Eenvoudige wijnen die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het over hebben in deze rubriek. Château Simple (200), wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week : bordeaux (3).

De laatste tijd heeft men het vaak over ‘kleine bordeaux’, waarmee men dan de onderste trap van de appellation-ladder bedoelt. Steevast zegt men er ook bij dat de grote geklasseerde cru’s geen problemen kennen. Hoe zit het nu eigenlijk met het appellation-systeem ?

Bordeaux is nog altijd de belangrijkste wijn van de Belgen, aan tafel, maar ook wat bekendheid betreft. We associëren de naam Bordeaux bijna altijd met wijn en denken er niet meer aan dat het eigenlijk een middelgrote burgerstad is in het zuidwesten van Frankrijk. Dat komt door de Franse gewoonte om de wijn te benoemen met de naam van de stad, gemeente of dorp waar de wijngaard staat. Administratieve indelingen van het land krijgen aldus (ten onrechte) een definiërende en een ervan afgeleide kwaliteitsfunctie voor een landbouwproduct. Wijnnamen zijn dus ‘geografisch-administratief’ en wijnen worden gecontroleerd op de exactheid van hun origine. De AOC-wetgeving garandeert de oorsprong, meer niet.

Hoe ruimer de oorsprong, hoe minder de specificiteit die men van de wijn mag verwachten. Zo mag de wijn met naam Bordeaux uit heel het tweestromenland (Garonne en Dordogne) van het Girondedepartement komen : het is een zeer ruime appellation en men moet er niet veel persoonlijkheid van verwachten. Ook erg ruim zijn de subregio’s als appellation : Médoc, Haut-Médoc, Graves, Entre-Deux-Mers, Côtes de Bourg, Côtes de Castillon en Côtes de Blaye. Het meest prestigieus zijn de gemeentelijke appellations.

Aan de linkerzijde van de Gironde, in het Médoc-gebied, onderscheiden we van noord naar zuid : Saint-Estèphe, Pauillac, Saint-Julien, Listrac, Moulis en Margaux. Hiervan komen – volgens de Fransen – de grootste wijnen ter wereld, in elk geval ook de duurste. Toch zijn deze AOC’s niet zo bekend : de meeste grote wijnen pronken in grote letters met de châteaunaam op hun etiket. Een châteaunaam, neem maar Léoville Las Cases, is eigenlijk een privé-merk waarbinnen, met respect voor de AOC-regels, alles mogelijk is. In 1885 werden de grote châteaus van de Médoc-zijde bovendien door makelaars geklasseerd in vijf niveaus naargelang van de prijs die op de openbare markt verworven werd. Het werden crus classés van premier tot cinquième. De hiërarchie van dit historische klassement is nog altijd bepalend voor het prijsniveau vandaag.

Ook de gemeentelijke appellation Saint-Emilion aan de rechterzijde van de Gironde heeft een gelijkaardig klassement dat nu ook buiten de appellation staat en apart op het etiket wordt vermeld. (Volgens de Europese Commissie mag een appellation maar twee namen voeren, in ons geval Saint-Emilion en Saint-Emilion Grand Cru.) De naam Saint-Emilion was niet te stoppen en is uitgezwermd over de aanliggende gemeenten : Lussac-Sant-Emilion, Montagne-Saint-Emilion, Puisseguin-Saint-Emilion en Saint-Georges-Saint-Emilion. Ook vlakbij Saint-Emilion liggen Pomerol, Lalande de Pomerol, Fronsac en Canon-Fronsac.

Ten slotte, ten zuiden van Bordeaux, aan de oevers van de Garonne, liggen de zoete gemeentelijke AOC’s : Cérons, Sauternes, Sainte-Croix-du-Mont, Loupiac en Cadillac.

Niet alle wijn van een grote geklasserde cru is groot en bij de kleine bordeauxs treft men soms juweeltjes. Proeven blijft de boodschap.

Château Haut Labrit,

Saint-Emilion Grand Cru 2001

Mooie zachtrode kleur van evolutie en een ronde, ontwikkelde zachte neus van merlot. De aanspraak in de mond is zacht en gaat verder met goed ontwikkelde, wat stevige tannines. Klassieke bordeaux voor de stevige tafel. (Colruyt : 8,41 euro).

Château La Fleur Chauvin,

Saint-Emilion 2000

De concentratie is haast deze van inkt met wat zachtrode evolutie aan de rand tegen de glaswand. De neus van rijpe merlot is goed ontwikkeld. De smaak is nog stevig en moet nog wat evolueren. Goede wijn voor een stevige tafel. (Delhaize : 7,49 euro).

Le Grand Cos, Saint-Emilion

Grand Cru 2001

Weer bijna inkt en een zachtrode kleur aan de rand. De neus is getekend door gezond oud hout en zacht rijp fruit. De smaak is glorieus zijdeachtig zacht met mooie geknoopte lengte. Erg goede wijn. (Colruyt : 9,99 euro).

Mouton Cadet, Bordeaux 2002

Goede kleurconcentratie met een mooie rode nuance, de neus is wat puntig en onrijp. Goede ronde attaque maar wat ruwe tannines in het middengebied en ook op het einde. (GB/Carrefour : 9,09 euro).

Château Sainte-Colombe,

Côtes de Castillon 2000

Heel goede, sombere kleur met een brede rand van zachtrode evolutie, de merlotneus is zacht en fijn. De smaak is ontwikkeld en evenwichtig zacht met rijpe structurerende tannines. Erg goede wijn. (Delhaize : 12,90 euro).

Château Jacques Blanc,

Saint-Emilion Grand Cru 2001

Heel goede kleur met een frisrode nuance en een ontwikkelde merlotneus met ruimte en diepte na opschudden. Klassieke stevige smaak met goede rijpe tannines overal. Goede wijn voor een stevige tafel. (Colruyt : 12,99 euro).

Herwig van Hove I Foto’s Gerald Dauphin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content