“Wat heeft die nu aan !”, zei een collega vorige week. “Panty’s ! In augustus ! Zoiets doe je toch niet”, alsof ze er stante pede de modepolitie (lees : ondergetekende) op af wilde sturen. Het was die dag zeventien graden, somber, grijs en nat. Heel nat. Net als het hele tweede deel van wat wij ‘zomervakantie’ noemen. Het meisje had een waterdicht alibi voor het dragen van panty’s. En toch. Er zijn nu eenmaal ongeschreven (en bijzonder triviale) regels als het over kleren en het weer gaat. Eén : draag geen wit na de Dag van de Arbeid. (Belachelijk, is het niet net andersom ?). Twee : zet binnen je zonnebril af. Het suggereert alleen dat je een kater hebt, of een blauw oog. En drie : panty’s zijn alleen toegestaan in maanden met een r in de naam. Van september tot april. Wie het koud heeft : bijt op je tanden of doe een broek aan.

Het weer. Je praat erover met iedereen, met de wildvreemde man naast je op de bus en met de bakker waar je elke dag brood haalt. Omdat je vaak niet weet wat anders te vertellen, maar ook omdat echt iedereen, al dan niet onbewust, er elke dag mee bezig is. Voor de meeste mensen blijft het bij eenvoudige keuzes als het meenemen van een extra jasje of het dichtdoen van het slaapkamerraam. Voor landbouwers, festivalorganisatoren of zelfs de ijscoman hangt er veel meer van af. Waar velen niet bij stilstaan is dat het weer ook een grote invloed heeft op de mode, veel groter dan de stijlkeuzes die we elke dag maken. Vraagt niemand zich af waarom we in juli al winterjassen in de etalages zien hangen ? Of waarom, als we in november uiteindelijk toch toegeven aan de winterkou, heel veel al is uitverkocht ?

Ja, waarom eigenlijk ? Klanten klagen over halflege winkels ; winkeliers over het feit dat ze in januari hun spullen niet meer tegen de volle prijs kunnen verkopen, omdat ze van ‘vorig seizoen’ zijn. Er schort iets aan het systeem, zegt ook de Brusselse ontwerpster Annemie Verbeke (zie p. 46) : “Twintig jaar geleden was het beter. Toen leverde je de zomercollectie pas in maart in plaats van, zoals nu, in januari. Al hadden de verkoopsters in New York vlak na Nieuwjaar ook al zomeroutfits aan, terwijl er buiten metershoge sneeuw lag.” Een verklaring voor deze ‘seizoenendans’ moeten we volgens Verbeke zoeken bij de fashion insiders, internationale shoppers die het systeem dat ze in vraag stellen, ook in stand houden. “In steden als Milaan, Parijs en New York worden belangrijke modebeurzen gehouden. De mensen die er naartoe gaan, zijn ook diegenen die graag geld uitgeven aan mode. Voor die mensen moet er dus al een selectie hangen, anders missen de winkels een groot deel van hun omzet. Zij hebben de toon gezet, de anderen zijn gevolgd.”

Met al dat slecht weer van de afgelopen maand lijkt een winteretalage – of ja, zelfs een panty – in augustus nog zo gek niet.

ellen.de.wolf@knack.be

Ellen De Wolf

“Waar velen niet bij stilstaan is dat het weer ook een grote invloed heeft op de mode, veel groter dan de stijlkeuzes die we elke dag maken”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content