Zweden is een paradijs voor wildkampeerders, zo ondervond de Antwerpse foodie Gilles Draps. De hotdogchef en oprichter van foodblog eat.warm zigzagde twee weken lang door de Zweedse natuur. Af en toe hield hij halt om te plukken, te proeven, en de prachtige uitzichten te fotograferen.

Deze reis was een beetje een vlucht uit België. Ik heb een erg drukke zomer achter de rug, met veel reclamewerk en opdrachten als foodstylist en -fotograaf. Ik hunkerde naar stilte, wildkamperen, leven in de natuur en het gezelschap van een van mijn beste vrienden, Joel.

Joel en ik wisten al snel dat we naar Zweden wilden. Niet alleen is de ongerepte natuur er prachtig, de Zweden hebben ook het fantastische Allemansrätten, of ‘allemansrecht’, dat je de toelating geeft om de natuur vrij te betreden. In de praktijk komt het erop neer dat je in Zweden je tent mag opstellen waar je wilt. Je mag er bessen, kruiden, paddenstoelen en andere eetbare vruchten plukken uit de bossen, water nemen uit rivieren en meren, en op een aantal plaatsen mag je ook vrij vissen. Er is slechts één voorwaarde : je mag niets vernielen en niemand storen.

Ik zag het helemaal voor mij : we zouden elke avond in slaap vallen met het geluid van huilende wolven en een knetterend kampvuur. Om ’s ochtends weer wakker te worden met een prachtig uitzicht en de zon die door de bomen schittert. Omdat je natuurlijk nooit weet hoe goed of slecht het weer in Zweden zal zijn, waren we ook voorbereid op intense regenbuien.

In tent en barak

Rondrijden en à la minute beslissen waar je de nacht doorbrengt, dat is wat een roadtrip door Zweden zo geweldig maakt. Overal mag je je tent neerploffen, al moet je wel opletten met privégrond. Op een mooi onderhouden gazon of dichtbij een woning begin je er beter niet aan, tenzij de eigenaar het je zelf voorstelt.

Over het hele land vind je ook verschillende Rastplatser of rustplaatsen, houten constructies die je beschermen tegen de wind. Je vindt er een bijl, zaag en hout voor een kampvuur. Liever een dak boven je hoofd ? Op verscheidene Rastplatser staan hutten, binnenin ligt een lijst met enkele afspraken en tarieven. Voor een kleine tien euro per nacht mag je er logeren. Omdat er vaak geen gastheer aanwezig is, moet je dit bedrag gewoon overschrijven op een bankrekeningnummer. De Zweden zijn ongelofelijk openhartig en hebben er alle vertrouwen in dat elke bezoeker dit doet. Soms gebeurt het dat je niet alleen bent in een barak en moet je hem delen. In de meeste natuurreservaten zijn deze hutten de enige plekken waar je mag overnachten.

De wildernis in

Joel en ik vertrokken met de wagen vanuit Brussel en onze eerste stop was camping First Camp in Malmö, ruim negenhonderd kilometer verder, in het zuiden van Zweden. Hier heb je een superuitzicht op de Øresundbrug, die Denemarken met Zweden verbindt. Met haar 7845 meter is ze één van de langste bruggen van Europa.

Vervolgens reden we door naar Store Mosse, een nationaal park, zo’n 250 kilometer verderop. Wat me daar opviel, is dat de wandelroutes in Zweden bijzonder goed zijn uitgestippeld. Elk wandelpad is duidelijk gemarkeerd en ieder natuurreservaat heeft aan de ingang wandelkaarten ter beschikking. Store Mosse betekent letterlijk moeraszee, waardoor we nergens een droge plek vonden om onze tent neer te zetten. Maar buiten het reservaat lukt dit perfect. In het park zijn massa’s blauwe bessen te plukken, en in de beboste gebieden ook bosbessen. Ideaal om confituur van te maken voor de volgende ochtend. Heb je suiker mee ? Dan kan je die door de confituur mengen, zo blijft hij veel langer goed.

De volgende halte was natuurpark Tiveden, de meest feeërieke bestemming van onze reis : smaragdgroene meren, hoge rolstenen, steile bergruggen en rotspartijen. Hier zetten we onze tent neer op een plaatselijke Rastplatser. Omdat Tiveden beschermd natuurgebied is, mag je er geen open vuur maken en ook het plukken van bessen, paddenstoelen en planten is er verboden.

Nood aan een rustdag ? Dan is het Siljanmeer een ideale halte, ook onder Zweden een zeer geliefde plek. Je vindt er niet gemakkelijk een stukje natuur om vrij te kamperen, maar het is er niet ongebruikelijk om aan te bellen bij enkele locals en te vragen of je je tent mag opzetten in hun tuin. Het is de beste manier om van het mooie uitzicht op het meer te kunnen genieten en de Zweden zullen je met open armen ontvangen. Wie een vislijn heeft, kan een visvergunning aanvragen bij de plaatselijke toeristische dienst. Vers gevangen vis is ook een fijne manier om je gastfamilie te bedanken voor de nacht die je mocht doorbrengen in hun tuin.

Daarna was het tijd om te genieten van natuurpark Fulufjället. Je vindt er de hoogste waterval, Njupeskär, en oudste boom van Zweden. Een meerdaagse wandeltocht is hier een absolute aanrader. Goed om te weten is dat je in het dal gemakkelijk bessen en paddenstoelen kunt plukken. Best leg je een voorraad aan voor je begint te klimmen naar het hoger gelegen plateau, waar er amper begroeiing is. Wel vind je boven de schaarse bergbraambessen, perfect voor bij het ontbijt. Overnachten op het plateau ? Zorg dan dat je extra warme kleding bij je hebt. Er staat een constante wind en de temperatuur kan hier ’s nachts sterk dalen. Geen zin om de tent op te zetten ? Er is een groot aantal winddichte hutten met kachels. De volgende ochtend huur je een bootje en kun je op een van de meren je lunch vangen.

De laatste stop van de reis was natuurpark Sonfjället, ook wel berenland genoemd. Hier zou Zwedens grootste concentratie aan beren wonen. Wij arriveerden er vrij laat en vonden geen plek meer om onze tent neer te zetten. Gelukkig ligt er vlak bij de hoofdingang van het park een boerderij, waar een jolig boerenkoppel ons een plek te slapen gaf, naast de koeien en geiten. ’s Morgens kochten we er kaas en boter, om hen te bedanken. Belangrijk : vanaf de eerste sneeuwval is deze boerderij gesloten en verblijft het koppel op zijn winterboerderij.

’s Anderendaags wandel je door het bos, voor je je naar de 1278 meter hoge top waagt. Hier vind je drinkbaar water en een schat aan kruiden en bessen. Hou je ogen open voor klaverzuring, die hier talrijk groeit. Het heeft de frisse, zure smaak van limoen en is erg lekker bij vis, of als groente bij een boterham met kaas.

Tekst Gilles Draps en bewerking Elke Lahousse & Foto’s Gilles Draps en Joel Verdikt

Je mag je tent overal opzetten, en kruiden, paddenstoelen en bessen plukken uit het bos

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content