Alles begint met de stem. Daar bouw ik mijn muziek rond. Het is het authentieke element bij uitstek om muziek te maken, en veel expressiever en persoonlijker dan een instrument.

Mijn vader was amateurmuzikant. Hij bespeelde wel tien instrumenten, vaak bij ons thuis in Noord-Limburg. Op mijn achtste ging ik naar de muziekschool in Houthalen en gaf hij me mijn eerste gitaar. Toch heb ik nooit druk gevoeld.

Als tiener wilde ik klassieke gitarist worden. Dat instrument was toen zo beloftevol, zo modieus en mobiel, elke jongen droomde ervan. Met een dominant gevaarte als de piano heb ik dat nooit gehad, zeker niet als kind. Ik zet me er nog steeds niet symmetrisch aan, maar een beetje links, zo laag mogelijk. Je kunt je niet onderwerpen aan een instrument.

Schrijven heeft me altijd gefascineerd. Na mijn studies pol en soc in Leuven had ik geen muzikale ambitie. Ik publiceerde stukken over hedendaagse muziek in Knack, een vijftigtal, tot aan de eerste plaatopname in 1980. Uiteindelijk was het toch de muziek die me te pakken kreeg.

Who speaks, is altijd de vraag. Met welk recht vertelt iemand je wat je moet doen of laten ? Sommige klassieke muzikanten zijn zo perfect opgeleid, die komen nooit meer van los het keurslijf van de canon. Zo wilde ik niet eindigen, en dus heb ik het conservatorium in Brussel niet afgemaakt. Ik wilde als autodidact zelf een opening vinden. Al die klassieke en genoteerde muziek vol regels die voorschrijven hoe iets gespeeld moet worden, weg ermee. Wat muziek interessant maakt, is juist wat niet vastligt.

Ik improviseer niet. In de studio is de partituur volledig uitgeschreven. Anderzijds interpreteren muzikanten, en een geschreven noot zegt niet álles. De toonhoogte en lengte, ja, maar niets over de aanslag of tempoveranderingen. In mijn notenschrift staan geen aantekeningen. Hoe ze de partituur spelen, moeten de muzikanten zelf aanvoelen. Mocht ik een schrijver zijn, ik schreef woorden op papier zonder syntaxis of grammatica.

Piano spelen is een uitlaatklep. Het is hard labeur, maar het is ook een ontlading. Daarom wordt ook gezegd dat pianisten oud worden. Omdat ze hun emoties tactiel kwijt kunnen.

In het Vlaamse artistieke milieu in Brussel ben ik een outsider. Mijn werk was er altijd verankerd in het francofone milieu en tot de jaren negentig hielden vooral concerten in het buitenland me op de been. Ik heb dus geen uitgesproken band met Brussel zoals Arno of Wim Vandekeybus.

Ik had altijd de vrije hand. Zonder grote machinerie of vast ensemble, zonder commercieel uitgekiende stappen. Bij een major had ik nooit zo kunnen experimenteren. Het is trouwens alleen omdat ik geen vast ensemble had, dat mijn afgewerkte composities ook allemaal opgenomen zijn : 75 uur muziek, verspreid over zo’n 50 titels.

Ik heb mijn taal gevonden. Sindsdien ben ik minder onrustig. Daarom kon ik ook bij EMI tekenen. Niet slecht voor een vijftiger (lacht). Er komen heruitgaven en boxcompilaties aan, en ik wil andere dingen doen. Een strijkersensemble samenstellen bijvoorbeeld, een instrument waarmee ik als componist nog een enorme weg kan afleggen. Of misschien ga ik wel ongedwongen musiceren in een band, nog zo’n jongensdroom.

‘Receptacle’ is opgenomen met zeventien vrouwen. Ik wilde weten of zo’n ensemble voor een andere sound en interpretatie zou zorgen. Nu weet ik : vrouwelijke muzikanten maken minder omwegen. Ze zijn directer in de miniseconde die nodig is om een noot te lezen en klank te genereren. Mannen identificeren zich niet zo snel met een partituur.

Mensen als Thom Yorke en Amy Winehouse stellen me gerust. Elke generatie heeft zulke vertolkers nodig, ondanks alle problemen in de muziekindustrie. Daarom is het vedettisme in de klassieke muziek zo beangstigend. Het is goed dat we naar oude muziek kunnen luisteren. Alleen vertolken Mozart of een reproductie van een eeuwenoude opera onze tijd niet. Hoeveel videoschermen en interessante regisseurs je ook inzet.

De mens Wim Mertens blijft verborgen. Ook op concerten, want ik spreek zelden. Dat is juist het opzet : voorbij het rationele en het verbale gaan, voorbij de partituur zelfs. Ik zoek bewust speling en ontwrichting en het publiek voelt die spanning : elke uitvoering is een gevecht tussen muzikanten. Maar ook dat is muziek : competitie, rivaliteit. Dat kan ik beter, denken muzikanten al gauw.

Wim Mertens (54) is componist en muzikant. Zijn nieuwe album Receptacle is verschenen bij EMI. Concerten in Brussel (4 oktober), Antwerpen (5 oktober) en Gent (2 en 11 november). Info : www.wimmertens.com.

Door Wim Denolf / Foto Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content