Na zes jaar vrouwencollecties waagt de Belgische ontwerper Wim Neels zich ook aan mannenmode. Niet dat hij in z’n hoofd het ene moet wegzappen om aan het andere te beginnen. Volgens hem vertellen ze allebei hetzelfde verhaal.

Peter De Potter

?EEN MANNENLIJN WAS NOOIT ECHT gepland?, zegt Wim Neels. ?Het is eigenlijk een beetje een samenloop van omstandigheden. Het zat al langer in mijn achterhoofd, maar ik bleef twijfelen. Er zijn zoveel stilisten die goede ontwerpen voor vrouwen leveren maar van hun mannenkleren niets bakken, of omgekeerd. Maar toen er een concreet voorstel vanuit de Italiaanse industrie kwam, heb ik toegehapt. Bovendien zou er in het seizoen van mijn eerste mannencollectie geen vrouwenlijn worden uitgebracht. Mijn toenmalige fabrikant had zware financiële problemen, ruzie met vertegenwoordigers en weet ik wat nog meer. Dus had ik op die manier toch iets om voor te stellen.?

Hij zit achter zijn werktafel, volgestouwd met stapels papieren, textielstalen en tekenmateriaal. Een flauwe middagzon verlicht de kamer en buiten is het zelfs voor een zondag akelig rustig in Antwerpen. Tegen de muur een rek kleren, de helft ervan uit de vrouwencollectie ; ernaast een deel truien, blazers en broeken voor mannen, voor de fotosessie meegebracht uit Italië, waar alles gemaakt wordt. Zo op het eerste zicht zit er niet veel verschil in de twee lijnen.

?Ik vind niet dat mannen- en vrouwenkleren gelijk moeten zijn?, vertelt hij. ?Maar ik vind nooit zeshonderd materialen en kleuren die ik wil gebruiken, dus duiken er vaak dezelfde stoffen op. Soms zitten er minder evidente keuzes in : voor de mannenkleren wil ik al wel eens een vrouwelijker materiaal gebruiken, dat dan niet voorkomt in de vrouwenlijn bijvoorbeeld. Qua ontwerpen lopen er vaak dubbelgangers doorheen de collecties, maar ze worden anders gepresenteerd.

Ik ken vrouwen die enkel mijn mannenkleren dragen en niets van de dameslijn kopen. En dat stoort me niet. Momenteel vind ik de mannencollectie op een bepaalde manier zuiverder dan die voor vrouwen. Met m’n vrouwenkleren ben ik steeds willens nillens gedwongen geweest om mijn werkmethodes te veranderen. In het begin had ik wat problemen met Belgische fabrikanten, daarna liet ik een deel overnemen door de Italianen, dan verhuisde ik de hele boel naar daar en moest ik samenwerken met nieuwe modistes die mijn belijningen en proporties nog moesten gewoon worden… Een wat getroubleerde geschiedenis dus.?

De mannenkleding van Wim Neels is niet uitgesproken zus of zo, maar daarom niet minder waardevol. Het zijn goed gemaakte, kwalitatieve stukken met een grondige studie vooraf, dat zie je zo, zonder dat ze te overwerkt of uitgekiend uitdraaien. Wim Neels is geen man van de grote ingrepen : hij brengt simpele maar nooit ?gewone? kledingstukken, puur maar nooit zomaar ?basic?. Hij tekent onmiskenbaar mode, weinig spectaculair misschien maar toch persoonlijk. Door een van zijn jasjes aan te trekken zet je geen volledige dorpskom op stelten. Maar verstop het tussen de blazers van een oerdegelijke herenwinkel en je haalt het er bijna geblinddoekt uit. Neels heeft al bij al niet de gemakkelijkste weg genomen binnen een markt die krioelt van de namen en labels. Een lastige klant voor een marketingbureau ook, want je kan hem moeilijk in één klinkende slagzin vatten.

?Soms werkt het in mijn nadeel, maar ik schuif doelbewust nooit één sterk beeld naar voor?, zegt hij. ?Als ik mijn kleren in een showroom toon, beschouw ik ze als een verzameling items en niet als een voorstelling van één tendens met, ik zeg maar iets : één lengte. Ik hou er ook niet van om m’n collectie een titel of een specifiek thema toe te dichten, of om uit te weiden over m’n inspiratiebronnen. Er is nooit één ding waar ik de vinger op kan leggen. Ik heb om het zo te zeggen geen Patti Smith in m’n hoofd. Bij het tekenen van een nieuw seizoen weet ik dat ik een bepaald type regenmantel of zo’n soort jassen wil brengen, maar daarna wordt het een vorm van ontdekken en uitproberen. Ik pas aan, combineer en groepeer ; en op het einde kom ik ergens helemaal anders uit dan waar ik in mijn schetsboek ben vertrokken.

Vorige keer voelde ik me op een of andere manier aangetrokken tot fotoboeken van Peru. Een bepaalde tint, een stof die me daar wat aan doet denken, maar geen kat die uiteindelijk zal raden dat het daarmee begonnen is. Ik vind het dus absurd om dat expliciet te gaan vertellen. Mijn inspiratiebron valt gewoonweg niet van de rekken af te lezen. Als ik een mooie foto van een groep balletdansers vind, dan zal ik geen gebreide caleçons voor mannen ontwerpen. Een afgewerkt kledingstuk moet functioneren op zich. Niemand heeft een boodschap aan welke film of aan welk boek ik dacht toen ik dat bepaalde jasje of hemdje aan het maken was. Voor mij is dat naast de kwestie.

Ik weet dat de pers tuk is op titels en thema’s, maar in mijn koppigheid ga ik daar niet op in. En sommige mensen hebben dat houvast nodig, om zichzelf te overtuigen dat ze op dat moment mee zijn. Ik sta soms perplex als iemand een niet echt goedkope jas draagt die langs alle kanten trekt of waarvan de kraag gedeukt ligt en de schouders eigenlijk te breed zijn. Maar dat is dan allemaal niet erg, want het is een mantel in dat roestbruin dat tot kleur van het seizoen is gebombardeerd.

In dat hele systeem van hype en naam-van-het-ogenblik zou ik verloren lopen. Ik presenteer geen total look, en één kenmerkend kledingstuk heb ik ook niet. Zo werk ik niet.?

Het enige detail dat een bovenstuk van Wim Neels onmiddellijk herkenbaar maakt voor kenners, is het aan de buitenkant opgenaaid wit labeltje dat droog vertelt met wat voor kledingstuk je te maken hebt. Blouson. Caban. Chemise. Sommigen vinden het een irritant snufje, anderen zien er een statement in.

?Eigenlijk is het als grap begonnen?, glimlacht hij. ?Het idee haalde ik bij die traditionele, chique merken die ergens op hun kledingstuk een duidelijke vermelding van een samenstelling achterlaten. Pure cashmere, of zoiets. Of een naam van een ontwerper. Dat wou ik wat ironiseren. Het is ook een beetje een didactisch detail. Sla een boek over de klassieke mannengarderobe open en de technische benamingen vliegen om je oren, termen waar zelfs specialisten de juiste betekenis niet van kennnen. Heel weinig mensen kennen trouwens nog het verschil tussen een enkele en een dubbele sluiting. Ik vond het wel grappig om dat even in de verf te zetten.

Toen ik het idee aan de fabrikanten voorlegde, vroegen ze zich bezorgd af of dat ook in de productie hoorde te zitten. En nu nog komen klanten me vragen of het al dan niet de bedoeling is het labeltje eraf te halen ! Ze mogen het voor mijn part zelf beslissen ; valt het er per ongeluk af, dan ga ik me niet reppen om er een nieuw op te zetten.?

