WIJN
DRINK U GEZOND
De golf van paniekreakties en kommentaren op de invoering van de 0,5 promille alkoholgrens voor chauffeurs, is weggeëbd. Maar al wordt er misschien minder over gepraat, de rijkswacht met haar moderne elektronische versie van de blaaspijp, blijft paraat. En niet alleen in het weekeinde. Zowel overdag als ’s nachts en op de autowegen, wordt gekontroleerd.
Een lezer vraagt zich af welke de relatie is tussen deze wettelijke grens en de positieve invloed op de gezondheid die men van een dagelijks matig tafelgebruik van dranken met een wijnachtige koncentratie mag verwachten. Moeten we overgaan op alkoholvrije dranken ? Wat is de verhouding tussen de “gezondheidsgrens” en de “promille-grens” ?
Wat die gezondheidsgrens betreft : een normale gezonde man mag dagelijks 1 gram alkohol innemen per kilogram lichaamsgewicht en dat verdeeld over de maaltijden en onder de vorm van wijn of bier. Hoeveel glazen vertegenwoordigt dit ? Een liter wijn (1000 ml) van 12 graden of, wat hetzelfde is, 12 volumeprocent alkohol, bevat dus 120 ml alkohol. Deze alkohol vertegenwoordigt een gewicht van 120 x 0,788 of 94,6 g. (Een liter alkohol weegt minder dan een liter water, namelijk 0,788 kg. Zo komt het dat 120 ml water wel 120 g weegt, maar 120 ml alkohol slechts 94,6 g.)
Een normaal glas wijn is ongeveer een zesde van een fles van driekwart liter, of 125 ml. Met een wijn van 12 graden bevat zo’n glas dus 1,25 x 12, of 15 ml alkohol. En deze alkohol vertegenwoordigt een gewicht van 15 x 0,788 of 11,82 g. Zo komt het dat men gewoonlijk per glas wijn met een hoeveelheid van 12 g alkohol rekent.
Onze normale gezonde man van 100 kg “mag” dus dagelijks 8 glazen wijn hebben. Een man van 80 kg moet het stellen met een flinke zes glazen of een hele fles. Voor dames wier lichaam gemiddeld minder water bevat en meer vetstoffen en die daardoor per kg lichaamsgewicht “gevoeliger” zijn rekent men gewoonlijk 4 glazen wijn per dag.
De regel van 1 g alkohol per kg lichaamsgewicht de “gezondheidsgrens” is de experimenteel gekonstateerde hoeveelheid die overeenkomt met een gezondheidsneutrale konsumptie : men wordt er niet gezonder of minder gezond van, men is bij deze hoeveelheid even gezond als de geheelonthouder. Wie echter minder drinkt, is gezonder dan de geheelonthouder.
Het optimale punt, de “supergezondheidsgrens”, ligt rond de helft van de gezondheidsgrens : voor een man betekent dat drie tot vier glazen wijn per dag, voor een vrouw twee glazen.
Welnu, de promille-grens komt in de praktijk overeen met de gezondheidsgrens : een fles bij een avondvullende maaltijd.
Waarom bij de maaltijd ? Wijn komt in de maag terecht, maar wordt er niet verteerd. De resorptie doorheen de maagwand brengt de alkohol in het bloed en bij de lever waar een speciaal enzym (het deshydroxidase) de alkohol oxideert en afbreekt. Bij een lege maag gaat de resorptie heel snel en kan het enzym niet “volgen”. Alkohol komt dan terecht waar hij niet hoort, bijvoorbeeld in het centrale zenuwstelsel, met schade en kontroleverlies als gevolg. Bij een gevulde maag gaat de resorptie traag, de alkohol komt op het ritme der gerechten, maar trapsgewijs, in het bloed terecht en wordt met een passende snelheid afgebroken. (Daarom ook moet men aperitieven altijd traag drinken met proevende slokjes en met een hapje erbij.)
Het predikaat “avondvullend” staat er niet voor niets. Bij een maaltijd die drie uren duurt niets anders dan een gewoon familiefeestje wordt alkohol in de lever afgebroken met een snelheid van 0,15 promille per uur. Na drie uren is dit dus 0,4 promille die men zeker al kwijt is. De afbraaksnelheid verschilt van persoon tot persoon, dagelijkse drinkers zullen nog beter presteren.
Met een fles wijn bij een avondvullende maaltijd beweegt men zich dus tussen de supergezondheidsgrens en de gezondheidsgrens, maar blijft men alleszins ver onder de promille-grens. De overheid belet de “meergezondheid” die een matig wijnverbruik aan tafel meebrengt, helemaal niet. Ze belet wel het oeverloze doordrammen, waarbij men de eigen gezondheid verwoest en deze van anderen bedreigt.
Al deze beschouwingen gelden uiteraard voor normaal funktionerende, gezonde konsumenten. Bij tegenindikatie vanuit medische hoek, of gewoon omdat men geen alkohol lust, verdraagt of wil drinken, kan een alkoholvrije wijn toch een maatschappelijke funktie vervullen : hij laat toe om aan de rituelen van heildronken en gezelligheid deel te nemen.
In dat geval kan Jung’s Weisslack aanbevolen worden, een echte vergiste wijn die bij lage temperatuur en onder vacuüm werd gedesalkoholizeerd tot ongeveer 0,3 graden. Voor elk glas gewone wijn van 12 graden mag men er dus 7 flessen van drinken. Hij is zesmaal kaloriearmer dan gewone wijn. Hij parelt lichtjes bij het uitschenken en de neus is getekend door zware aroma’s (dat kan niet anders, want de fijnere zijn natuurlijk met de alkohol mee verdwenen), de smaak is aangenaam fijn in de aanspraak met een zekere lengte, maar mist wat diepte. Hij mocht wat zuurder zijn.
(Invoer : Alkoholvrije Wijnen, Bonheiden.)
HERWIG VAN HOVE
Carl Jung’s Weisslack : alkoholvrij, kaloriearm en aangenaam fijn van smaak.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier