Wim De Vilder
televisiejournalist (34)
Ik wil op de een of andere manier verhalen vertellen. Vergelijk het met het gevoel van een leraar die voor de klas staat : ik wil mensen iets bijbrengen, doorgeven wat er in de wereld gebeurt en een kader geven om het allemaal te plaatsen. Kun je als televisiejournalist een verschil maken ? Ik ben geen idealist, maar ik hoop het.
Onpartijdigheid sluit niet uit dat je meeleeft. Iedereen op de redactie beleeft dingen op zijn manier en dus mag het Journaal ook doorleefd gebracht worden. Op de redactie ben ik echter vooral met technische aspecten bezig. Klopt de informatie ? Zitten de intro’s goed ? Het menselijke leed achter de feiten dringt pas na de uitzending door. Sommige beelden staan ’s nachts op mijn netvlies gebrand.
Iedereen ziet wat je doet. Dat is niet altijd een geruststellend idee. Ik kan me geen slechte dag veroorloven, want bijna één miljoen mensen horen elk woord en zien elke stap. Terzelfder tijd is het de beste feedback die je je kunt voorstellen. Veel mensen die uitstekend hun werk doen, krijgen dat niet, zelfs niet van hun baas.
Op een krant zou ik minder goed functioneren. De collectieve spanning naarmate de klok van zeven nadert en de ontlading achteraf zou ik heel erg missen. Een journaal is teamwork, een enorm raderwerk waarbij honderden mensen betrokken zijn. Je moet voortdurend overleggen. Voor de buitenwereld lopen ankers in de kijker, maar het is een functie als een andere. Trouwens, alles houdt ooit op, ook mijn huidige rol binnen de redactie.
Ik ben gehecht aan vriendschap, ook op de redactie. Het is niet het wespennest dat anderen graag beschrijven. Sommige van mijn beste vrienden werken er. Een vertrek van een collega laat een leemte achter, maar daar kan ik geen week lang bij stilstaan. Het nieuws stopt niet.
Ik zou niet in Brussel willen wonen. Ik moet fysiek afstand kunnen nemen van het werk, de auto instappen en weg rijden. Adrenaline werkt verslavend en een journaal is echt secondewerk. Vaak ben ik na een uitzending nog zo opgeladen, dat ik de autoradio loeihard zet. Pas als ik thuiskom of een pint pak met vrienden, kom ik stilaan tot rust. Om dezelfde reden doe ik aan fitness en cardiotraining. Om mijn batterijen op te laden en er weer tegenaan te kunnen gaan.
Mensen zeggen dat ze me zich anders hadden voorgesteld. Naast het scherm ben ik minder serieus en impulsiever dan velen denken. Ik ben ook erg rusteloos. Niets doen is voor mij geen ontspanning. Voor een journalist is dat een pluspunt, maar buiten het werk is het niet altijd een zegen. Nu goed, ook met die Wim De Vilder heb ik leren leven, ook al knal ik soms met mijn hoofd tegen de muur.
Ik haat tijd verliezen en dus ook strandvakanties. Ik zoek vervreemding, ik wil nieuwe indrukken opdoen in verre landen als Jordanië, Syrië of Iran. Hoe verder het van me af staat, hoe beter. De gastvrijheid en openheid van het Nabije Oosten fascineert me, maar ook zijn dualiteit. Het is een regio met een enorm rijke cultuur, de bakermat van de beschaving, maar het regime heeft er vaak repressieve, dictatoriale trekjes.
Zoals veel journalisten klop ik lange dagen. Vaak werk ik ook ’s avonds of in het weekend, zeker sinds ik zowel het journaal als Koppen presenteer. Ik heb een sterk willetje, maar ben geen workaholic. Als ik een dag het nieuws mis, omdat ik bijvoorbeeld in het buitenland ben, voel ik geen gemis.
Ik ben niet gauw tevreden met mezelf. Dat maakt me nog wel eens onzeker, maar ik pieker niet over de toekomst. Ik vind heel mijn leven nu fantastisch, zowel mijn job als mijn privé-leven. Maar vijf of tien jaar geleden was dat ook zo. Verandering schrikt me niet af, ik vind altijd mijn weg. n
Tekst Wim Denolf I Foto Guy Kokken
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier