over de naam Stonefly, om er zeker van te zijn dat die toch niet al te snel zou worden weggewist.
Het hybride opzet van Stonefly, efficiëntie aan esthetiek paren, wil af en toe nog wel eens leiden tot producten die een ietwat vreemdsoortig idee van elegantie openbaren. Maar: de orthopedische blokken van weleer zijn al ver uit het gezichtsveld verdwenen. En Stonefly gaat er prat op momenteel om en bij de vijftien procent van de Italiaanse markt veroverd te hebben in zijn marktsegment. Na Italië wil het merk zich ook elders in Europa laten gelden. De Benelux vormt daarbij een absolute prioriteit, al was het maar vanwege dat voordeel van de waterdichtheid.
Ik krijg ook nog wat cijfers voorgelegd. Van 20 miljard lire in 1993 – een klein half miljard Belgische frank – steeg de omzet naar 35 miljard in 1996. En voor 2000 werd een zakencijfer van 70 miljard vooropgezet. Enkele maanden later volgde echter al een kleine correctie. Het bedrijf is intussen naar Asolo verhuisd, waar het zich in de voormalige fabriek van Brionvega vestigde, een prachtig modernistisch bouwwerk uit de jaren zeventig van Zanusso, dat inmiddels al de staat van beschermd monument kreeg toegekend. En – laat het bedrijf nog weten – 50 miljard lire in 2000 zou al mooi zijn.
Je kan maar beter niet te veel op thin ice wandelen, als het om zaken gaat.
Max Borka
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier