Herwig Van Hove

Eenvoudige, lekkere wijnen, die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het om de veertien dagen over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week : wijn van pinot noir-druiven.

Toen de prijs van de rode bourgognes in 1976 nog maar eens omhoogschoot, en bovendien in het glas een overdonderende zuurheid tevoorschijn kwam, hebben veel Belgische (vooral Waalse) bourgogneliefhebbers afgehaakt. Met spijt in het hart, want, als hij goed is, behoort rode bourgogne tot de beste wijn ter wereld. Hij wordt gemaakt van pinot noir-druiven, een uiterst gevoelige en wispelturige stoksoort, die bovendien nog gemakkelijk muteert (verandert van karakter en van smaak).

Bij de wat naïef grijnzende wijnboeren uit die dagen kwaliteit vonden ze niet zo belangrijk, alles verkocht toch vanzelf was als ondersoort van pinot noir vooral de pinot droit in trek. Deze soort groeit inderdaad kaarsrecht omhoog en levert zo’n grote rendementen dat men ze slechts fluisterend durft te vermelden. Omdat hij zo recht groeit, is hij gemakkelijk te palisseren (tussen twee draden in één enkel vlak te houden) en daarmee ideaal om met de machine te oogsten. De wijn ervan is navenant : uiterst licht en smakeloos. Het hoge alcoholgehalte kan alleen verklaard worden door een brutaal chaptaliseren of bijsuikeren van de most.

In die tijd liep zowat alles fout. Terwijl de al te lakse wet liet bijzuren in te warme jaren en bijsuikeren in te koude jaren, werden gereputeerde firma’s betrapt op bijsuikeren en bijzuren in dezelfde wijn ! Wat neerkomt op artificieel wijnmaken, want een oogstjaar kan niet tegelijk te warm en te koud zijn.

Gelukkig kwam er in deze akelig-commerciële, negatieve ambiance een kentering : jonge wijnboeren namen het niet langer dat hun wijnen légers et délicats moesten zijn, zonder structuur of corpus. Ze reisden meer dan hun ouders en hadden gezien dat pinot noir-wijnen even gestructureerd en volmondig konden zijn als goede bordeaux. Met deze generatie begon een gevecht tegen de pinot droit, ten voordele van de pinot fin en tegen de al te grote rendementen in het algemeen. Vanaf 1990 en 1993 duiken er al verschillende klinkende namen op als Charlopin, Confuron, Mugneret, Gros, Ramonet, Rougeot, Montille…

Zoals dat bij cabernet sauvignon het geval was, gaf de uitstekende Franse reputatie aanleiding tot een wereldwijde verspreiding. Maar terwijl bij cabernet op verplaatsing zij het in Chili of in Zuid-Afrika altijd iets van de specifieke smaak en karakter behouden blijft, is dat met pinot noir helemaal niet het geval. Hij smaakt voortdurend anders : van typisch volmondig tot ijl en leeg.

Pinot noir heeft koelte nodig, want het is een vroege soort die vlug kan rijpen in de herfst. Hoe langer de trossen aan de stokken kunnen blijven zonder te verdrogen of te rotten, hoe complexer en beter de wijn wordt. Daarom gedijt hij in principe goed in koelere klimaten zoals in Bourgogne, maar ook in de Elzas waar hij elegante rode wijnen geeft. Datzelfde geldt voor de champagnestreek waar hij witte basiswijnen geeft (het sap van deze druif is spierwit), die in elke betere champagneconstructie ( cuvée) onmisbaar zijn voor de karaktervolheid.

Goedgemaakte pinot noir-wijn heeft een magische aantrekkelijkheid : tegelijk aangenaam in aanspraak en toch verrassend vol van karakter en structuur. Door zijn uitgesproken smakelijkheid wordt hij alom geapprecieerd. Fanatieke liefhebbers zijn er trouwens erg zuinig mee : ze geven goede adressen slechts met de grootste moeite door en koesteren hun flessen die ze alleen ophalen voor gelijkgestemden en ingewijden.

Pinot Noir Dealu Mare, 1995, Roemenië

Goede kurk en brave, wat lichte kleur met een nuance van licht rood, wat op rijpheid moet wijzen. Presente neus, met bij stilstand al een wat scherpe, doordringende component. Na walsen komt er een grote verruiming en verbreding in elegant fruit, maar moeilijk herkenbaar als klassieke (Franse) pinot. De smaak is zacht en gemakkelijk, vrij kort, fruitig en aangenaam. Zoals de prijs. Eerder koel schenken, en zeker niet ?lichtjes gechambreerd?, zoals op het tegenetiket met Nederlandse uitleg wordt aanbevolen. (96 fr., Colruyt.)

Pinot Noir Somontano, 1994, Spanje

Wat meer kleurconcentratie dan de vorige en een wat ?versere? nuance. Stilstaand is de neus discreet en vol weerstand, maar na walsen komt duidelijk puntige pinot noir, goed herkenbaar als dusdanig. De smaak is ?serieus?, matig karaktervol en zelfs met mooie lengte. Goede balans tussen zuur en alcohol, geen spoor van vermoeiende, zuiderse, overrijpe fruitigheid, integendeel. Geschikt om en carafe aan bourgogneliefhebbers voor te zetten bij een landelijke tafel met eerlijke gerechten.

Deze wijn heeft eveneens een goede kurk en op het tegenetiket staat wat uitleg in het Nederlands. (153 fr., Delhaize.)

Volgende aflevering in Weekend Knack van 12 maart : bandolwijn.

HERWIG VAN HOVE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content