Wat zowat alle Belgische ontwerpers kenmerkt van de ondertussen gevestigde namen tot de allernieuwste richting , is hun streven naar kwaliteit en een zo juist mogelijke afwerking. De puntjes op de i zetten. Sommigen gaan daar ver in, tot genoegen van buitenlandse inkopers. Hoe ?groener? de designer, hoe meer er gehamerd lijkt te worden op een afwerking op de traditionele, klassieke manier. Neels : ?Als ik mijn eigen loopbaan bekijk, dan denk ik dat het met een soort faalangst te maken heeft. Je hebt in het begin de neiging om alles op z’n best, z’n duurst en z’n degelijkst te willen doen. Je zit met idee-fixen in je hoofd : om de enige echte jas te maken, hoor je kemel te gebruiken, het moet handgemaakt zijn, verstevigd… Je wil je indekken om niet door de mand te vallen. Eerst gebruikte ik enkel hoornen knopen, iets anders deugde niet. Nu laat ik ze vallen omdat ik besef dat zoiets kleins de prijs onnodig de hoogte injaagt. En ik word daar steeds flexibeler in. Uiteindelijk is het erg saai om steeds die perfectie achterna te hollen. Een perfect geknipte blazer produceren is fantastisch, maar… dat is het dan. Het hoeft niet altijd. Je kan kwaliteit leveren zonder maniakaal te werken. Mijn reeks minder prijzige kledingstukken geleverd in een plastic verpakking is er om die reden gekomen, een beetje als tegengewicht. Aan de andere kant blijft het telkens oppassen dat je niet verzandt in pure industrie. Hoe dan ook moet je je eigenheid bewaren, dat kleine celletje originaliteit.?

De bange beginperiode is hij allang ontgroeid, en de verkoop loopt goed, vooral in Australië, Amerika en de Aziatische landen. En toch praat hij veel over fabrikanten, financiële plafonds, contracten. De namen van zijn klanten kent hij bijna uit het hoofd. De realiteit van een ontwerper op het midden van de ladder. Want bij de klinkende namen lijkt de industrie gereduceerd tot een vermelding in de persmap ; in de media raken megadesigners het zakelijke nauwelijks aan. Wim Neels presenteert zijn collecties in showrooms, in Milaan, Parijs of hier bij hem thuis. Op die manier leer je al snel de minder poëtische kant van het vak kennen.

?Sommige klanten luisteren eventjes naar mijn uitleg en beginnen dan zelf een keuze te maken, die zodanig mijn eigen gevoel volgt, dat ik ze er bijna van verdenk de hele tijd over mijn schouders meegekeken te hebben. Anderen gooien de hele lijn overhoop, vragen andere kleuren of eisen dat ik een bepaald stuk voor hen alleen aanpas. Ik voel me helemaal niet in mijn creativiteit gekrenkt als iemand enkel m’n vesten aankoopt en niet de hemden, maar dan hoor je soms dat die ene grijze trui enig zal passen bij de wollen broeken die ze net bij Paul Smith hebben gevonden… Wanneer ik de bestellingen naga, bemerk ik dat de verkoop van sommige stukken letterlijk afhangt van de volgorde waarin de klanten mijn collega’s hebben bezocht. Tja.?

Na zes jaar staat hij wat twijfelachtig tegenover zijn eigen beroep. Het is alles wat hij wou, vertelt hij eerlijk, en toch vervloekt hij soms de dag dat hij de beslissing nam om op eigen houtje te starten. ?Ik heb veel moeten opgeven. Elke minuut gaat naar m’n werk. Aan boeken lezen kom ik zelden toe, beschamend eigenlijk. Op de duur lijkt het pure zelfbevrediging. Alles valt weg en je zit maar te prullen op een mouwinzet of de omslag van een broek. Af en toe moet je jezelf op je plaats zetten. Het zijn maar kleren ! Ze zijn natuurlijk uiterst belangrijk, maar in de orde der dingen halen ze het niet bij iets als muziek bijvoorbeeld. Kan jij je één dag voorstellen zonder muziek ? Ik niet.?

Wim Neels, Milaan : tel. (00-39) 2-55.01.59.97, Parijs : (00-33) 1-42.76.03.50.

Wim Neels : kleren als een verzameling items.

Herkenbaar Neels-detail : het aan de buitenkant opgenaaid wit labeltje dat zegt over welk kledingstuk het gaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content