Herwig Van Hove

Eenvoudige, lekkere wijnen, die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het om de veertien dagen over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week : chianti.

Chianti klinkt bekend, maar vertegenwoordigt eigenlijk zelf geen goede naam. Vanaf begin deze eeuw voerden de Italiaanse emigranten met hun wat benepen koopkracht, de goedkope fiasco’s (mandflessen) met wijn van erg marginale kwaliteit, de wereld rond. Zo kreeg chianti het imago van vederlichte, waterachtige alcohol waarmee aan tafel niet veel te beleven was. Om aan dat belabberde imago van hun eigen DOC (Denominazione di Origine Controllata) te ontsnappen, begonnen de grote vooruitziende wijnbouwers van de streek de charismatische Antinori op kop met de productie van wijnen die niet aan de DOC-regels beantwoordden maar die op de internationale markt veel beter zouden presteren. Dat waren in de Franse betekenis van het woord vins de table, wijnen zonder appellation, maar internationaal kaapten ze veel hogere prijzen weg dan de originele chianti. Zo ontstond er een onzinnige situatie waarbij tafelwijnen de Tignanello van Antinori is er een schoolvoorbeeld van tot tienmaal duurder werden verkocht dan de DOC-versies uit hetzelfde gebied.

Die situatie is te wijten aan de spreekwoordelijke traagheid van de Italiaanse administratie en wijnwetgeving. De originele chianti-samenstelling werd in de loop van de 19de eeuw door Barone Bettino Ricasoli van het ongemeen mooie Castello di Brolio vastgelegd. De toen rustieke en brutale rode streekwijn werd wat elegantie bijgebracht door een wettelijk bepaalde toevoeging van 10 procent witte-druivensoorten zoals trebbiano of malvasia. Deze formule is verplicht gebleven tot 1984 en het is deze ?witte in de rode? die in grote mate verantwoordelijk is voor de fletse, lichtzure impressie die nog altijd door vele soorten chianti wordt gegenereerd.

De moderne oenologie heeft intussen ook Toscane veroverd. De basisdruivensoort sangiovese werd uitgezuiverd. Men ontdekte dat de meeste wijngaarden beplant waren met de hoogrenderende sangiovese di Romagna en lang niet meer met de oorspronkelijke sangioveto van de Ricasoli-versie. De uitzuivering, gepaard aan een grotere hygiëne en het gebruik van moderne technieken, maakt dat chianti vandaag geen witte druiven meer nodig heeft.

Dit alles resulteerde in 1984 in een DOCG-status, een hogere DOC met waarborg ( Garantita), waarbij de kwaliteit door een proefcommissie gewaarborgd wordt, en waarbij het onzindelijke wit grotendeels uit chianti werd gebannen. Vooral het historische centrale wijngedeelte van Toscane, de regio van de Chianti Classico, kon van de garantita-status genieten, voor de rest veranderde er niet zoveel. De wijndomeinen in dit prachtige, nog sterk beboste gebied zijn te vergelijken met de grote Franse châteaus, helaas ook de prijzen. De DOCG heeft in de typologie geen eenheid gebracht. Men vindt nog altijd lichte wijnen uit de zandgronden rond Siena met dezelfde garantita als de goedgestructureerde wijnen uit het Classico-gebied. Op zijn best is chianti stevig en friszuur tegelijk, met alle nuances ertussenin. Hij kan gemakkelijk mee aan tafel met een grote variatie van gerechten. Ideaal is de combinatie met geroosterd rood vlees : de bistecca alla fiorentina, maar ook met everzwijn, schapenkaas peccorino, of met tordi allo spiedo, lijsters op een spies, een paradijselijke maar bij ons verboden vrucht.

Tenore, Chianti DOCG, 1995

Lichte frisse kleur. Wat vuile houterige neus met een toets van elegant fruit na opschudden maar zeker geen diepte of onderbouw die potentieel laat veronderstellen. De smaak is zuur als hoofdtoon, uiterst banaal : geen enkele hint van grandeur. Een mislukking. (119 fr., Colruyt)

San Caio, Chianti DOCG, 1995

Lichte kleur met al wat evolutie in de nuance. Elegante neus met een zekere puntige fijnheid die echter wat gedragen wordt door hoogtonigheid. Simpele smaak met redelijk goede simpele balans tussen zuur en bitter, die in de mond goed samenblijven. (119 fr., GB)

Ghibello, Chianti DOCG, 1995

Kleur zoals de vorige. Typische, indringende puntige neus van het witte-druivensegment in de samenstelling, die wat verruimt bij opschudden in de zin van rood fruit. Redelijke, ronde smaak met zelfs wat velouté en een goede aanspraak. Veruit de beste van het stel. (149 fr., Colruyt)

Masaccio, Chianti DOCG, 1994

Frisse kleur zonder evolutie niettegenstaande een jaartje ouder. Afgeronde neus die volkomen identisch blijft na opschudden en met oude versmoltenheid : de wijn is er. Ronde smaak zoals de vorige maar met minder expressie. (130 fr., Delhaize)

Geen van deze wijnen is van château-origine : ze komen van groothandelaars of coöperaties. Het garantita-bandje over de kurk moet een gewaarborgde kwaliteit voorstellen. Het vergelijkend proeven leert evenwel dat er tussen flessen van 120 fr. en van 150 fr. een groter kwaliteitsverschil mogelijk is, dan men op grond van het prijsverschil zou verwachten. Dertig frank meer in deze prijsklasse is dikwijls een wereld.

HERWIG VAN HOVE

Volgende aflevering in Weekend Knack van 23 april 1997 : Spaanse rioja.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content