Herwig Van Hove

De majestueuze Loire telt op zijn oevers meer dan 1000 km lang, van Bourgogne tot Saint-Nazaire, waar hij in de Atlantische Oceaan uitmondt meer dan 50.000 hectaren wijngaard waarvan gemiddeld 3 miljoen hectoliter wijn komen. Deze wijnen smaken ?noordelijk? : fris, puntig en delicaat. De belangrijkste wijngebieden liggen rond Nantes, Angers en Tours. Maar verder oostwaarts, aan de boven-Loire, liggen de stadjes Sancerre, Menetou-Salon en Pouilly, en naar Bourges toe, Quincy en Reuilly. Hier is de sauvignon-druif koning, en hier voelt de liefhebber van de moderne lichte keuken zich thuis.

In Pouilly wordt de stroom door een enorme kalkbult in noordwestelijke richting afgebogen, wat aan de wijnvelden op de oevers een ideale zuidoostelijke oriëntatie geeft (650 ha, goed voor gemiddeld 47.000 hl wijn). Hier is de expressie van de sauvignon-druif apart genoeg om een specifieke appellation te mogen voeren : Pouilly-Fumé. De ondergrond is er wat minder kalkrijk en wat kleiachtiger dan in het nabijgelegen Sancerre, en mede door de zonvriendelijke oriëntatie worden hier wijnen met meer body en meer stevigheid geproduceerd. Het zijn als het ware Sancerres met iets meer ernst, die dikwijls beter aan tafel passen dan de uiterst lichtvoetige Sancerre, die meer geschikt is als aperitief.

De wijn van Pouilly-Fumé werd een appellation in 1937. Hij moet voor 100 procent van sauvignon-druiven worden gemaakt met een rendement dat 55 hl per ha niet mag overschrijden, en met minstens 11 volumeprocent alcohol (Sancerre 10,5).

Men kan oeverloos palaveren over verschillen en eigenheid van Sancerre en Pouilly-Fumé, in werkelijkheid zijn de verschillen tussen de wijnbouwers en de oogstjaren belangrijker dan tussen beide AOC’s. Op de best georiënteerde en kalkrijkste wijngaarden van beide appellations krijgt de sauvignon-druif echter wel een bijkomend element in de smaakexpressie : een soort steenachtige toets van kruitdamp die aan de geur van ketsende keien doet denken. Vandaar de term fumé in de naamgeving. Hier aan de boven-Loire is het minerale element, de ?stenigheid? meer verfijnd en edel dan in Touraine waar de tufsteen in de bodem soms een wat lompe en simpele stenigheid meebrengt. Sommigen beweren dat de term fumé zou verwijzen naar het grijze rook-kleurige waasje dat rijpe sauvignon-druiven overdekt, maar dat vindt men overal waar sauvignon groeit, terwijl de vuursteensmaak typisch is voor Pouilly-Fumé.

Op te rijke bodems verliest sauvignon al wat hem interessant maakt : de finesse wordt lomp, de fijne zuurheid wordt mat, en de alcohol smaakt plat zoet. Heel vroeg, vóór de volledige rijpheid oogsten, is op deze bodems ook geen oplossing. Er komt dan een geur van kattenpis en groen gras. Deze kwalijke geur wordt soms wel eens vooral nu men sauvignon over de gehele wereld heeft aangeplant voor typisch genomen en dan gemilderd door lagering op verse eik : het Californische type Fumé Blanc waarvan Mondavi miljoenen flessen plaatste (maar dan wel zonder de kattenpisgeur).

Voor 1970 was Pouilly een ingeslapen dorp, maar met de komst van baron Patrick de Ladoucette op het lokale Château du Nozet is er heel wat veranderd. Deze charmante baron maakt ronduit de beste Pouilly-Fumé ( Baron de L, invoer : Fourcroy in Brussel) maar verhandelt ook nog meer dan de helft van de gehele appellation. Hij maakte de Pouilly-wijnen wereldberoemd met natuurlijk een stevige prijszetting als gevolg. Daarom is het zo aangenaam om Delhaize voor het eindejaar te zien komen met een braafgeprijsde versie.

Opgepast : verwar Pouilly-Fumé niet met Pouilly-Fuissé. Deze laatste is een zuidelijke witte bourgogne (gemaakt van 100 procent chardonnay) die het moet hebben van een wat zwaarwichtig terroir-karakter : de tegenpool van Pouilly-Fumé !

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content